Jan Pronk (VVD) stopt: ‘Ik wilde een onafhankelijk raadslid zijn’
In sneltreinvaart werd Jan Pronk (VVD) een prominent Haags raadslid. Toen VVD-leider Boudewijn Revis vertrok, werd hij zelfs genoemd als mogelijke opvolger. Maar de Scheveninger vertrekt na vier jaar alweer uit de lokale politiek.
Het was tijdens de kerstdagen, een jaar vóór de laatste gemeenteraadsverkiezingen, dat Jan Pronk (36) samen met zijn beste vriend besloot om lid te worden van de Haagse VVD. Tijdens een wandeling over het Haagse strand vertelt hij: “We maakten ons allebei echt zorgen over bepaalde ontwikkelingen in de stad. Den Haag slibt dicht. Aan de groei van de stad en de bevolking zit een grens. Daar hadden we het vaak en lang over. Je krijgt dan in je omgeving te horen: doe er eens wat mee. We zagen toen kansen: met de opkomst van Groep de Mos lagen er mogelijkheden om het roer écht om te gooien op het gebied van wonen en integratie.”
Pronk schopte het meteen tot raadslid. “De VVD is een geoliede machine.” Het werden bijzondere jaren waarin zijn gedroomde coalitie werkelijkheid werd en weer viel, de burgemeester vertrok en er nieuwe collegeonderhandelingen nodig waren, hij vervolgens zelf een collegecrisis veroorzaakte door een omstreden PVV-motie te steunen, en ook nog eens de partijleider vertrok. Nu de volgende verkiezingen zich aandienen, trekt ‘het rechtse geweten’ van de lokale VVD zich terug.
U werd genoemd als mogelijke nieuwe lijsttrekker van de VVD. Waarom stopt u?
Jan Pronk: “Ik wil geen beroepspoliticus zijn. Ik dacht toen ik begon: als ik dit doe, moet ik het onafhankelijk doen. Dat betekent: niet afhankelijk worden van de partij voor een volgend plekje op de lijst, een wethouderschap, of een overstap naar de landelijke politiek. Natuurlijk mag je ambitie hebben, die heb ik ook. Maar als ik per se wethouder wil worden, zou ik dan nog tegen Anne (Mulder, VVD-wethouder en lijsttrekker, red.) of Kavita (VVD-wethouder, red.) zeggen: ‘Dit doe je niet goed, dat gaan we anders doen.’?”
Hoe gaat u dat tegen?
“Het is denk ik goed om elke ronde weer fris bloed in de Haagse politiek te brengen. Mensen die niet bang zijn om scherp het college te controleren. Dat was voor de VVD misschien ook even wennen. Maar mijn credo is: ik controleer mijn eigen wethouder niet als laatst maar als eerst. Als er kritiek is, ben ik de eerste die het uit. Dat doe ik omdat de besluitvorming daar beter van wordt. Natuurlijk ben ik ook constructief: ik wil samen werken aan hoe het beter kan. Maar het is gezond om dualisme te hebben in de gemeenteraad en niet alles vast te timmeren in oppositie – coalitie.”
Hoe werd er binnen de partij gereageerd toen u kritiek had op uw eigen wethouder? Bijvoorbeeld bij de CID-bouwplannen?
“Ik denk dat de VVD dit zocht. We zaten in een spiraal naar beneden; meerdere verkiezingen achter elkaar verloren en de vorige partijleider (Boudewijn Revis, red.) en de partijvoorzitster wilden de partij vernieuwen. Je moet weten wat er in de wijken speelt en dat was de VVD een beetje kwijt. Dus ze hebben gezocht naar mensen van buiten, uit de natuurlijke achterban. Daar was ik een voorbeeld van, maar ook Judith Oudshoorn (VVD-raadslid en ondernemer, red.). Ik denk dat het goed is dat ook binnen de VVD over de volle flank wordt bediscussieerd of iets goed beleid is en niet omdat een wethouder of partijleider zegt dat het zo is en dat de rest maar volgt. Die dynamiek is echt veranderd. Dat is soms spannend. Maar uiteindelijk wilde iedereen het en uiteindelijk ziet iedereen ook dat het zo beter is. Dus de partij moet dat vasthouden de komende jaren. Het moet normaler worden om dit vier jaar te doen, dat zal zorgen voor een betere afspiegeling van de stad in de raad.”
Maar gooit u dan niet veel ervaring weg?
“Zeker, niet iedereen moet wisselen na vier jaar. Je hebt een gezonde mix nodig. Uiteindelijk is politiek een vak. Het is heel lastig om bestuurder te worden zonder dat je ooit politiek in de praktijk hebt meegemaakt. Maar het is óók heel lastig om bestuurder te worden als je nooit een andere organisatie dan de politiek vanbinnen hebt gezien en je geen inhoudelijke kennis hebt van het terrein waarop je bestuurder wordt. Je hebt allebei nodig. Nu kiezen we vaak voor mensen die politiek geen risico zijn.”
En als we vooruitkijken naar de lijst voor de komende verkiezingen?
“Waar je in ieder geval voor moet zorgen, is dat je breder rekruteert dan alleen de beleidsmedewerkers, persoonlijk medewerkers, woordvoerders, assistenten en de partijleden die al heel lang rondlopen en beloond worden omdat ze zich zo hard inzetten en veel flyeren. De partijtijgers. Je moet breder kijken dan dat!”
Wie nomineert u?
“Alexander Roep (eigenaar van eetcafé Lokaal Duinoord, red.). Weer eens wat anders, niet zo’n saaie bestuurskundige zoals ikzelf. Hij is een ondernemer die meer dan alleen voor zichzelf is opgekomen in de coronatijd. Een fris gezicht, een onafhankelijk denker, zegt waar het op staat, buitengewoon interessant.”
Wat gaat u doen?
“Ik werk met veel plezier bij de Universiteit Leiden en daar ga ik mee door. Ik zal met heel veel aandacht de Haagse politiek blijven volgen. Ja, politiek is hobby en dat blijft het voorlopig.”
Gaat u campagne voeren?
“Tuurlijk! Ik vind dat Anne het als wethouder ontzettend goed doet. Het is een integere man, met verstand van zaken, stabiel, die ook echt wil samenwerken met de raad en bereid is om te luisteren. De VVD is wel echt mijn club geworden – lokaal.”
Zien we u ooit terug in de politiek? Als wethouder?
“Misschien, dat zou kunnen. Maar in ieder geval niet de volgende ronde. Ik heb er lang over nagedacht en het is verleidelijk. Toch: het besluit om het nu niet te doen, is echt genomen.”
Dit interview uit de krant van donderdag 30 september 2021 wordt u gratis aangeboden. Wilt u lezen over de Haagse gemeenteraadspolitiek? Neem dan een abonnement op de krant Den Haag Centraal.