En weg zijn de politici. Redden ondernemers het zonder Binnenhof?

Als vandaag het zomerreces aanvangt, verdwijnen de politici zeker vijf jaar van het Binnenhof. Nog altijd weten de ondernemers niet hoe ze voor omzetverlies worden gecompenseerd.

Door

“Heb jij een plekje voor me?” Tussen fotograferende toeristen, zigzaggende fietsers, rollende camera’s en met paperassen slepende politici staat de ijscokar van Moes Pekdemir. Moes is een begrip, al decennialang behoort hij tot het vaste meubilair van het Binnenhof. Maar nu het complex dichtgaat voor een hoognodige verbouwing, weet hij niet waar hij naartoe moet. “Van de gemeente heb ik niks gehoord. Maar ik heb wel tot juni volgend jaar moeten betalen voor deze plek.”

Onzekere jaren wachten de binnenstad. Vandaag verdwijnen de politici en hun gevolg voor minstens vijfenhalf jaar van het Binnenhof. En als de werkzaamheden in oktober beginnen, laten ook de toeristen en dagjesmensen zich niet meer bij de Ridderzaal zien. Dat gaat pijn doen. Het Binnenhof heet het kloppende hart van de democratie, maar is dat evengoed van de economie. Na Scheveningen is het middeleeuwse complex de belangrijkste toeristische trekpleister van Den Haag, meldde wethouder Saskia Bruines (D66, economie) onlangs aan de gemeenteraad. Is de binnenstad klaar voor een economische klap?

Ondernemers houden hun hart vast. “Afgelopen jaar stonden we door corona in de overlevingsmodus. Nu de economie aantrekt, wordt de Binnenhofrenovatie weer gezien als de grote bedreiging,” vertelt Ton Kroeze van Ondernemersvereniging Pleinkwartier. Door corona verloren winkels en horecazaken al veel ambtenaren als klant. De angst is dat thuiswerken een blijvertje wordt. Tel daar de Binnenhofoperatie en andere bouwprojecten bij op en je snapt dat de Pleinondernemers niet overlopen van optimisme. “Er zijn veel zorgen,” zegt Kroeze.

Miljoenen

Die werden niet minder door een publicatie van De Telegraaf. In december schreef de krant over een (gelekte) impactanalyse van Deloitte. In een beknopte ‘quickscan’ uit 2017 schatte het adviesbureau de economische schade op 38 miljoen euro per jaar. Bij een verbouwing van vijfenhalf jaar zouden winkels, horeca, hotels en musea meer dan 200 miljoen euro inkomsten mislopen.

 

We gaan er natuurlijk alles aan doen om te zorgen dat mensen wél blijven komen
Saskia Bruines, wethouder

 

Wethouder Bruines suste de paniek. De onderliggende aannames van de analyse – bijvoorbeeld dat Hagenaars jaarlijks 16 miljoen euro minder zullen uitgeven in de binnenstad – zijn ‘voor discussie vatbaar’. “Bovendien is dit het scenario als we niets doen,” stelde ze onlangs in een commissiedebat. “We gaan er natuurlijk alles aan doen om te zorgen dat mensen wél blijven komen.”

Uitkijktoren Binnenhof

“We zijn al heel wat jaren aan het bedenken hoe we dat gaan doen,” vertelt Ad Dekkers, voorzitter van het publiek-private samenwerkingsverband Bureau Binnenstad. Een belangrijke troef is de tijdelijke uitkijktoren die bij de ingang van het Binnenhof komt. Ook rondleidingen op de bouwplaats en mogelijke archeologische vondsten beloven een attractie te worden. Verder komt er een bezoekerscentrum, waarschijnlijk aan de Plaats, en haken culturele instellingen met hun programmering aan. “Zij kunnen het verhaal van de democratie vertellen,” aldus Dekkers. Zo houdt het Haags Historisch Museum gedurende de renovatie een tentoonstelling over achthonderd jaar Binnenhof.

