Frans restaurant Villa Coucou wil Den Haag een nieuwe Michelin-ster geven (foto’s)
Fransman Jonathan Rongeau was jarenlang topmanager, maar kon in Den Haag hooguit als afwasser aan de slag. Nu opent hij in de stad van zijn geliefde Villa Coucou. Een exclusief restaurant waar Tampat Senang ten onder ging.
Er staat Den Haag iets moois te wachten: het voormalige Indonesische restaurant Tampat Senang aan de Laan van Meerdervoort wordt omgetoverd tot Villa CouCou. Een swingende, kosmopolitische zaak met een exclusief Frans restaurant, een cocktailbar, een tearoom, een wijnkelder met twee jeu-de-boulesbanen en een enorme tuin. Hierin staan cipressen en olijfbomen die speciaal uit Italië zijn overgekomen. “Getting this garden finished was a hell of a job,” vertelt eigenaar Jonathan Rongeau met een Franse tongval. “Maar ze staan.”
De Fransman, die jarenlang manager was van exclusieve zaken in Londen, Dubai en Philadelphia, kwam naar Den Haag voor zijn geliefde. Het eerste wat hem opviel, was hoe ontspannen mensen hier zijn. “In Londen is alles druk. Ik was daar gewend snel te lopen. Dat deed ik aanvankelijk hier ook, totdat ik na een paar dagen tegen mezelf zei: waarom eigenlijk? Niemand loopt hier zo hard. De kwaliteit van het leven is beter. Londen is ook leuk, maar je leven daar draait om werk en eten. Alles buiten de deur. Elke dag. De uitgaanscene is compleet anders. Daar kleed je je fancy: pak, jurkje. Ik vond dat leven heerlijk, maar mijn vriendin miste na een paar jaar haar familie.”
Zich uitdossen doet hij niet meer sinds hij in Nederland is. “I look like an idiot, dacht ik toen ik met een pak een restaurant binnenliep. Dat is ook wel jammer, hoor.”
Ondanks het tekort aan goed horecapersoneel werd de in Marseille geboren Rongeau in Den Haag niet bepaald met open armen ontvangen. “Ik had het prima gevonden om aan de slag te gaan als ober of pizzaiolo. Ik hoefde niet per se meteen weer een leidinggevende functie.” Maar de meeste hotels en restaurants reageerden hetzelfde: te hoog gekwalificeerd. Al was er ook een hotelmanager in Scheveningen die zei: ‘Je spreekt geen Nederlands, dus het enige wat ik je kan aanbieden, is een plek in de keuken. Als afwasser.’
Philippe Galerne
Totaal gedesillusioneerd door alle afwijzingen wilde Rongeau na twee maanden al bijna weer het vliegtuig terug pakken. Totdat hij op een dag langs de populaire bakker Philippe Galerne aan de Aert van der Goesstraat liep. Zijn vriendin zag hem naar binnen kijken. “Je gaat toch niet hier solliciteren, hè?”, vroeg ze verbaasd. “Je kunt helemaal geen brood bakken.”
Dat is mijn doel: Den Haag een nieuwe Michelin-ster geven.
Maar Rongeau reageerde laconiek. “Mijn oom was bakker, hoe moeilijk kan het zijn?” Hij belde met de eigenaar en die zag wel wat in zijn landgenoot. Rongeau grinnikt. “In het verleden evalueerde ik wat er misging in een restaurant en was ik na een halfjaar weer vertrokken. Bij Philippe heb ik het tien maanden uitgehouden. Tien maanden, dat is echt een record. Ik heb er veel geleerd, maar elke ochtend om drie uur opstaan brak me op. Bovendien wilde ik een eigen restaurant.”
Leuk natuurlijk, zo’n droom, maar hoe doe je dat als je geen tonnen op de bank hebt staan? Het toch proberen. Rondjes lopen door de stad, kijken wat er te huur staat. Rongeau bezocht het pand van Tampat Senang en was verkocht. “Van wie is dit pand?, vroeg ik de makelaar. Die noemde een naam: Rob Brinkel. “Ik kende de man natuurlijk niet. Later begreep ik dat hij een invloedrijke vastgoedondernemer is. Dat hij in jullie Quote 500 stond.”
Beetje gek
Wat de makelaar ook zei: ‘Brinkel is geen gemakkelijke man.’ Gelukkig is Rongeau een beetje gek, of beter gezegd ‘coucou’, misschien ook daarom die naam van zijn restaurant. Hij bleef het kantoor van Brinkel bellen. Nadat hij eindelijk een gesprek had gearrangeerd, beschreef de Fransman met veel bombarie zijn droomscenario. Brinkel, nauwelijks onder de indruk, reageerde kort: ‘Wat is je plan?’ Toen Rongeau vertelde hoeveel muren hij wilde slopen, zei Brinkel alleen: ‘Oké.’ En stapte op zonder een woord te zeggen. Rongeau: “Ik bleef daar alleen achter, maar dacht: ik wil dit, ik blijf hem gewoon stalken.”
Nu ging de Fransman dagelijks langs bij het kantoor van Brinkel, dat niet ver van Villa CouCou verwijderd zit. ‘Je kunt niet elke dag aanbellen,’ reageerde Brinkel geïrriteerd. De schouders van Rongeau gaan op en neer van het lachen. “Die man werd helemaal gek van me.”
Elke ochtend om drie uur opstaan brak me op. Bovendien wilde ik een eigen restaurant.
Maar gaandeweg begon Brinkel toch iets te zien in de volhardende Fransman. “Misschien deed ik hem aan hemzelf denken. Hij is ooit als autowasser begonnen. Hij zag welke dromen ik had en hielp me aan een contact: Bas van den Nieuwenhuijzen, kleinzoon van Gerrit van der Valk, inderdaad: de bekende leider van het familiebedrijf Van der Valk.” Van den Nieuwenhuijzen, die samen met zijn broer Bob en zijn neef Martien Heinrichs de investeringsmaatschappij GR8 Investments runt, heeft tevens een eigen hotelketen. Het doorzettingsvermogen en de energie van Rongeau moeten Van den Nieuwenhuijzen hebben aangesproken. En misschien helpt het feit dat ze beiden in de dertig zijn ook wel mee. In elk geval: nadat Van den Nieuwenhuijzen wilde investeren, werd Brinkel ook enthousiaster. Rongeau: “Hij vindt het nu zo’n mooi project dat hij tijdens zijn vakantie even heen en weer is gevlogen om te kijken hoe het ervoor staat.”
Beste koks in Villa Coucou
Alleen de beste Franse koks krijgen in Villa CouCou een plek in keuken. Chef-kok Alexandre Martiano kent Rongeau uit de tijd dat hij in St. Tropez werkte. “Iedereen die hier staat, heeft in een sterrenrestaurant gewerkt. En dat is ook mijn doel: Den Haag een nieuwe Michelin-ster geven.”
Villa CouCou, Laan van Meerdervoort 6. Open vanaf maandag 23 september. Meer informatie: www.villacoucou.com
Dit is een verkorte versie van het verhaal dat verscheen in de krant van 05 september 2019. Wilt u meer lezen of meer weten over DHC? Kijk hier voor een (proef)abonnement en meldt u zich hier aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Wilt u meer video’s zien? Neem dan een kijkje op ons YouTube-account.