Interview met Bart, Sebastiaan én Splinter Chabot: ‘Schrijven begint met empathie’
Wat Bart Chabot niet van zíjn wrede vader leerde, leerde zijn zoons wel van hém: schrijven. “Sebas en Splinter hebben ieder in hun werk een heel eigen toon gevonden.” Drie zeer verbonden Haagse schrijvers, drie zeer persoonlijke romans. De Boekenweek kan beginnen.
De aanstaande Boekenweek wordt ingeluid met een historische literaire gebeurtenis: drie Haagse auteurs uit één gezin presenteren hun nieuwe roman, respectievelijk debuutroman. ‘Mijn vaders hand’ door Bart Chabot (vader, 65), ‘De slaap die geen uren kent’ door Sebastiaan Chabot (oudste zoon, 30) en ‘Confettiregen’ door Splinter Chabot (derde van de vier zoons, 23). Vader Bart zal deze vrijdag op het Boekenbal in Amsterdam acte de présence geven met, naast echtgenote en moeder Yolanda, twee debuterende zoons, allen passend gekleed door de Haagse couturier Peter George d’Angelino Tap.
Het gezegde ‘je kunt geen appels met peren vergelijken’ schiet hogelijk tekort als je een rijkgevulde fruitmand met maar liefst drie Chabots voorgezet krijgt en je de drie auteurs tezamen treft in hun tweede huiskamer in het Carlton Ambassador Hotel.
Een gesprek over drie boeken met drie auteurs die elkaar liefdevol laten voorgaan. Zo tref je het zelden.
Brood en Deelder
Freek de Jonge zei tegen Bart Chabot bij het in ontvangst nemen van het eerste exemplaar van ‘Mijn vaders hand’: ‘Je drie vaders zijn dood: Herman Brood, je eigen vader en Jules Deelder. De weg ligt open.’ In feite ging die weg al open toen Bart de twee genoemde ‘vaders’ Brood en Deelder leerde kennen. “Eigenlijk toen ik rock-’n-roll ontdekte, de muziek van de Stones en later de Sex Pistols: alles wat thuis niet in goede aarde viel. Ik heb iedere millimeter vrijheid bevochten en uiteindelijk alle schepen achter me verbrand. Gebroken met ouders en overige familie.”
‘Godallemachtig, het zal toch geen dichter wezen, hè?’ Getuige deze slotregel van het veel geciteerde gedicht ‘Op Scheveningen’ van Bart Chabot uit de bundel ‘Popcorn’ ontwaarde vader Gé – à contrecoeur – in 1958 bij zijn oudste zoon het dichters-gen.
Schrijven begint namelijk met empathie: je stelt niet jezelf centraal maar de wereld om je heen.
Aanzienlijk vreugdevoller analyseert Bart op zijn beurt de basis van het kunstenaarschap van zijn zoons. “Sebas en Splinter hebben ieder in hun werk een heel eigen toon gevonden. Sebas was nog een peuter toen hij uitriep: ‘Ik ook dicht! Wie komt eraan, wie komt eraan? Sebastiaan!’ Hij zag mij altijd met gedichten in de weer en wist, opgroeiend met rijmende sinterklaasverzen en Nijntje, niet anders dan dat een gedicht ritme en rijm behoeft. Voor zijn latere gedichten kon ik hem meegeven dat een dichter als een ambachtsman gebruik dient te maken van zijn gereedschappen. Als je niet weet hoe en wanneer je hamer, zaag en nijptang hanteert, krijg je nooit een mooie linnenkast.”
Column Bart Chabot
Sebastiaan schreef columns voor Culpepper aan het Zwarte Pad, waar hij vele zomers achtereen werkte, terwijl Bart een column had bij AD Haagsche Courant. Op zoek naar materiaal nam hij zijn jongens vaak mee naar het Promenade Hotel en Broodje van Dootje om ze te leren luisteren en kijken. Splinter en Sebastiaan knikken volmondig (heerlijke Madeleines op tafel) terwijl hun vader doceert: “Schrijven begint namelijk met empathie: je stelt niet jezelf centraal maar de wereld om je heen. Daar heb je een goed geoefend oog en oor voor nodig.”
In de zomer van 2017 lazen Bart en Yolanda een eerdere versie van het zojuist verschenen ‘De slaap die geen uren kent’. “Toen ik Sebas aan de telefoon kreeg, moest ik veel ontroering wegslikken voordat ik kon zeggen wat ik ervan vond. Met zeer sterke scènes bleek hij in staat een totaal andere levenswereld te scheppen dan die wij kennen, rond de kwesties schuld en hoe richt je het leven in?”
Heerlijk
Bart staat gedetailleerd stil bij een dramatisch hoofdstuk over de elektrische stoel en een steentje in een schoen ‘met de impact van Nick Cave’s song ‘The Mercy Seat’, totdat Sebastiaan hem vrolijk onderbreekt. “En nu Splinter!” Splinter protesteert: “Ik vind het heerlijk om iemand die zijn hele leven al schrijft zo vol liefde te horen vertellen over het schrijven. Niet over zijn eigen werk maar dat van zijn zoon, dat daardoor toch ook een beetje zijn werk is.”
Dit is het begin van het verhaal dat Vera de Jonckheere schreef over haar ontmoeting met Bart, Sebastiaan en Splinter Chabot. Wilt u het volledige verhaal lezen? Koop dan vanaf donderdag 5 maart de krant Den Haag Centraal (DHC) bij een van de verkooppunten of neem nu een (proef)abonnement. U ontvangt DHC 10 weken voor slechts 10 euro.