Hard gelag voor Haagse winkeliers: ‘Dit is een potentiële nekslag’

Winkeliers zien het somber in nu ze vlak voor kerst vijf weken dicht moeten. In de Fahrenheitstraat durft niet iedereen te zeggen of ze er volgende maand nog zijn. “Onze spaarpot zit er al bijna helemaal in.”

Door en

Storm voor de stilte, zo laat de Fahrenheitstraat op maandagmiddag zich omschrijven. Het is een drukte van jewelste bij de winkels in de Bomenbuurt. Enkele uren nadat de lockdown is aangekondigd staan overal rijen. Voor de drogist, de speelgoedwinkel, de kaasboer, de slijterij, ja zelfs de dierenwinkel. De verse bloemen die de bloemist uit zijn bestelbus laadt, gaan weg voor de helft van de prijs.

Vijf weken dicht, en ook nog in de vette kerstweken. Voor de winkeliers is het een hard gelag. Sinds dinsdag blijven alle ‘niet-essentiële’ winkels gesloten. Er gelden behoorlijk wat uitzonderingen, maar onder meer de boekhandel, parfumerie, kapper en modezaak kunnen tot 19 januari geen klandizie ontvangen.

 

Van helemaal nul kunnen we de huur niet betalen
Frank Pannekeet (Alazaza)

 

“Dit is een potentiële nekslag,” zegt Frank Pannekeet (60) in het kantoor van zijn badmode- en lingeriezaak Alazaza. “Tijdens de semi-lockdown hadden we nog iets aan omzet, maar van helemaal nul kunnen we de huur niet betalen.” Op een huurkorting rekent hij niet. “In het voorjaar was die genereus. Maar de verwachting is dat we die niet nóg een keer krijgen.”

De schade was al groot, rekent Pannekeet voor. Op het dieptepunt, de maand april, draaide Alazaza 80 procent minder omzet. Overheidssteun biedt ‘een stukje soelaas’, maar op personeel en vaste lasten moeten hij en zijn compagnon alsnog een flinke duit toeleggen. “Onze spaarpot zit er al voor 90 procent in.”

Behelpen voor winkeliers

Tot dusver konden de winkels openblijven, anders dan in bijvoorbeeld België. Dat neemt niet weg: sinds maart is het voor menig winkelier behelpen. Branchevereniging INretail peilde dat Haagse winkels begin oktober de helft minder bezoek ontvingen dan een jaar eerder. De omzet lag 32 procent lager.

 

Ik heb zelfs auto’s gewassen
Michael Juten (Anne & Max)

 

De Fahrenheitstraat kan tegen een stootje. Geen winkelpand staat leeg (op een kroeg na), ondernemingen staan te popelen om zich hier te vestigen.

Maar de stemming in de straat is nerveus, vertelt Michael Juten van lunchroom Anne & Max. Zeker onder horecaondernemers, zoals hijzelf. “Dit jaar zullen we 25 van de 52 weken dicht zijn geweest,” schetst hij. Met een takeaway-loket, bingo’s en pubquizzen houdt hij de zaak en zichzelf in leven. “Ik heb zelfs auto’s gewassen.”

Protestbord

‘Binnenkort te huur’, staat op het roze makelaarsbord op het raam. Niet echt natuurlijk, het betreft een protestactie van horecaondernemers. Maar veel klandizie hadden dat niet door, vertelt Juten. “Mensen stonden hier met tranen in de ogen.”

Met de borden roept de horeca op om meer overheidssteun. “Mensen denken dat we veel geld krijgen, maar dat is niet zo. Zodra je een beetje omzet draait, neemt de steun snel af.” Sterker nog, Juten moet 20.000 euro terugbetalen aan de fiscus omdat hij te ‘weinig’ personeelskosten heeft gemaakt.

 

Het zijn de kleine ondernemers die het écht zwaar hebben
Frank Pannekeet, Alazaza

 

Deze maandag kreeg Juten opnieuw een tegenslag. Een bestelling voor een zakelijke lunch is afgeblazen na het lockdown-nieuws. Met gemengde gevoelens kijkt hij naar de rij voor de speelgoedwinkel aan de overkant. “Intertoys heeft een goede webwinkel. Dat ze in de rij staan voor de bloemist of kaasboer begrijp ik, maar dit. Mensen zijn te veel bezig met hun eigenbelang.”

Hamsteren

Voor de derde dag op rij waarschuwt de gemeente maandag dat het te druk is in de binnenstad. Afgelopen weekend werd al druk gehamsterd. In de Fahrenheitstraat staan ook rijen voor winkels die mogen openblijven. Maar ja, dat was die middag nog onzeker.

Van de webwinkel kan modezaak Alazaza niet leven, vertelt Pannekeet. “Onze website is goed voor twee procent van de omzet. Lingerie moet je passen.” Of hij straks weer opengaat? Pannekeet durft het niet te zeggen. “We moeten kijken of we het kunnen volhouden. De grote ketens redden zich wel, verwacht ik. Het zijn de kleine ondernemers die het écht zwaar hebben.”

Donderdag verschijnt een uitgebreidere reportage in Den Haag Centraal. Interesse in Haagse verhalen? Overweeg een (proef)abonnement of meldt u zich aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief

Standaardportret
Bekijk meer van