Haagse hockeyclub HDS bestaat 90 jaar: de aanhouder wint

De Haagse hockeyclub HDS bestaat deze maand 90 jaar. Een lange geschiedenis die ook gevoelige hoofdstukken kent over het dreigende verval van een deftige sport.

Door

Sportpark Madestein is al bijna 50 jaar de thuishaven van HDS, een grote hockeyclub met ongeveer 1200 leden in de clubkleuren donkerblauw en paars. Vier kunstgrasvelden zijn amper voldoende om de grote hoeveelheid jeugd en senioren te herbergen. De vereniging vierde op zaterdag 13 mei haar 90-jarig bestaan, alle reden om in de geschiedenis te duiken. Ook omdat daardoor een gevoelig stukje sportgeschiedenis blootgelegd wordt.

Het begint als het Nederlands elftal op de Olympische Spelen van 1928 de zilveren medaille behaalt. Van de Indiërs met hun magische sticks hebben we verloren, maar dat maakt niet uit voor de duizenden scholieren die een ‘nieuwe’ sport gaan ontdekken. Op vele lycea ontstaan schoolelftallen die tegen elkaar vriendschappelijke wedstrijden spelen; het Haagsch Lyceum heeft zich al eerder aangesloten bij de reguliere competitie. Op de Haagse Detailhandel School (HDS), die huist bij het kruispunt van de Valeriusstraat en het Stadhoudersplein (nu Stadhoudersplantsoen) gaan jongelui ook hockeyen. Dat gebouw bestaat niet meer vanwege de aanleg van de Atlantikwall.

Gerard Lieffering

Hockey-enthousiast Gerard Lieffering doorloopt die HDS. Bij de gedachte dat hij na zijn eindexamen zijn vriendenteam niet meer zal zien, wordt het hem droef te moede. Hij besluit een handgeschreven poster op te hangen: wie wil er meedoen met de oprichting van een echte club? Op 13 mei 1933 komen de oprichters samen bij Lieffering thuis. Ze moeten een naam kiezen en het lijkt ze wel aardig om de beginletter van de school te handhaven: het wordt Houdt Dapper Stand. Nu nog een veld zoeken. Het komt goed uit dat het Esso-concern een eigen sportvereniging heeft die speelt tussen de Buurtweg en renbaan Duindigt in, met tennisbanen en een voetbalveld. Daar kan de club terecht. Een jaar later schuift de club door naar een vrijgekomen voetbalveld op Groenendaal.

 

De grote Haagse clubs als HOC (het huidige HGC), HHIJC en TOGO hebben het recht om nieuwkomers te weigeren. HDS is de dupe.

 

Na een paar jaar in een onderling competitietje meegespeeld te hebben vindt het bestuur de tijd rijp om zich aan te sluiten bij de nationale competitie. Maar er duikt een groot probleem op. De club komt niet door de ballotage! Het systeem is in die jaren niet bepaald democratisch te noemen. De grote Haagse clubs als HOC (het huidige HGC), HHIJC en TOGO hebben het recht om nieuwkomers te weigeren. HDS is de dupe. Alleen HDM, dat op Houtrust resideert, is gematigd voor. Wat is er aan de hand? Op welke grond weigert men HDS? Om die vraag te beantwoorden moeten we nog verder terug in de tijd en moeten we overstappen naar de voetbalsport.

In het begin van de 20ste eeuw wordt de voetbalsport voornamelijk beoefent door ‘gentlemen’: studenten, adellijke lieden en vermogende renteniers. Het spel wordt zodanig populair dat er overal ook arbeidersclubs ontstaan. Waar de gentlemen hard spel betitelen als ‘mannelijk’, wordt deze zelfde speelwijze toegepast door voetballers van een arbeidersclub ‘gemeen’ gevonden. Beide groepering plegen elkaar dan ook te bespotten, in en buiten het veld. Dit zint de vele leden van de traditieverenigingen in het land niet. In Den Haag steken vooraanstaande clubs als HVV, HBS en Quick de koppen bij elkaar, net als in andere steden. Is het wellicht tijd voor een gescheiden competitie?

