OM ziet fouten in vonnis De Mos en krabbelt nog niet terug
Het Openbaar Ministerie (OM) krabbelt nog niet terug in zaak-De Mos. Het ziet ‘onjuistheden en onterechte conclusies’ in het vonnis en acht een hoger beroep kansrijk.
Dit schrijft de officier van justitie in een toelichting op het besluit om voorlopig in hoger beroep te gaan tegen de vrijspraak van oud-wethouder Richard de Mos en zeven medeverdachten. Of het OM daadwerkelijk het vonnis gaat aanvechten, blijft de vraag: de aanklagers hebben meer tijd nodig voor hun definitieve besluit.
Het OM houdt vol dat het een sterke zaak heeft tegen drie politici van Hart voor Den Haag en vijf partijdonateurs, die in april werden vrijgesproken van corruptie. In het stuk somt de officier een lange lijst met kritiekpunten op. Dat de rechtbank de bal bij de politiek legt, is volgens het OM onterecht. ‘Bij de bestrijding van omkoping bij politieke partijen ligt het primaat bij het strafrecht, niet in de politieke arena.’
Het vonnis zet de deur open voor omkoping van ambtenaren
Ook zou de rechtbank een te hoge bewijslast voor omkoping hebben gehanteerd. ‘Voldoende is al wanneer de ambtenaar de gever een voorkeurspositie geeft,’ aldus de officier. Volgens haar zet het vonnis van de rechtbank ‘de deur open’ voor omkoping van ambtenaren met politieke invloed. Komt het tot een hoger beroep, dan zal het gerechtshof het vonnis vernietigen, meent het OM.
Formaliteit
Gezien de wettelijke termijn besloot het OM drie weken geleden hoger beroep aan te tekenen. Met dat besluit kocht het tijd om zich op het vervolg te beraden. Ook deze toelichting, die aan de advocaten van de vrijgesproken verdachten is gestuurd, is in zekere zin een formaliteit. Het OM moest haar beroep binnen twee weken onderbouwen.
Het OM had een onvoorwaardelijke celstraf van bijna twee jaar en een bestuursverbod geëist tegen De Mos. Maar van alle beschuldigingen van corruptie, omkoping, kiesfraude en criminele organisaties liet de Rotterdamse rechtbank een maand geleden niets heel. Alle acht verdachten werden vrijgesproken. Wanneer het OM de knoop doorhakt over een hoger beroep, blijft onduidelijk.