Directeur bibliotheken wil af van suf imago

Toen Paul Broekhoff (54) nog directeur Sport en Cultuur was bij de gemeente, ja, toen wilden zijn twee puberzoons nog weleens opscheppen over het beroep van hun vader. Maar sinds hij per 1 januari directeur is van de Haagse bibliotheken en het gemeentearchief, reageren ze heel anders.

Door

“Dat ga ik echt niet aan mijn vrienden vertellen, hoor. De bibliotheek, saai!” Broekhoff – blauw pak, wit overhemd – is zich bewust van het grijzemuizenimago. Veel mensen associëren ‘de bieb’ met rijen boeken en zitplekken waar je stil moet zijn. Maar dat is allang niet meer zo. Broekhoff: “Wij zijn de grootste culturele instelling van Den Haag. De bibliotheek, daar ontmoet je elkaar.”

Om dat te demonstreren geeft de historicus (‘ik ben eigenlijk een Rembrandt-expert’) eerst een rondleiding in de Centrale Bibliotheek aan het Spui. In het drukke café (‘goede koffie is onontbeerlijk voor een plek als deze’) passeren we twee mannen die een Chinese en een Spaanse krant lezen. Een verdieping hoger krijgen jongeren les in programmeren in de zogenaamde Coder Dojo. Met de roltrap gaan we weer omhoog. De bibliotheek blijkt ook een podium te hebben, waar wekelijks concerten worden gegeven. Broekhoff wijst op een geluidsdichte ruimte. Achter speelt een dame op de piano. Even verderop stopt de directeur voor het raam en kijkt naar buiten. “Dit is het mooiste terras van Den Haag, daar moet echt iets mee worden gedaan. Ja, wat? Daar ben ik nu over aan het nadenken.” Als hij terugkeert in zijn werkkamer met uitzicht op de Nieuwe Kerk en het nog te bouwen cultuurcomplex, vertelt hij tevreden dat de Haagse bibliotheken (de Centrale Bibliotheek, dertien wijkbibliotheken en vier buurtbibliotheken) rond de 2,7 miljoen bezoekers per jaar trekken. “Mind you, dat is meer dan het Rijksmuseum.”

Dat is een mooi cijfer. Maar zeg eens eerlijk, had u voor uw aanstelling zelf een abonnement op de bibliotheek?

“Heel eerlijk? Nee!” Schaterend: “Wat een gemene vraag.” En nog eerlijker: “Ik leende wel, maar op het pasje van mijn kinderen.” Daarna serieus: “Vroeger leende ik veel hoor en als student kwam ik ook regelmatig in een bibliotheek. Toen ik zeventien jaar geleden kwam wonen in Den Haag, heb ik ook een tijdje een pasje gehad. Maar op een gegeven moment verwaterde dat. Toen ben ik boeken gaan kopen.”

Is dat niet de grootste reden waarom vooral de wat welgesteldere mens de bieb tegenwoordig overslaat?

“Dat is deels zo, maar tegelijkertijd zie je dat een wijk als het Benoordenhout na de sluiting van de bibliotheek als gevolg van de grote bezuinigingsronde in 2012/2013 nu de behoefte heeft aan een grotere bibliotheek. Er is nu een buurtvoorziening in een bejaardentehuis. Maar mensen willen liever een aparte en grotere locatie.”

U zei net bij de rondleiding: de focus zal minder op boeken komen te liggen en meer op nieuwe media. Leg eens uit.

“We zien het aantal uitleningen gestaag dalen met anderhalf procent per jaar. Maar het aantal bezoeken blijft gelijk, en het ledenaantal stijgt. Mensen komen steeds vaker voor iets anders dan een boek. Om te studeren, een taal te leren, voor spreekuren, voor debatten. Vandaag alleen al hebben we hier in de Centrale Bibliotheek vierduizend man over de vloer gehad.”

Uit onlangs verschenen rapporten van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat er steeds minder jongeren lezen en dat er 2,5 miljoen laaggeletterden zijn in Nederland. Zou de bibliotheek dan niet juist meer moeten inzetten op het lezen van boeken?

“Je ziet dat er een omslag is gekomen in heel het land. Bibliotheken zijn opnieuw gaan nadenken over hun maatschappelijke meerwaarde. Daarbij is in 2015 een nieuwe wet in het leven geroepen. Die zegt dat de nadruk moet liggen op informatieverstrekking, educatie, debat en ontmoeting en kunst en cultuur. In plaats van lezen is daar nu literatuur aan toegevoegd. Maar dat betekent niet dat we niets aan leesbevordering doen. In de Schilderswijk geeft onze educatieve dienst huiswerkbegeleiding. En we hebben de VoorleesExpress waarbij vrijwilligers kinderen met een taalachterstand helpen. Rondom de ECI Literatuurprijs organiseren we jaarlijks ‘The Battle of the Books’, waarbij scholieren, van vmbo-onderwijs tot gymnasia, de genomineerde titels verdedigen. En voor volwassenen is er het Taalhuis op de tweede verdieping. Mensen kunnen daar gratis de Nederlandse taal beter leren schrijven en lezen.”

In andere steden zijn bibliotheken verzelfstandigd, terwijl hier in Den Haag de wethouder verantwoordelijk is. Is dat een nadeel?

“Klopt, maar het is niet zo dat Joris (Wijsmuller, HSP-wethouder cultuur, red.) mij vertelt wat ik moet doen. Dat wij een publiekgefinancierde instelling zijn, heeft voor- en nadelen. Mijn collega’s in andere steden zijn veel autonomer. Daar gaat de besluitvorming vlotter als het gaat om nieuwe investeringen, ik heb weer kortere lijntjes met gemeenteambtenaren, waardoor ik sneller mensen aan elkaar kan koppelen.”

Stel, het volgende college honoreert de subsidie van 21 miljoen euro per jaar of doet er zelfs een schepje bovenop, wat zijn dan uw toekomstwensen? 

“Ik zou het Benoordenhout en Bouwlust weer een eigen wijkbibliotheek geven. En de Centrale Bibliotheek mag na tweeëntwintig jaar wel wat moderner. Bijvoorbeeld door het plaatsen van ledschermen zodat je op elke verdieping kunt lezen wat waar en wanneer te doen is. Verder wil ik graag meer werkplekken voor studenten. Ook met het oog op de komst van het Koninklijk Conservatorium naar het Spuiplein. Daar zie ik wel kansen. Ik zou best wat muziekinstrumenten die het Gemeentemuseum in huis heeft, hier naartoe willen halen. Zodat ons podium meer bespeeld kan worden. En wat denk je van muziekhistorische lezingen? Daar is echt animo voor. Op de vierde etage krijgen we zo dadelijk de grootste collectie oude muziek en bladmuziek van Nederland. Maar ja, niet alles kan op zaal.”

Want er moet ruimte komen voor nieuwe media.

“Precies. Er komen meer gratis cursussen rondom mediawijsheid. Tabletlessen voor ouderen, leren programmeren voor jongeren. In de Schilderswijk staat nu al een 3D-printer die koekjes maakt met een chocoladerandje. En als ik dan aan mijn zonen vertel dat ze zo’n workshop kunnen volgen, ja, dan vinden ze de bieb opeens wel weer interessant.”

Paul Broekhoff: ‘De bibliotheek, daar ontmoet je elkaar.’ Foto: DHC/Sebastiaan Boot

Meer interviews lezen? Dat kan. Neem een abonnement op DHC.

Bekijk meer van