Boekhoudtruc kan Legoland op losse schroeven zetten
De Legoland-deal die de gemeenteraad precies een jaar geleden goedkeurde, mag boekhoudkundig niet. Daardoor ontstaat een gat van een paar miljoen euro op de begroting.
Wethouders Boudewijn Revis (VVD, stadsontwikkeling) en Karsten Klein (CDA, economie) hadden er veel voor over om het Legoland Discovery Centre binnen te halen. Om de kinderattractie kloppend te krijgen op papier, maakten ze gebruik van een boekhoudkundige truc. Daardoor hoeft de gemeente simpel gezegd niet af te schrijven op het gebouw waarin Legoland komt. Maar deze constructie deugt niet, blijkt uit onlangs gepubliceerde richtlijnen van de Commissie BBV, die de boekhoudregels voor gemeenten opstelt.
De constatering is behalve een financiële domper ook een politieke tegenslag voor wethouders Revis en Klein. Als compromis om de relaties met andere wethouders te herstellen die averij hadden opgelopen door de Legoland-crisis, werd de omstreden financieringsconstructie doorgespeeld naar de Commissie BBV. Die zou bepalen of het Haagse gegoochel met cijfers is toegestaan.
Wat is het probleem? Op kosten van de gemeente wordt op de boulevard een kelder voor het Legoland Discovery Centre gebouwd, die vervolgens in erfpacht wordt uitgegeven aan een derde partij. Normaal dient een gemeente de waarde van het gebouw op de balans te zetten en ieder jaar de waardevermindering mee te nemen in de begroting (afschrijven). Die kostenpost ontbreekt nu op de Haagse balans. Dat is geen fatsoenlijke manier van boekhouden, stelt de Commissie BBV na onderzoek vast. Concreet houdt dat een begrotingstekort van een paar miljoen euro in, uitgesmeerd over veertig jaar.
Hoewel deze nieuwe richtlijnen al op 20 december zijn gepubliceerd, lijken ze het stadhuis stilletjes te zijn gepasseerd. Dit terwijl het college van B en W zich uitdrukkelijk heeft ‘gecommitteerd’ aan veranderende regelgeving vanuit de Commissie BBV. Naar verluidt staat de kwestie volgende week dinsdag op de agenda van het college, pas nadat intern navraag is gedaan.
Miljoenen meer
Mede dankzij de boekhoudkundige truc konden de wethouders Revis en Klein de Legoland-financiering als een aanlokkelijk plan presenteren. Vorig jaar stemde de gemeenteraad in met een project dat onder de streep een kleine half miljoen euro zou kosten. Maar was er volgens de boekhoudregels van de BBV gewerkt, dan had de raad akkoord moeten gaan met een investering van miljoenen meer. Gezien de geringe marge waarmee Legoland door de raad kwam en de vele vragen die er waren, lijkt het onwaarschijnlijk dat het plan het dan had gehaald. Door de financiële component van de kwestie komt nu ook wethouder Tom de Bruijn (D66, financiën) in het gedrang.
Dat de financieringsconstructie moet worden aangepast, staat vast. Maar hoe, is nog onduidelijk. In het ingrijpendste geval moet er een nieuw voorstel naar de raad, wat de Legoland-deal op losse schroeven zou zetten. Waarschijnlijker is dat het gat wordt weggepoetst in de begroting van het toekomstige college. Ook de vraag of hier sprake is van ongeoorloofde staatssteun doemt andermaal op.
“We hebben altijd al gezegd dat deze constructie niet deugt,” reageert PvdA-raadslid Bülent Aydin. “De publicatie van de Commissie BBV ondersteunt onze vermoedens.” Hij hekelt het feit dat het college vorig jaar niet de tijd wilde nemen om de boekhoudkundige truc te laten onderzoeken. “Achteraf lijkt het raadsvoorstel niet te kloppen. Als dat zo is, hebben de wethouders Revis, Klein en De Bruijn een probleem.”
HSP-fractievoorzitter Peter Bos is geschrokken. “De consequenties zijn me nog niet duidelijk, maar het Legoland-verhaal krijgt een nieuwe staart. We moeten kijken hoe we dit gaan oplossen, maar er is wel stront aan de knikker.” De wethouders zelf willen nog niet ingaan op de kwestie. “Er is nog geen collegestandpunt,” reageert De Bruijn via zijn woordvoerder.
| Foto: DHC
Wilt u meer lezen over Legoland? Neem dan een abonnement op DHC.