Columniste Wendy Hendriksen geeft tips & tricks voor circulair tuinieren

‘Van wieg tot wieg’ is het devies, in het Engels ‘cradle to cradle’ (C2C) genoemd. Het houdt in dat we onze manier van produceren veranderen. We maken niet langer dingen die ooit weggegooid of gerecycled moeten worden. Upcyclen is beter, op een gegeven moment bestaat er dan niet eens afval meer. Je kunt vandaag al meedoen: met je balkon en je tuin.

Door

Water

In een tuin is het best makkelijk om vanuit de C2C-gedachte te werken. Als je water uit de natuur in plaats van kraanwater gebruikt om je planten happy te maken, ben je al goed bezig. Er is immers genoeg regen op te vangen!

Kruiden

Een kruidentuintje is ook heel erg C2C en is zo aangelegd. Nooit meer paniek wanneer een recept om 20 gram basilicum vraagt en er geen huisgenoot in de buurt is om naar de supermarkt te hollen. Trouwens ook zonde toch, die plastic verpakking die eromheen zit? Tijm, bieslook, dille, salie, laurier, basilicum of welke soort dan ook groeit bijna als vanzelf, en je zit nooit meer zonder.

Producten en planten 

Je hoeft in je C2C-tuin heus niet op een stapel ouwe pallets te zitten, omdat iets anders niet zou ‘mogen’. In een duurzame tuin zijn de loungesets van larikshout en de banken en ligbedden van leem, hout of andere herbruikbare materialen als baksteen, staal, glas, klei, zand, grind, natuursteen en corten staal. Stuk voor stuk natuurproducten die nooit vergaan en upcyclebaar zijn. En mooi bovendien!

Voor je terrassen en looppaden kun je gravier d’or gebruiken, een zand- en okerkleurige halfverharding, maar ook natuursteen, baksteen, corten staal, breuksteen, grauwacke split of hout. Als erfafscheiding zijn er groene hagen, met klimop begroeide betonmatten, kokosmatten, rietmatten of heidematten, naast ook hier weer beton, hout, corten staal en baksteen. In de borders zet je prairiebeplanting en als je ervan houdt om de bodem bedekt te hebben, gebruik je daarvoor kokossnippers, boomschors of kleine lavasteentjes.

Die prairiebeplanting, dat zijn overigens gewone planten, maar dan wel de juiste plant op de juiste plaats. We vinden het tot nu toe veel te normaal dat er ieder jaar weer van alles doodgaat in de tuin en we nieuwe planten moeten kopen, terwijl de overgebleven soorten als een malle woekeren. De sterkste overwint en daarmee accepteren we dat de tuin een continu slagveld zou moeten zijn. De C2C-tuin is het tegendeel. Zet de juiste planten bij elkaar en je krijgt een uiterst stabiel systeem dat moeiteloos zowel langdurige droogte als te veel regen kan doorstaan, met nauwelijks onderhoud.

Wadi

Je hebt al een regenton, en toch, als het even kan, maak je ook een wadi. Een Water Afvoer Door Infiltratie is niets anders dan een met grassen begroeide ondiepe kuil of greppel. Onder die grassen bevindt zich een grondlaag met een open structuur waar regenwater doorheen loopt en daaronder ligt een pakket grind, lavasteen of gebakken kleikorrels. Het water zakt langzaam in de kuil en kan daar opgespaard worden. Het wordt daarna weer langzaam afgegeven aan de bodem.

Vaak wordt gedacht dat een wadi een soort moerasje is, maar in de praktijk staat de wadi na een flinke regenbui binnen 24 uur weer droog. Hij fungeert als een spons, maar is méér dan een wateropvangsysteem. Het is, samen met groene daken, een oplossing voor de steeds nijpender wordende rioolbelasting na een bui en tevens een paradijsje voor amfibieën, vlinders en insecten.

Compost

Een C2C-tuin begint feitelijk waar iedere tuin mee begint: verse compost. Die kun je kopen, maar zelf maken is makkelijk, en je bent gelijk je groenafval kwijt. In de compostbak gooi je wat de dag je brengt: schillen, eierschalen, kontjes ongekookte groenten, grasmaaisel, verlepte bloemen, as uit de open haard, koffieprut, keutels van het konijn en sla die over de datum is: variatie is het sleutelwoord.

Por iedere twee maanden de hoop overhoop en gooi er eventueel een beetje compostversneller bij, maar weet dat het maken van compost sowieso zes tot twaalf maanden duurt. Je beloning is een naar bosgrond ruikende massa die je rond je struiken en planten strooit, waar ze nog beter van gaan groeien. De overtreffende trap van een compostbak is de wormenbak, een bak vol beestjes die we normaal gesproken het liefst buiten de deur houden.

De speciale wormen – geen gewone regenwormen – maken een reukloos percolaat dat rijk is aan voedingsstoffen, plus een wormencompost. Wat zeg ik: een wormencompostkaviaar; het wordt namelijk het zwarte goud genoemd. De vijftig tot honderd rode wormen die je daarvoor nodig hebt, zijn in een speciaalzaak te koop. Soms komt er dus ietsje meer bij kijken, bij duurzaam tuinieren, maar meestal is het best eenvoudig: cradle to cradle!

Door Wendy Hendriksen

Wendy Hendriksen schrijft wekelijks haar column ‘stadsgroen’ in de krant Den Haag Centraal. Meer lezen? Koop DHC in de winkel (kijk hier voor de verkooppunten) of neem een (proef)abonnement.  

 

 

 

 

 

Standaardportret
Bekijk meer van