Dansexperts over Kunstenplan: ‘Zwaard van Damocles hangt boven ons hoofd’
Terwijl de coronacrisis de cultuursector lamlegt, wachten de instellingen vol spanning op het advies voor subsidies vanaf 2021. Een gesprek met ‘groot’ en ‘klein’ in de danssector.
Voor kunstinstellingen is het niet alleen een dramatische, maar ook een spannende tijd. Het is vechten om te overleven, en lukt je dat, dan is het nog maar de vraag of en hoe veel subsidie je vanaf volgend jaar krijgt. Het advies voor het ‘Kunstenplan 2021-2024’ verschijnt op 24 april. In dat kader sprak Den Haag Centraal met Willemijn Maas van het Nederlands Dans Theater (NDT) en Lonneke van Leth, artistiek leider van Lonneke van Leth Dans.
“Ik vrees nog het meest voor de positie van middelgrote dansgroepen, in het land maar ook in het Haagse,” zegt Willemijn Maas vooruitblikkend op het Kunstenplan-in-wording. “Als zij het niet zouden redden, is dat een ramp voor de carrière en de ontwikkeling van dansers. Ook de doorstroming komt dan in gevaar. Daar komt nog bij dat het dansaanbod dan verschraalt. In het mantra van een te groot aanbod, geloof ik niet.”
Kunstenplan: Spannend wat Amare-partners krijgen
Zoals meestal liggen er meer aanvragen klaar dan geld. Maas: “Landelijk en plaatselijk is er overvraagd. Ik weet niet wat dat gaat betekenen. In ieder geval wordt het spannend voor onze partners binnen het samenwerkingsverband van theater Amare, het Residentie Orkest en de theaterorganisatie van Amare. En ook voor onszelf, want hier lopen de vaste kosten op. We betalen uit volgens de CAO. Tot nu toe krijgen we wel gecompenseerd, maar de kosten stijgen sneller dan de compensatie. Dat kan een acuut probleem worden. Er wordt ons verteld: ga dan minder vaak optreden. Maar dan heb je ook minder inkomsten.”
Lonneke van Leth probeert zoveel mogelijk volgens CAO Dans te betalen. “Maar als we een choreografie terughalen op het repertoire, dan kan ik de dansers enkel reiskosten uitbetalen. De inkomsten van het optreden de dag erna gaan vaak linea recta naar de dansers. Daar houden we als stichting niets aan over.”
Projectaanvraag kost veel energie
Ze hoopt dat straks niet alleen de giganten in Den Haag voortbestaan, maar vreest dat kleinere dansgroepen het kind van de rekening worden, en permanent verwezen worden naar de veel minder zekere ‘projectenpot’. “Een projectaanvraag kost steeds onnoemelijk veel energie en je weet van tevoren de uitkomst niet. Wat je bij diverse fondsen merkt is dat ze zeggen: ‘We hebben jullie al drie keer gesteund, nu even niet’.” Het is voor haar iedere vier jaar weer duimen. “We hebben het Zwaard van Damocles altijd boven ons hoofd. De vorige Kunstenplan-ronde werden we op het laatste nippertje gered. Je zou sowieso meer waardering en rust willen, al zeker als je weet wat we tot stand brengen.”
We hebben in Den Haag op dansgebied alles in huis.
Willemijn Maas voelt met haar mee: “Te vaak wordt er met dedain gesproken over kunst, alsof het een luxeproduct is. Anderzijds worden we geacht allerlei maatschappelijke problemen onder handen te nemen – al moet je je vanzelfsprekend tot maatschappelijke ontwikkelingen verhouden. Maar ik vind wel dat je moet bekijken hoe maatschappelijke taken passen bij de ‘core business’ van instellingen. Bovendien: Iedere vier jaar vaart de overheid weer een andere koers. Dat is ingewikkeld voor iedereen van ons.”
