Erasmusveld: Groene proeftuin van bouwend Den Haag
Een woning vergroenen, daar draait een bouwer zijn hand niet voor om. Maar een hele wijk duurzaam opleveren, dat is andere koek. In Erasmusveld zijn de bakens flink verzet en wordt de toekomst ingehaald. Dit is een van de projecten die wordt uitgelicht in de nieuwbouwspecial van DHC, die 12 april als bijlage bij de krant zat.
Het is alweer tien jaar geleden dat het masterplan Erasmusveld met veel rumoer gepresenteerd werd. In het gebied tussen de Erasmusweg en de Noordweg stond iets bijzonders te gebeuren. Erasmusveld zou de duurzaamste wijk van Nederland worden. Maar een paar weken later stonden alle seinen alweer op rood. De financiële crisis stak de kop. De bakens werden verzet, alles moest over een andere boeg. De gemeente verkocht de gronden aan vijf projectontwikkelaars.
Met het aantrekken van de economie staan de bouwers te trappelen om ook in Erasmusveld aan de slag te gaan. Maar de hoge ambities om te verduurzamen zijn overeind gebleven, vertelt Gijs Slagmolen, de projectleider van de gemeente Den Haag die de ontwikkeling van Erasmusveld doet. “Maar ja, hoe doe je dat, een duurzame wijk bouwen? Om dat scherp te krijgen, hebben we de afgelopen jaren een heel intensief traject gevolgd met de ontwikkelaars. Ook de volkstuincomplexen, sportverenigingen en bewoners in het gebied hebben we erbij betrokken.”
Vruchtbaar
De aanpak bleek vruchtbaar, het enthousiasme aanstekelijk. De ontwikkelaars hebben verklaard hun grenzen te verkennen om Erasmusveld op de ‘groene kaart’ te zetten. De eerste horde is alvast genomen, vertelt Slagmolen. De projectontwikkelaars slagen erin om hun woningen in Erasmusveld straks ‘gasloos’ op te leveren. “Het was even wennen voor de ontwikkelaars, want zo eenvoudig is gasloos nou ook weer niet. Het begint ermee dat je de woningen heel goed isoleert. Dan heb je weinig energie nodig om het binnen behaaglijk te krijgen.”
We gaan kijken of we lantaarnpalen kunnen neerzetten die reageren op beweging.
Het op temperatuur brengen van de woning gebeurt door zogenaamde warmte-koudeopslag. Met deze inmiddels beproefde methode worden buizen enkele tientallen meters onder de woning de grond ingeslagen. De daar opgeslagen zomerwarmte wordt in de winter gebruikt om de woning te verwarmen, en andersom koelt het water uit de ‘winteropslag’ de vloer op warme zomerdagen.
Het tweede wapen in de energievoorziening bevindt zich aan de andere kant van de woning: het dak. Dat komt – als het mogelijk is – vol te staan met zonnepanelen. Omdat het totale dakoppervlak onvoldoende is om de hele wijk te voorzien van elektriciteit, hebben de ingenieurs een list verzonnen, vertelt Slagmolen. “We gaan proberen energie met elkaar te delen. De mogelijkheid daarvoor ligt om de hoek. Vlak buiten de wijk liggen een paar sportcomplexen met enorme daken. Die kunnen prima dienstdoen als energiefabriekjes. Sportclubs zijn maar een paar uur in de week actief. Het overschot aan elektriciteit kan via een slim energienetwerk naar Erasmusveld. Zo kan je van elkaar profiteren.”
Autodelen in Erasmusveld
Ook in de elektriciteit wordt buiten de kaders gedacht. Erasmusveld zet sterk in op de elektrische auto. “We zijn nu al aan het kijken of je slimmer met oplaadpunten kan werken, bijvoorbeeld door die te koppelen aan buurtbatterijen, of aan de energiefabriekjes buiten de wijk,” vertelt Slagmolen.
“Een auto die rijdt op zonne-energie, dat is wel het droomscenario. Op dit moment krijg je dat misschien nog niet voor de volle honderd procent voor elkaar. Maar de technologie gaat snel. Daarom gaan we in ieder geval de mogelijkheid daarvoor borgen in de openbare ruimte, door alvast plek te reserveren voor iets als een buurtbatterij.”
