Recensie: nieuwe roman Bart Chabot is licht én zwaar tegelijk
Bart Chabot is een meester op vele wapens. Met zijn zeer persoonlijke roman ‘Mijn vaders hand’ probeert het drukke ‘rotkind’ van vroeger zijn jeugdtrauma te verslaan.
Zo’n twintig jaar heeft hij al geen contact meer gehad met zijn vader, als hij van een verpleegster hoort dat de dementerende oude man het nog vaak over hem, ‘mijn zoon Bart’, heeft. Bart Chabot (Den Haag, 1954) besluit hem op te gaan zoeken. Maar op een dag treft hij bij toeval een rouwadvertentie aan in de krant. Gé Chabot is dood. ‘Het was er dus niet meer van gekomen, hem opzoeken, en het zou er niet meer van komen. Die kans was verkeken.’
Hoe dit allemaal heeft kunnen gebeuren, is het thema van Chabots laatste en zeer autobiografische roman, ‘Mijn vaders hand’. Achter die titel moeten we niet te veel zoeken: het gaat gewoon om die hand en dat was een harde. Ook de opvallende omslag, een ontwerp van Anton Corbijn, maakt dat duidelijk.
Voor wie denkt: weer een somber verhaal over een moeilijke jeugd, laat maar – snel een aanbeveling. Het is zware kost die met enige frivoliteit wordt opgediend. De typische Chabot-trekjes ontbreken niet; natuur en objecten ondersteunen de handeling soms als een soort personages. Dit boek is licht en zwaar tegelijk.
Bart Chabot vertelt vanuit ziekenhuisbed
Chabot vertelt het verhaal vanuit het ziekenhuisbed – hij is ‘ernstig ziek’, is het enige dat we daarover te weten komen – als een soort raamvertelling. De kleine Bart groeit op in het nog gedeeltelijk in puin liggende Bezuidenhout. Hij is een onderzoekend en vrij druk jongetje en moet het daarom thuis ontgelden. ‘Wat een rotkind is het toch,’ zegt zijn vader al op pagina 25.
Telkens is er weer iets wat de razende toorn van senior opwekt, van het onduidelijk opzeggen van de Oefening van Berouw (een gebed) tot voetballen in de gang. En het blijft niet bij een corrigerende tik. De jongen wordt geregeld afgeranseld.
Chabot maakt van zijn herinneringen een literaire belevenis en verwerkte hiermee hoogstwaarschijnlijk ook alsnog een trauma.
Van zijn moeder heeft hij weinig te verwachten; zij is niet in staat liefde te geven. ‘Mijn jeugd werd een slagveld,’ lezen we. En, aangrijpend: ‘Ik dwarrelde in stukjes en stukken uit elkaar en liet me langzaam opheffen.’ Soms wil hij ook zichzelf maar opheffen, maar een overwoekerde nis tussen de tuintjes achter het huis wordt zijn redding. Hier voelt hij zich veilig.
Wanhopige conrector
Het is niet verwonderlijk dat het ook op school niet goed gaat. Chabot beschrijft zijn ‘carrière’ op het Aloysius College (AC) humoristisch. De strenge rector Holleman heeft hij tegen, terwijl de wanhopige conrector pater Hoogma (‘Moeder Maria, wat moet ik met deze jongen?’) hem de hand boven het hoofd houdt. De tirannieke gymdocent Franssen en de norse economieleraar Palstra verschijnen in een bijrol (ik noem ze even voor de mede-oud-AC’ers onder de lezers). Chabot wordt uiteindelijk ‘verwijderd’ en overgedaan aan een grauwe mulo, maar wel met de toezegging dat hij later mag terugkeren. En zo zal het ook gaan.
Er zijn meer amusante aspecten. Chabot slaagt er goed in het saaie gezinsleven van rond 1960 tot leven te wekken. Het taalgebruik van de ouders maakt het nog authentieker, met termen als ‘mispunt’, ‘rund’ en ‘stuk verdriet’. En de archaïsche dreigementen ‘wee je gebeente’ en ‘…dan zwaait er wat’.
Het enige wat Chabot in dit boek nalaat, is een poging tot verklaring van zijn soms zeer extreme gedrag. Het fikkie stoken ín een garage, het openen van een giroafschrift van een leraar, het omtrekken van een steigerpaal die vervolgens op een auto valt – het is toch net van een andere categorie allemaal dan een bal door een ruit. Maar misschien is dat voer voor psychologen.
Nogal wat
Bart Chabot is een meester op vele wapens. Dichter, biograaf (van Herman Brood), performer – het is nogal wat. In 2015 debuteerde hij ook nog eens als romancier met ‘Triggerhappy’, een curieus en niet geheel geslaagd horrorverhaal over een enge chirurg. Heel veel suggestie en bijna magisch aandoende suspence, maar (te) weinig richting. Zijn tweede roman, de thriller ‘Easy Street’ (2016), is als spannend verhaal beter gelukt.
Maar ‘Mijn vaders hand’ stijgt boven die andere boeken uit. Chabot maakt van zijn herinneringen een literaire belevenis en verwerkte hiermee hoogstwaarschijnlijk ook alsnog een trauma. Het vergt naast schrijverschap ook moed om dat te kunnen.
Bart Chabot, Mijn vaders hand, Uitg. De Bezige Bij. Prijs: € 23 ,99.
Wilt u meer lezen over cultuur in de Haagse regio? Koop dan op donderdag de krant Den Haag Centraal (DHC) bij een van de verkooppunten of neem nu een (proef)abonnement. U ontvangt DHC 10 weken voor slechts 10 euro.