Gemeente frustreert DHC in onderzoek Legoland

De redactie van Den Haag Centraal houdt zich al langer intensief bezig met de omstreden ‘Lego-deal’ die de gemeente sloot met verschillende marktpartijen. En wordt daarbij flink tegengewerkt door het stadsbestuur, dat de Wet openbaarheid van bestuur op geheel eigen wijze toepast. Een kritische terugblik.

Door

Over het doel en de wenselijkheid van de onderneming bestaat geen verschil van mening. Niet in de gemeenteraad en niet tussen de gemeente en weekkrant Den Haag Centraal (DHC). Ja, de komst van het Legoland Discovery Centre naar de boulevard kan een waardevolle aanwinst zijn voor de badplaats Scheveningen.

De vraag is alleen of de (toenmalige) bestuurders Boudewijn Revis (VVD) en Karsten Klein (CDA) in hun enthousiasme niet te ver zijn gegaan en de betrokken marktpartijen niet te veel voordeeltjes hebben gegund. PvdA en HSP, tot voor kort collegepartijen, vonden in elk geval van wel. Daardoor dreigde vorig jaar een collegecrisis.

Ongeoorloofde overheidssteun

Den Haag Centraal-verslaggevers Mieke van Dixhoorn en Jeroen van Raalte hebben op basis van eigen onderzoek en van een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) verschillende keren over de ‘Lego-deal’ bericht. Uit een van de stukken bleek bijvoorbeeld dat hierbij hoogstwaarschijnlijk sprake is geweest van ongeoorloofde overheidssteun. Onthullend is het om te volgen hoe de gemeente Den Haag in deze zaak is omgegaan met die WOB.

De betrokken verslaggevers doen het ‘WOB-verzoek’ – ter verkrijging van alle relevante documenten en e-mails – op 5 april 2017. Het college van B en W neemt na zichzelf uitstel te hebben gegeven pas op 30 juni een besluit tot gedeeltelijke openbaarmaking van de Lego-documenten. De krant heeft zes weken om bezwaar te maken.

Maar dat besluit blijkt een lege huls. Er worden op die 30ste juni helemaal geen stukken openbaar gemaakt. Achter de schermen willen Revis en Klein namelijk eerst met de betrokken marktpartijen overleggen. Het gevolg is dat Van Dixhoorn en Van Raalte de vrijgegeven stukken pas op 28 juli krijgen. Dat wil zeggen dat op dat moment de gemeente al vier weken heeft opgeslokt van de termijn die DHC nog heeft om bezwaar te maken.

Bezwaarschrift over Legoland

De verslaggevers buigen zich vervolgens over de stukken om vast te stellen of er in hun ogen niet ten onrechte materiaal wordt achtergehouden. Dat blijkt het geval en daarom wordt op 1 september een bezwaarschrift ingediend. Ze gaan ervan uit dat zij daartoe nog de gelegenheid hebben, aangezien de gemeente zelf veel te laat was met het feitelijk openbaar maken van de stukken. Maar dat blijkt een misvatting. De juristen van de gemeente houden keihard vast aan de datum van het WOB-besluit, 30 juni. Besluit is besluit, of het ook wordt uitgevoerd telt kennelijk niet.

 

De conclusie van dit moeizame getouwtrek is dat de gemeente de krant flink heeft tegengewerkt.
Herman Rosenberg (Hoofdredacteur DHC)

 

Op de zitting van de Adviescommissie bezwaarschriften op 8 januari 2018 – ja de gemeentelijke molens malen traag – blijkt dat ook de commissie kritisch is over het handelen van B en W. Zij wil bijvoorbeeld weten wat er dan in die vier weken tussen het ‘lege-huls-besluit’ en de feitelijke openbaarmaking is gebeurd. Uit een latere mededeling van B en W blijkt dat, op grond van nader overleg met de Lego-partners, naast ander materiaal nog eens 68 documenten geheim zijn gehouden.

De Adviescommissie vindt dat B en W hier buiten hun boekje zijn gegaan. Kennelijk, stelt zij vast, is er dus na het ‘lege-huls-besluit’ een tweede beslismoment geweest. B en W hadden daarom, zo overweegt de commissie, in juli ‘een nieuw besluit’ moeten nemen. In dat geval was ook het bezwaarschrift van DHC op tijd geweest.

Slachtoffer

Zoals het wel vaker gaat in dit soort procedures, legt de geest van de wet het af tegen de letter, met de openbaarheid als slachtoffer. De bezwaarcommissie oordeelt op 5 februari 2018 dat ondanks het ‘te algemeen geformuleerde’ collegebesluit van 30 juni 2017 en het feit dat de verstrekking van de stukken ‘lang op zich heeft laten wachten’, het bezwaarschrift van DHC ‘niet ontvankelijk’ is.

Te laat is te laat. We schrijven dan dus 5 februari.

Anderhalve maand later, op 19 april, nemen B en W een besluit waarin zij uiteraard het ‘niet-ontvankelijk’-advies overnemen. Tegelijk verwijst het college de kritiek, die de commissie immers ook heeft, naar de prullenbak met een simpele ontkenning: ‘Noch uit de stukken noch uit het bezwaar en noch uit het besluit blijkt dat niet alle stukken openbaar zijn gemaakt conform onze beslissing van 30 juni 2017.’ We hebben al vastgesteld dat dit niet klopt.

 

De Legoland-deal: hoe zat het ook alweer?

Een reconstructie

 

De conclusie van dit moeizame getouwtrek is dat de gemeente de krant flink heeft tegengewerkt. Terwijl DHC keihard aan een geminimaliseerde bezwaartermijn werd gehouden, kende het college van B en W zich keer op keer het recht toe zelf termijnen te overschrijden en bovendien op een geheel eigen manier om te gaan met de wet.

Wij blijven het Lego-dossier volgen en zullen als we dat nodig achten opnieuw een beroep doen op de Wet openbaarheid van bestuur.

Standaardportret
Bekijk meer van