Het aantal parkeerplaatsen blijft beperkt, om het groene karakter van de wijk te waarborgen, en om in te spelen op het scenario dat particulier autobezit afneemt. Het autodelen krijgt meteen al een prominente plek in de buurt en wordt gestimuleerd. Ook wordt ingezet op een eigen tramhalte voor Erasmusveld.
Slagmolen: “We willen minder parkeerplaatsen, maar hoe we dat invullen, daarin zijn we flexibel. Het bezoek kan zijn auto wel iets verderop parkeren, op een half verhard veldje, weggewerkt achter het groen. Een van de ontwikkelaars heeft het parkeren zelfs helemaal uit het straatbeeld gekregen; de auto’s staan in een garage op de begane grond van het appartementencomplex. Een hele mooie oplossing, die je niet vaak ziet.”
Diep doorgedacht
Op het thema water hebben de planmakers diep doorgedacht. Na alle brainstormsessies was duidelijk dat Erasmusveld ‘klimaatadaptief’ moet worden. Dat betekent dat de wijk bestand moet zijn tegen de veranderingen in het klimaat: zeer heftige regenbuien afgewisseld door periodes van grote droogte. Een manier om dat te bereiken is door de afvoer van het relatief schone regenwater los te koppelen van het riool; het regenwater wordt op een slimme manier afgevoerd naar sloten en plassen in de wijk.
Een tweede grote ingreep is het voornemen om de openbare ruimte zo min mogelijk te verharden. Waar het maar kan, worden asfalt, steen en klinkers vervangen door groen en water, legt Slagmolen uit. “Groen en water hebben twee voordelen. Op een warme zomerdag voorkom je het bakplaateffect, zorgt het voor verkoeling.
Andersom is het zo dat het water bij piekbelasting makkelijk in de bodem wegzakt. Daar heb je allerlei technieken in, met wadi-achtige structuren. We zijn met het hoogheemraadschap in overleg hoe we dat precies uitwerken. Erasmusveld als klimaatadaptieve wijk is echt vernieuwend.”
Ecologisch lint
De klimaatadaptieve ambities hebben de ontwerpers ertoe gebracht om – met het nodige pas- en meetwerk – een ecologisch lint aan te leggen. Dit natuurgebiedje met veel water en groen slingert dwars door de wijk en rijgt en passant de vijf verschillende woonbuurten als een ketting aaneen.
De stadsecoloog heeft een plan gemaakt met inheemse planten en bomen. De bewoners kunnen straks een wandelingetje maken langs de waterkant. Daar beginnen de ambities een beetje te botsen, zegt de projectleider. “Je wilt verlichting voor de veiligheid. Maar aan de andere kant moet je het donker houden voor de dieren die er leven. Daar hebben we wat op verzonnen. We gaan kijken of we lantaarnpalen kunnen neerzetten die reageren op beweging.”
De projectleider somt nog tal van duurzame weetjes op over Erasmusveld. Zoals het plan om lantaarnpalen ‘off grid’ neer te zetten, oftewel los van elektrische bedrading, werkend op zonne-energie. Of het plan om schelpenasfalt te gebruiken voor de paden, omdat dit materiaal duurzamer is dan andere wegbestrating.
Ook over afvalverwerking wordt al nagedacht. Maar Slagmolen vindt vooral het vijfde hoofdthema van Erasmusveld uniek: de community development. “Ofwel: hoe kan je daar samenleven, wat kan je samen doen, op een duurzame manier? De deelauto ligt natuurlijk voor de hand. Maar we zijn in Erasmusveld veel verder gegaan, met tiny houses en de stadsakker op het braakliggende bouwterrein. Dat zijn projecten die doorwerken in de nieuwbouw, op de nieuwe bewoners.”
In gesprek
Heel apart is dat de projectontwikkelaars in gesprek zijn met de kopers over de openbare ruimte, waar extra ruimte is gereserveerd voor voorzieningen voor de buurt. Slagmolen: “Wat willen de bewoners daar, hoe moet die eruit zien? Waar is behoefte aan? Wil men een schuur, voor de opslag van gereedschap? Of een plek voor de buurt om te barbecueën, een buurtkas om groente te verbouwen? Een aantal ontwikkelaars gaat daarin nog verder: die bouwen samen met de kopers gemeenschappelijke ruimtes in hun complex. Dat is echt vernieuwend. Veel duurzamer kan je niet zijn.”