Om de overlast te beperken, zullen fraaie schuttingen de bouwput maskeren, rijdt het bouwverkeer niet op drukke winkeltijden en wordt bouwmateriaal ‘just in time’ aangeleverd zodat het Plein niet in een opslagplaats verandert. “Er wordt wel gezegd dat bouwactiviteiten afschrikken, maar ik ken genoeg verbouwingen van toonaangevende plekken waar juist veel nieuwsgierigen op afkomen,” zegt Dekkers. “Ik verwacht dat de uitkijktoren veel bezoekers gaat trekken.”

 

Áls ondernemers een beroep moeten doen op het vangnet, laat dat dan ruimhartig zijn
Ton Kroeze, ondernemersvereniging

 

Toch vrezen de ondernemers voor hun omzet. Kroeze geeft als voorbeeld de aanleg van de parkeergarage onder het Toernooiveld. “Daar stonden keurige schuttingen omheen. Borden gaven aan dat de horeca open was. Desondanks zag Bodega De Posthoorn de omzet halveren.” Ook nabijgelegen musea rekenen op een forse terugloop. “Veel mensen doen een combinatiebezoek,” zegt een woordvoerder van het Haagse Historisch Museum en de (daaraan gelieerde) Gevangenpoort. “Bovendien trekt het Binnenhof veel buitenlandse toeristen, wat onze musea ook veel spontane bezoekers oplevert. Of de tentoonstelling voldoende is om dat verlies op te vangen, is zeer de vraag.”

‘Den Haag First’

Vandaar de roep om een compensatieregeling. Al tijden overleggen de gemeente en het ministerie van Binnenlandse Zaken over compensatie voor ondernemers en culturele instellingen. In 2019 leek een regeling nabij, blijkt uit een vertrouwelijke brief van staatssecretaris Raymond Knops die na een Wob-procedure is vrijgegeven. ‘Ik verwacht kort na Prinsjesdag 2019 met u tot definitieve afspraken te kunnen komen.’ Twee jaar later is er nog altijd geen duidelijkheid, tot ergernis van de raad. De schaderegeling komt er, verzekert wethouder Bruines, alleen ligt de bal bij het ministerie. Dat houdt de kaken stijf op elkaar; een woordvoerder wil er niets over kwijt.

 

Ik ken genoeg verbouwingen van toonaangevende plekken waar juist veel nieuwsgierigen op afkomen
Ad Dekkers, Bureau Binnenstad

 

Den Haag moet zijn huid duur verkopen, vindt oppositiepartij Hart voor Den Haag/Groep de Mos. Als wethouder eiste Richard de Mos minstens 15 miljoen euro van de staatssecretaris voor een binnenstadfonds, zo schrijft hij in zijn autobiografie. Bij uitblijven van een goed bod dreigde hij de vergunningverlening te dwarsbomen. ‘Den Haag First’, noemt hij die lijn. Maar zijn collegepartners bleken geen voorstander van een ramkoers. “Geen sprake van,” herhaalde zijn opvolger Bruines in het commissiedebat. “Zo’n compensatieclaim heb ik nog nooit meegemaakt. Sterker nog, niemand accepteerde het plan van mijn voorganger.”

Wat er dan wel komt, is afwachten. Er bestaat weliswaar wettelijke nadeelcompensatie, maar de voorwaarden daarvoor zijn héél specifiek, weet Kroeze. “Daar kom je in praktijk bijna niet voor in aanmerking.” Er wordt daarom gesproken van een steunfonds. De ondernemers hopen op een gulle regeling, zegt Kroeze. “Natuurlijk gaan ze keihard werken om te zorgen dat het niet nodig is. Maar áls ze een beroep moeten doen op het vangnet, laat dat dan ruimhartig zijn. Zonder juridisch gedoe over de oorzaak van het omzetverlies.”

De redactie van DHC biedt u dit artikel uit de krant van 8 juli gratis aan. Wilt u meer Haags nieuws lezen? Koop dan de krant Den Haag Centraal bij een van onze verkooppunten. Of neem een (proef)abonnement.

Standaardportret
Bekijk meer van