Op safari in Haagse duinen: ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt’
Leeuwen spotten in het Krugerpark zit er deze zomer niet in. Gelukkig herbergt Den Haag genoeg wildlife voor wie goed kijkt. “Er zijn ochtenden dat ik overal reeën tegenkom.”
“Daar, een vos!” Door zijn verrekijker tuurt Vincent van der Spek over de Harstenhoek, de vlakte in duingebied Meijendel waar de vissers vroeger hun netten repareerden. Iets links van een stoïcijnse galloway (groot rund) steken twee vossenoren boven het gras uit. Met het blote oog is de oranje vacht nauwelijks te zien. Maar de Haagse ecoloog Van der Spek is een door de wol geverfde spotter, hij weet waar hij kijken moet. “Ik maak geregeld mee dat mensen hier langsfietsen, terwijl op een heuveltop honderd meter verderop een ree staat. En niemand die het ziet.” Hij haalt een oude wijsheid van Johan Cruijff aan: “Je gaat het pas zien als je het doorhebt.”
De Afrikaanse safariparken, de Amazone, de regenwouden van Borneo – de befaamde bestemmingen om dieren in het wild te zien, zijn vanwege de pandemie onbereikbaar. Maar de liefhebber kan het ook dicht bij huis zoeken, gewoon in eigen stad. Van der Spek (43) is een van de vele Hagenaars die wekelijks de stadsnatuur in trekken, vooral de duinen. “Veel mensen weten niet wat er hier allemaal te zien is,” vertelt hij tijdens een winderig rondje Meijendel. Hij werpt een blik achterom, waar de huizen en hoogbouw zich aftekenen boven de Harstenhoek. “Scheveningen ligt vlakbij en hier kom je al allerlei dieren tegen. Wat dat betreft, hebben wij Hagenaars echt geluk.”
Reeën in Meijendel
Beroepshalve is ecoloog Van der Spek veel in de weer met de natuur, maar ook in zijn vrije tijd gaat hij het liefst eropuit. Een greep uit de diersoorten die hij in Den Haag tegenkomt: reeën, vossen, wezels, konijnen, vleermuizen, zeehonden, vlinders en vogels, heel veel vogels. Voor Van der Spek, vogelaar sinds zijn zesde, een dierentuin die nooit verveelt. “Er zijn ochtenden dat ik op vijf verschillende plekken in Meijendel reeën tegenkom.”
[Tekst gaat verder onder de foto’s]
Hij stuit op soorten die zich hier vroeger niet lieten zien. Zoals de boommarter, voorheen alleen in Oost-Nederland, en de slechtvalk, het snelste dier op aarde. Bij de watertoren zet Van der Spek zijn verrekijker op. Slechtvalken hebben zich genesteld in het dak. “Ze zijn niet thuis,” stelt hij vast. “In mijn jeugd was het heel wat als je een slechtvalk zag. Nu horen ze er gewoon bij.”
Ook de leek kan zijn geluk beproeven in de Haagse natuur. “Om dieren te zien, moet je naar buiten. Vooral ’s ochtends, als het rustig is. Het is een open deur, maar toch: als je vaker gaat, zie je meer. Waarnemen moet je trainen.” Dat begint al in eigen tuin, zegt hij. Leer het verenpak en het gezang van bijvoorbeeld de winterkoning en de heggenmus herkennen. “Vogels kijken doe je met je oren. Als je de twintig meest voorkomende soorten onder de knie hebt, is dat een goede basis.”
Dus verrekijker mee en vogelboekje op zak, of gewoon je smartphone. Want tegenwoordig helpen apps als ObsIdentity met het herkennen. Aan de voet van een duin laat Van der Spek zien hoe het werkt. Met zijn telefoon maakt hij een foto van een geel plantje. Kleverige ogentroost, zegt de app. “Dit is dus een hartstikke zeldzaam plantje en het groeit hier overal.”
Vossen
Opeens snelt een silhouet over het fietspad. Het is een jonge vos. Met een draf alsof hij de bus moet halen, steekt hij de weg over, om vervolgens te verdwijnen in de duinbegroeiing. Ze zijn talrijk, de vossen in Meijendel, en hebben het duinleven danig op z’n kop gezet, vertelt Van der Spek. Ooit uitgeroeid in de middeleeuwen keerden de vossen vanaf de jaren zeventig terug in het duingebied. “Vandaar dat meeuwen tegenwoordig hun nesten bouwen in de stad en niet in het zand. De vossen eten hun eieren op.”
We hopen in Estland een beer te zien. Die ontbreekt nog in Den Haag.
Van der Spek pakt zijn telefoon erbij. In een handomdraai registreert hij via een app (ObsMapp) de vos die zojuist langskwam. De melding verschijnt even later op Waarneming.nl, een website waar eenieder gespotte dieren en planten kan melden. De aantallen op de website zijn duizelingwekkend. Van der Spek alleen al registreerde zestienduizend waarnemingen. “En dan laat ik de meest voorkomende soorten nog weg,” lacht hij.
Vanaf de top van de Prinsenberg zien we de gierzwaluwen scheren boven de plassen. Later dit jaar zullen ze vertrekken naar zuidelijk Afrika – zíj wel. Eigenlijk zou Van der Spek deze zomer de beroemde natuurparken van Californië bezoeken. Het is een hutje in Estland geworden, samen met zijn zoon. “We hopen een beer te zien.” Die ontbreekt nog in Den Haag.
Wilt u meer weten over de krant Den Haag Centraal? Klik dan hier voor alle verkooppunten. U kunt ook een (proef)abonnement nemen. U ontvangt de krant 10 weken voor slechts 10 euro.