Corinthians

In 1921 begint J.G. Pater in Den Haag met een maandblad voor de Nederlandsche Corinthians, genoemd naar een Londense voorbeeldclub van gentlemen. Zijn redactie huist op de Segbroeklaan 59. Een jaar later richt men formeel de vereniging De Nederlandsche Corinthian op, die in het begin zo’n veertig leden telt met vooraanstaande sportbestuurders als Pim Mulier en Karel Lotsy. De doelstelling is de ‘hoge waarden’ van het zuivere amateurisme te bewaken alsook het bevorderen van de ‘onderlinge aanraking’ tussen de oudere sportverenigingen en het opbouwend werken aan een goede sportgemeenschap. Dit gedachtegoed zal nog vele decennia in grote lijnen het denken van de vaderlandse sportbestuurders beheersen. Het blad wordt na een jaar een weekblad en dient tevens als orgaan voor diverse sportbonden.

 

Na eerst een paar jaar op de Roggewoning te hebben vertoefd, keert de club na de oorlog terug op Groenendaal, met een eigen clubhuisje en al.

 

Ook de hockeybond heeft zich aangesloten. Met name het bestuur van de HOC houdt nadrukkelijk vast aan de Corinthian-gedachte. Zo neemt men stelling tegen de verwording van de hockeysport, die niet te populair moet worden, omdat gewaakt moet worden tegen clubs ‘die het beschavingspeil van de gevestigde hockeyclubs dreigen aan te tasten’. En dan komt Gerard Lieffering eraan met zijn club waarvan niemand een universitaire graad heeft behaald. Ordinaire loonslaven die in het weekeinde wild met een stick zwaaien. Die willen we er niet bij hebben.

Waalsdorp

In 1936 wordt het sportcomplex van Klein Zwitserland geopend. HHIJC en TOGO verhuizen daarheen. Hun velden op Waalsdorp komen vrij en HDS mag verhuizen naar die betere accommodatie. Dat levert een gemengd gevoel op, want het zijn wel de velden van de clubs die HDS nog steeds belemmeren toe te treden. Lieffering zoekt steun bij andere belangrijke clubs in het land zoals de Amsterdamse H&BC. Die vinden dat arrogante gedoe in Den Haag onzin. Dankzij hun bemiddeling kan HDS in 1937 dan eindelijk deelnemen aan de reguliere competitie. Een gênante affaire in de Haagse hockeywereld is afgerond. In datzelfde jaar heft J.G. Pater zijn vereniging De Corinthian op. Toeval?

HDS moet nog wel een paar keer verkassen. Na eerst een paar jaar op de Roggewoning te hebben vertoefd, keert de club na de oorlog terug op Groenendaal, met een eigen clubhuisje en al. In 1974 wordt HDS een prachtig complex aan de andere kant van Den Haag aangeboden. Omdat de meeste leden toch al uit Zuidwest kwamen, reageert de Algemene Ledenvergadering positief.

 

Oud-premier Ruud Lubbers was aanwezig bij een hockeywedstrijd waarin zijn dochter meespeelde.

 

HDS is een belangrijk onderdeel van de Haagse hockeycultuur geworden en hoort er helemaal bij. Een team van Haagse Tweede Kamerleden speelt er graag een gezelligheidswedstrijd tegen HDS-veteranen. De strubbelingen van veertig jaar daarvoor zijn al lang vergeten, zoals het hoort. Maar als er een team tegen KZ, HDM of HGC speelt, zijn de hockeyers toch extra gemotiveerd om het potje binnen te slepen, zoals het hoort.

HDS in Land van Lubbers

De dames van HDS speelden in 2016 eenmalig in de tenues uit de jaren tachtig voor de opnames van de televisieserie ‘Land van Lubbers’. Oud-premier Ruud Lubbers was destijds aanwezig bij een hockeywedstrijd waarin zijn dochter meespeelde. Deze scene werd in Madestein opgenomen.

Onze redactie biedt dit verhaal uit de Den Haag Centraal (DHC) van donderdag 25 mei 2023 gratis aan. Wilt u meer Haags nieuws lezen? Koop dan de papieren editie van de krant Den Haag Centraal. Klik hier voor alle verkooppunten. U kunt ook een (proef)abonnement nemen. U ontvangt DHC 10 weken voor slechts 10 euro.

Standaardportret
Bekijk meer van