Strandtent De Fuut sluit na twintig jaar de deuren
Na twintig jaar verkoopt Leo van der Vegt strandtent De Fuut. Daarmee is dit zijn laatste seizoen op het Zuiderstrand, een plek waar de culturele programmering de boventoon voerde. “Ik realiseer me dat ik iets unieks heb neergezet.”
Een ochtend in januari. Leo van der Vegt (44) wordt wakker en denkt: ik stop ermee. Een verwarrende gedachte. “Waarom wilde ik iets nieuws? Wat ben ik zat? Al die vragen gingen door mijn hoofd,” vertelt hij. Twee decennia lang had hij al zijn energie gestoken in De Fuut, zijn strandtent met culturele programmering op het Zuiderstrand. “Ik woon hier in de zomermaanden. Dit is mijn huiskamer, mijn villa aan zee.” Toch wist hij zeker dat het oké was. “Ik ben toe aan iets anders,” aldus de oprichter.
Terug naar de nadagen van 1999, toen het allemaal begon. Van der Vegt is 24 en trekt in het najaar naar de Zwitserse Alpen voor de winterperiode. Daar wordt hij benaderd door horecaexploitant Dick Taat, die hij kent uit Den Haag. “Ik heb een strandtent gekocht, en ik wil dat jij hem gaat runnen.” Taat komt zelfs langs in Zwitserland en Van der Vegt gaat overstag. “Zo kwam ik hier terecht,” vertelt hij in het kleurrijke interieur. “Het eerste jaar was afgrijselijk. Het tweede jaar had ik mijn eigen mensen in dienst. Toen begon ik het leuk te vinden.” En: “Vanaf de eerste nacht was ik verliefd op deze plek.”
Nu hij gaat stoppen, realiseert hij zich naar aanleiding van alle reacties pas echt dat hij iets bijzonders heeft neergezet. Een strandtent waar cultuur en theater de boventoon voeren. Een strandtent die nauwelijks meer open is als pure horecazaak en voornamelijk open is voor cultureel vermaak. De strandbeesten van kunstenaar Theo Jansen die op het strand voor De Fuut worden gemaakt. Het grote jazzpodium dat De Fuut elke zondag is. “Ik vind het stoppen het ergst voor de theatergroepen en de kunstenaars die hier al die jaren hebben gewerkt,” legt Van der Vegt uit.
Golven
Er is veel veranderd sinds de ondernemer begon. Het strand was nog klein, de golven klotsten ’s nachts tegen De Fuut aan, soms stroomde het zeewater onder de deur door naar binnen. Er was geen stroom, geen riolering. “Een soort middeleeuws verhaal was het hier,” vat hij samen. “Ik moet wel lachen als ondernemers op het strand klagen dat het al twee dagen waait en ze wéér een shovel moeten laten komen.”
Ook ziet Van der Vegt een verschil in de strandbezoekers. “Er waren geen weerapps. Als er een buitje kwam, gingen mensen naar binnen om wat te drinken. Dat gebeurde soms drie keer op een dag. Nu komen mensen niet als het regent.” Het Zuiderstrand is wat Van der Vegt betreft veranderd van een ‘schattige plek’ in een ‘kwalitatief hoogstaand horecastrand’. Hij vreest voor de strandtenten die jaarrond open willen zijn. “Het is zó’n waanzinnig strand, dat moet je in de winter gewoon laten gaan.”
En over de strandhuisjes: “Er zijn maar een paar mensen die er geld aan verdienen. De gebruikers gaan bovendien niet naar de horeca, omdat ze al genoeg uitgeven aan het huisje.”
Chaotisch
Men wilde De Fuut eigenlijk verhuizen naar een commerciëlere plek, dichter bij een strandopgang. Van der Vegt wilde er niets van weten. Een bijkomend voordeel van zijn locatie, tussen twee strandopgangen in: “Ik trek geen kinderen. Ik ben blij dat andere strandtenten trampolines hebben, dat zijn de kindermagneten. Bezoekers komen hier echt heen voor De Fuut.”
De eerste jaren vroegen mensen zich af wat Van der Vegt aan het doen was. “Maar ik heb altijd gedaan wat ik zelf wilde.” Met een unieke sfeer als resultaat. Hoe hij die zou omschrijven? “Los, gastvrij, een beetje chaotisch en vooral veel lachen. Ik heb zo achterlijk veel herinneringen en waanzinnige goede vrienden hieraan overgehouden.”
Op dit moment is er nog een aantal gegadigden voor de koop. “Ik probeer echt om het in leuke handen over te dragen. Of dat lukt en of ze het culturele concept voorzetten, moet nog blijken. Dat weet ik niet.” Wat hij zelf gaat doen, is ook nog onbekend. “Ik maak het seizoen af en ga eerst op een normale manier de winter in, zoals ik de afgelopen twintig jaar ook deed,” zegt hij. “Ik kan cateren, ik wil iets met cultuur, mensen helpen, dingen organiseren.” Maar: “Geen eigen zaak. Dat heb ik nooit gewild.”
Meer informatie: www.defuut.nl