Roofvogels verpesten hobby Haagse duivenmelkers

Haagse duivenmelkers zien hun hobby bedreigd door de grote aanwas van roofvogels. Menigeen is gestopt, na de zoveelste dode sierduif. “Dit is de doodsteek voor de duivensport.”

Door

“Kom maar, kom maar.” In de til op het dak van zijn huis spreekt Karel de Groot zijn vogeltjes liefkozend toe. In de kooitjes pronken de kropduiven met hun dikke verenkraag op hun borst, als edellieden aan het hof. Al sinds zijn achtste is De Groot in de weer met deze siervogels.

“Het is een verslaving,” grijnst hij. Dan laat hij een paar duivinnen en doffers vrij boven de daken van het Laakkwartier, waar ze scheren langs dakpannen en zonnepanelen. Maar niet voordat De Groot de lucht heeft afgespeurd naar roofvogels. “In de afgelopen jaren zijn elf van mijn duiven gepakt,” sombert hij. “Als een duif die je van jongs af aan hebt opgevoed in de klauwen van een slechtvalk hangt, laat je wel een traantje.”

De duiventilsport is een typisch Haags fenomeen. Al sinds de late 19de eeuw houden liefhebbers kropduiven, vooral in arbeiderswijken. Ze richten de siervogels af om duiven van andere hobbyisten naar hun til te lokken. Een seksspelletje, in feite. Maar sinds een paar jaar zien de duivenmelkers hun hobby bedreigd door de aanwas van roofvogels in de regio. Vooral de vliegensvlugge slechtvalk, tien jaar geleden bijna uitgestorven in Nederland, is hun kwelgeest. Met een hartenkreet schreef De Groot onlangs Unesco aan, aangezien de Haagse tilduivensport geldt als immaterieel erfgoed.

Nestkasten

“Dit is de doodsteek voor de duivensport.” In zijn bekende duivenwinkel De Zwarte Vogel, tegenwoordig op bedrijventerrein Zichtenburg gevestigd, is Charles de Zwart gedecideerd. Op zijn hoofd een stofmasker, want De Zwart heeft het aan zijn longen van al het duivenstof. “Kijk.” In zijn hand houdt hij een stapeltje vogelringen, gevonden op het dak van de brandweerkazerne. In één ringetje klemt nog een duivenpootje. “In drie jaar tijd ben ik hier een veertigtal duiven kwijtgeraakt aan de roofvogels.”

 

In de afgelopen jaren zijn elf van mijn duiven gepakt.
Karel de Groot

 

De slechtvalken neemt hij niets kwalijk. Zijn onvrede richt zich op de broedkasten die vogelaars in kerktorens hebben geplaatst, waarvan de valken dankbaar gebruikmaken. “Je ken ’t de vogel niet kwalijk nemen,” stelt hij. “Maar laat de natuur op z’n beloop en ga die niet beïnvloeden door overal broedkasten te plaatsen. In de natuur hebben die vogels niet zo’n comfortabel nest. Ik heb nog nooit een slechtvalk met een hamer en spijkers gezien.”

Duivenmelkers gaan eigen maatregelen nemen

De Haagse tilduivenbond Ons Belang probeert de politiek te bewegen om nestkasten te verbieden, vertelt voorzitter Jerry van Toor. “Er is geen vergunningplicht, waardoor iedereen nestkasten kan plaatsen. Hoe mooi die vogels ook zijn, we moeten ze niet gaan faciliteren in de bewoonde stad.” Het lobbywerk van Ons Belang vindt vooralsnog geen gehoor, betreurt hij. “Er zijn duivenmelkers die straks zelf maatregelen gaan nemen. In de duivenwereld wordt daarover al volop gespeculeerd. Met alle gevolgen van dien.”

Meer lezen? De volledige reportage staat in DHC van donderdag 25 april 2019. Heeft u al een DHC-proefabonnement geprobeerd? U ontvangt tien kranten voor tien euro. Klik hier voor meer informatie.

Standaardportret
Bekijk meer van