Gedragswetenschappers duiken in het brein van afvaldumpers (video)
Wethouder Richard de Mos verklaart ‘de oorlog’ aan zwerfafval en doet daarvoor een beroep op de gedragswetenschap.
‘Gooi daar maar neer: de ondergrondse vuilcontainer zal wel vol zijn,’ zegt de een. De ander vindt de container te vies om aan te raken. Kinderen kunnen niet bij de opening. Dit zijn volgens Bert Pol, directeur van het Haagse gedragsbureau Tabula Rasa, enkele redenen waarom Hagenaars afval niet in, maar naast de ondergrondse containers deponeren. Het team van Tabula Rasa (dat toevallig ‘schone lei’ betekent) deed veldonderzoek in heel Den Haag om het gedrag van de afvaldumper in kaart te brengen: van het praten met medewerkers van het veegbedrijf tot het aanknopen van een gesprek met iemand die zwerfafval achterlaat naast een container.
De analyse legde de basis voor de Haagse campagne ‘Schoon, doen we toch gewoon?’. Naast bestaande initiatieven zoals het rattenoffensief en Broodkapje tegen broodgooien op straat is dit een nieuw wapen in de strijd tegen zwerfafval.
“Uiteindelijk begint het probleem van zwerfafval bij de afvalhufter zelf,” stelt verantwoordelijk wethouder Richard de Mos (Hart voor Den Haag, buitenruimte), die maatregelen als het uitdelen van forse boetes en het plaatsen van mobiele camera’s niet schuwt. “Dat moet je doen, want het werkt,” weet Pol.
“Daarnaast werkt zichtbare handhaving. Je wilt geen politiestaat, maar aan de andere kant wil je ook geen zooi op straat.” Als mensen worden bekeken, bijvoorbeeld door een zichtbare camera of handhaving, gaan zij zich anders gedragen. Maar betutteling werkt niet: de ‘tone of voice’ is van belang. Dat begint al met de naam van de campagne. “Als je zegt dat iets niet mag, roept dat enorme weerstand op. Dit klinkt heel terloops.”
Adopteren
Het verwijderen van zogenaamde ‘bijplaatsingen’ bij ondergrondse vuilcontainers (oracs) kost de gemeente jaarlijks 7 miljoen euro. “Het is een probleem van ons allemaal”, zegt De Mos. “Natuurlijk pakt de gemeente haar verantwoordelijkheid, maar alle Hagenaren zijn de soldaten en generaals van het afvalprobleem.”
Uiteindelijk begint het probleem bij de afvalhufter zel.
Pol is het daarmee eens. Het aanstellen van een ambassadeur, zoals in dit geval zanger Pat Smit van Splendid, is volgens hem een goed idee. Ook helpt het als mensen een container adopteren. “Zo committeer je mensen aan de campagne. Niemand zal het ook oneens zijn met de boodschap; iedereen is voor een schone wijk. Bovendien zijn we geneigd om ons te houden aan wat we gezegd hebben: wie A zegt, zegt meestal ook B.”
Toch spelen ook andere zaken een rol, zoals laaggeletterdheid, taalachterstand en moeite met digitale informatie. “Veel informatie over hoe je afval moet aanbieden staat online, maar een deel van de Hagenaren kan niet goed omgaan met digitale informatie en gebruikt de smartphone hier helemaal niet voor.” Ook wijst Pol erop dat zo’n 15 procent van de inwoners van Den Haag analfabeet is. “Een groot deel is autochtoon,” voegt hij daaraan toe.
Citroengeur rond zwerfafval
Op de website schoondoenwegewoon.nl vind je uitleg over hoe je zwerfafval aanbiedt en vertellen lokale afvalhelden hun verhaal. Daarnaast gaat de gemeente in sommige wijken bordjes plaatsen bij ondergrondse afvalcontainers met teksten als ‘de meeste mensen gooien hun afval in de container’. “In wijken in andere steden is het dumpen van afval hierdoor met dertig procent afgenomen,” aldus Pol. Ook kan in buurten waar mensen het vies vinden om een container aan te raken een sensor worden geplaatst of een citroengeur worden verspreid die met ‘schoon’ wordt geassocieerd.
Hoe sterker de sociale cohesie is in een wijk, hoe schoner het er is. “Loosduinen scoort hierin hoog,” zegt Pol. “De bewoners zijn hier veelal iets ouder en wonen al lange tijd in de buurt,” weet de gedragsspecialist. “In wijken met veel doorstroom is dit al minder. Als het een rotzooi is, wordt het steeds erger. Bovendien neemt de kleine criminaliteit toe in dit soort wijken.” Ook het aantal confrontaties met de campagne is bepalend voor de effectiviteit.
“Elke wijk in Den Haag is anders en heeft een aanpak op maat nodig,” stelt Pol. De Mos zelf helpt graag een handje om zijn stad schoon te houden. “Ik overweeg om de ondergrondse container in mijn buurt te adopteren. De afvalproblematiek is niet in een dag opgelost: we moeten het samen met de stad doen.”
Dit artikel uit Den Haag Centraal van 26 september 2019 wordt u gratis aangeboden. Wilt u meer lezen of meer weten over de krant DHC? Kijk hier voor een (proef)abonnement en meldt u zich hier aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Wilt u meer video’s zien? Neem dan een kijkje op ons YouTube-account.