‘Den Haag laat tonnen cultuurgeld liggen’
Door verkeerde zuinigheid van de gemeente profiteren Haagse culturele instellingen onvoldoende van de beschikbare rijkssteun. Er blijven tonnen subsidiegeld liggen.
Dat zeggen de directeuren van belangrijke theaters en musea. “Den Haag is de enige grote stad die er niet in slaagt met een volwassen regeling te komen. Het is ongelofelijk,” zegt Benno Tempel, directeur van het Kunstmuseum. “De gemeente zou moeten inzetten op maximale steun en dat gebeurt nu niet,” bevestigt Jan Zoet, directeur van het Zuiderstrandtheater. “Er blijft rijksgeld liggen en dat is bitter,” zegt ook Géke Roelink, directeur van het Filmhuis Den Haag, al is zij wel tevreden met de uitkomst voor haar bedrijf (drie ton steun). De andere Haagse instellingen die in aanmerking komen voor subsidiegeld van het rijks zijn Escher in het Paleis, het Museon en het Paard.
Kern van de kritiek is dat wethouder Robert van Asten (D66, cultuur) te weinig geld beschikbaar stelt voor de ‘matching’ van bedragen die het rijk heeft vrijgemaakt. Minister Ingrid van Engelshoven stelde in mei 48,5 miljoen euro ter beschikking voor noodsteun aan gemeentelijke culturele instellingen in het hele land. Voorwaarde is dat, als de minister een bedrag toekent, de betrokken gemeente dat verdubbelt.
Spaargeld
Van Engelshoven hanteert bij de berekening van de bijdrages de stelregel dat een instelling zelf een kwart van haar reserves moet inzetten. Maar Den Haag eist in principe dat een museum of theater de helft van zijn spaargeld opsoupeert. Dat leidt er volgens Tempel toe dat Haagse instellingen dubbel op achterstand worden gezet: ze krijgen minder geld én ze teren zwaar in op hun eigen vermogen.
Het Kunstmuseum loopt door de Haagse rekenkunde zes ton mis, rekent Tempel voor. “Wij verwachten dit jaar een tekort van 1,8 miljoen. Van de gemeente moeten we ruim één miljoen uit onze reserve halen. Dan resteert acht ton en die worden dan door rijk en gemeente gedeeld. We hadden dus zes ton meer kunnen krijgen, waarvan dus drie van het rijk,” aldus de museumdirecteur.
De gemeente zou moeten inzetten op maximale steun en dat gebeurt nu niet.
Peter de Haan, directeur van het Museon, nuanceert de kritiek van Tempel enigszins. “Voor het Museon komt de rekensom niet slecht uit. Wij krijgen ongeveer twee keer tweeënhalve ton. Voor iedereen pakt het weer anders uit. Maar ik ben het met Benno Tempel eens dat het verkeerd is om te veel in te teren op je reserves. Dit jaar kunnen we het nog uitzingen, maar wat gebeurt er volgend jaar? Als we dan nog altijd minder bezoekers mogen binnenlaten, raken we ernstig in de problemen.” Die vrees leeft bij alle directeuren. Géke Roelink (Filmhuis): “We draaien nu met een zaalbezetting van achttien procent. Als de ‘anderhalve meter’ volgend jaar ook nog geldt, wordt het heel zorgelijk.”
‘Niet strenger’
In reactie op de kritiek laat Van Asten via zijn woordvoerder weten dat de gemeente andere berekeningen maakt dan het rijk. “Daardoor ontstaat de indruk dat wij strenger zijn dan het rijk, terwijl dat in sommige gevallen helemaal niet zo is.” Van Asten bestrijdt verder dat alle instellingen de helft van hun reserves moeten inzetten. Als ze te weinig eigen geld hebben, zoals het Filmhuis en het Paard, hoeven ze dat niet te doen. “We blijven met iedereen in gesprek om hulp op maat te bieden,” aldus de woordvoerder. Tegelijk wijst zij erop dat er voor ‘financiële steun aan de cultuursector of aan andere zwaar getroffen sectoren’ voorlopig maar weinig budget is.
De Haagse Stadspartij, die de kritiek van de cultuursector deelt, poogde eind juni al het college van B en W op andere gedachten te brengen. In een motie riep fractievoorzitter Joris Wijsmuller op bij de instellingen niet meer dan een kwart van hun reserve op te eisen. De motie werd verworpen. “Ten onrechte,” zegt Wijsmuller. “Instellingen zonder reserve zullen snel omvallen en dan moet de gemeente alsnog bijspringen.”
De redactie van Den Haag Centraal biedt u dit artikel uit de krant van donderdag 9 juli gratis aan. Meer Haags nieuws lezen? Onze verkooppunten vindt u hier. Of bekijk de mogelijkheden van een (proef)abonnement op de krant en meldt u zich aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief.