Taxibedrijf Bolt bindt strijd aan met Uber

Het jonge taxibedrijf Bolt rijdt sinds deze maand in Den Haag. Met lage prijzen, hogere vergoedingen voor chauffeurs en goede service wil het op den duur de grootste taxiservice van de stad worden.

Door

Lagere tarieven dan de reguliere taxi en een app die passagier en chauffeur aan elkaar koppelt: dat komt bekend voor. De strategie van Bolt, opgericht in 2013 door de toen 19-jarige Est Markus Villig, lijkt veel op die van concurrent Uber. Maar er zijn belangrijke verschillen, benadrukt Lars Speekenbrink, country manager Nederland bij Bolt. “Een chauffeur staat bij ons 15 procent commissie af, waar dat bij Uber 25 procent is. Daarnaast willen we goede relaties onderhouden met onze chauffeurs en ons onderscheiden met goede service.”

In 2013 beleefde Bolt, destijds genaamd Taxify, al een korte vuurdoop op de Nederlandse taximarkt. Na een korte pilot bleek de meeste potentie om te groeien op dat moment echter te liggen in Oost-Europa en Afrika. In juli 2020 maakte het bedrijf de terugkeer naar Nederland, om te beginnen in Amsterdam en Haarlem.

“Wanneer we een stad of land lanceren, stappen we in voor de lange termijn,” legt Speekenbrink uit. “We hoeven niet per se snelle groei: we stoppen niet zomaar een klap geld in een markt, maar kiezen ervoor om beetje bij beetje te investeren, om uiteindelijk een service te worden waar mensen op kunnen bouwen.”

Grote vraag

Lage prijzen moeten klanten er in eerste instantie van overtuigen om via Bolt een taxi te bestellen. Bolt hanteert weliswaar marktprijzen, maar in de niet-piekuren ligt de prijs 10 procent lager. In verhouding tot traditionele taxibedrijven, die hogere prijzen hanteren, denkt Bolt op termijn meer ritten aan chauffeurs te kunnen bieden, waardoor taxichauffeurs toch meer omzet maken. “De prijs is natuurlijk belangrijk, maar het is niet de enige doorslaggevende factor,” zegt Speekenbrink.

 

De klant wil een aantrekkelijke prijs, een chauffeur heeft inkomsten nodig en moet voor je willen rijden.
Lars Speekenbrink (country manager)

 

“We lokaliseren per stad en land, wat wil zeggen dat we aansluiten op de specifieke behoeften. In Nederland ligt daarom de focus sterk op klantenservice, dat vinden mensen hier belangrijk. En omdat de meeste Nederlanders niet echt een creditcard gebruiken, kun je bij ons pinnen aan het einde van een rit. Daarvoor ligt echt een grote vraag.”

Bolt wil gestaag groeien

Met lagere ritprijzen en een hoger percentage naar de chauffeurs rijst de vraag hoe Bolt winstgevend kan zijn. Concurrent Uber maakt immers al jaren enorme verliezen en ook traditionele taxibedrijven hebben het al tijden moeilijk, nog los van de coronacrisis. Het antwoord schuilt in efficiënter werken dan de concurrentie, zegt Speekenbrink. “We zijn actief in veertig landen en tweehonderd steden, maar hebben wereldwijd slechts vijftienhonderd mensen in dienst. In Nederland zijn we met z’n drieën. De processen en producten waarmee we werken, zijn overal uit te rollen. Zolang je het goed neerzet, is het gewoonweg niet nodig om heel veel mensen aan te nemen.”

Zo hoopt Bolt langzaam te kunnen groeien in Den Haag en op den duur in heel Nederland. “Uiteindelijk gaat het om balans,” zegt Speekenbrink. “De klant wil een aantrekkelijke prijs, een chauffeur heeft inkomsten nodig en moet voor je willen rijden. Zo denken wij voldoende omzet te halen en een goed alternatief te kunnen bieden. Onze technologie zit als het ware op hetzelfde niveau als andere taxi-apps, dus moeten we ons met andere zaken onderscheiden.”

Wennen

Salah (23) is sinds vier jaar werkzaam als taxichauffeur in Den Haag. Toen hij nog voor een centrale reed, verdiende hij over het algemeen beter, maar toch is hij niet ontevreden over de verschillende nieuwere taxiplatformen. “Bij Bolt houd ik inderdaad iets meer over, maar verder is het aan het einde van de rit voor mij weinig verschil met Uber,” zegt Salah, die niet met zijn achternaam in de krant wil. “Alleen de technologie is even wennen.” Al met al is meer concurrentie misschien wel goed, denkt Salah. “Wie weet, kan dat het voor chauffeurs weer wat aantrekkelijker maken en kunnen we op den duur ook weer wat meer verdienen.”

Onze redactie biedt u dit artikel van journalist Jelle van der Meulen uit de papieren krant van donderdag 08 april 2021 gratis aan. Wilt u meer Haags nieuws lezen? Overweeg een (proef)abonnement op Den Haag Centraal. U ontvangt de krant 10 weken voor slechts 10 euro. Voor 90 euro per jaar kunt u DHC ook digitaal lezen.

Standaardportret
Bekijk meer van