Kunstenplan: velen vissen in dezelfde vijver
Van Leth: “Eerder deden we van alles, van ‘community arts’ en locatieprojecten tot het integreren van beeldende kunst – vooral omdat we dat zelf leuk vinden. We zitten met veel vissers in dezelfde dansvijver en dus hebben we keuzes moeten maken. In 2019 hebben wij de keuze gemaakt om enkel nog voorstellingen voor de jeugd te maken, hopelijk met vier dansers die we drie dagen per week in huis kunnen hebben. We merken dat onze kracht lag en ligt, artistiek en financieel, in het bedienen van de jeugd. Er is bovendien een markt voor in het hele land. En in Den Haag zijn we het enige jeugddansgezelschap. Ik hoop dat dat gezien wordt.”
Voor de komende Kunstenplan-periode is de komst van theater Amare een belangrijk bestanddeel. Maas: “Daar hebben we samen een aantal dingen over opgeschreven. We willen een huis zijn voor heel Den Haag. Vooral is belangrijk wat we gaan doen met de zogeheten ‘front of house-programmering’, dat is de entreehal. Ook gaan we door met samenwerkingsverbanden in de stad, zoals met Korzo, talentontwikkelingstrajecten als de Summer Intensive, en educatieprojecten. En we hebben onlangs een nieuwe artistiek directeur in Emily Molnar.”
Goed om te herijken
“Dit is voor mij het eerste Kunstenplan,” vervolgt Maas, die juni 2019 is aangetreden. “Een cyclus van vier jaar vind je ook in de omroep en het onderwijs. Maar ik vind het goed om eens in de zo veel tijd de strategie te herijken. We plannen weliswaar ver vooruit, maar toch ben ik niet tegen de termijn van vier jaar. Wel moet er meer afstemming komen tussen rijk en stad, en vervelend is dat we aldoor gegevens moeten ophoesten waar maar weinig mee gedaan wordt. Belangrijker is het om na te denken waarop beoordeeld en waarop afgerekend wordt. Met andere woorden: heb je het als overheid dan wel over de juiste dingen?”
Te vaak wordt er met dedain gesproken over kunst, alsof het een luxeproduct is.
Lonneke van Leth heeft een origineel idee: “Waarom gaan we niet jaarlijks evalueren? Dan kan er goed worden bijgestuurd en hoeven we niet iedere vier jaar dit circus in.”
Van Leth is blij dat ze niet in de schoenen staat van de Adviescommissie. “Het lijkt me voor de leden vreselijk om te zien dat het budget voor kunst vrijwel hetzelfde blijft, terwijl er meer aanvragen liggen en er extra geld voor ‘fair pay’ nodig is. “We hebben in Den Haag op dansgebied alles in huis: van een internationaal dansgezelschap als NDT, het ‘makershuis’ van Korzo en allerlei dansgroepen daaromheen, tot een beroemde kunstvakopleiding. In combinatie met te weinig geldmiddelen moet dat ‘killing’ zijn.”
Druk door corona is groot
“We hebben tournees moeten afbreken, moeten afzeggen of ze zijn afgezegd,” vertelt Willemijn Maas van NDT – door de telefoon. “Onze dansers zitten thuis, voor dansers is dat rampzalig. Maar nog meer zorgen heb ik over hun mentale gesteldheid. We hebben veel jonge dansers uit het buitenland in onze gelederen. Hun ouders willen misschien dat ze naar huis komen. Gelukkig zitten er geen van onze dansers vast in het buitenland. Als bedrijf is het ook spannend. Er zijn instellingen, de kleinere kan ik me met name voorstellen, die het zwaarder hebben.”
Ook voor Lonneke van Leth, eveneens via de telefoon maar afzonderlijk van Maas, is de druk door corona groot: “Wij werken veelal met freelancers. Die zitten nu thuis. Het beetje salaris dat zij hadden is nu ook weggevaagd, 32 optredens zijn geannuleerd. De danslessen en workshops hebben we stopgezet, voor ons is dat een strop. Maar ik ben geen doemdenker. Het komt uiteindelijk altijd allemaal goed.”
Meer informatie: www.ndt.nl en www.lonnekevanleth.nl
Dit artikel is een aangepaste en gecorrigeerde versie van het stuk dat verscheen in DHC van 26 maart. Wilt u meer lezen over ‘de kunstenwedstrijd’? Koop dan op donderdag de krant Den Haag Centraal (DHC) bij een van de verkooppunten of neem nu een (proef)abonnement. U ontvangt DHC 10 weken voor slechts 10 euro.