Column: Wat is natuur nog in dit land?

Geen muggen in de slaapkamer, geen getik van het roodborstje aan het raam: columnist Casper Postmaa registreerde deze zomer in en rond zijn huis een aantal verontrustende zaken waarvan hij het wetenschappelijk kader niet kan overzien.

Door

Een oud huis is als een oldtimer die steeds de nieuwste techniek onder de motorkap wil hebben. Convectorputten in plaats van negentiende-eeuwse, kolen gestookte haarden, dubbelglas in oude kozijnen, en de eens zo moderne energiezuinige cv-ketel zal spoedig moeten wijken voor iets dat op zonne- of aardwarmte draait.

Maar tegelijkertijd gaat het ouderwetse timmerwerk gewoon door. Gelukkig kijk ik sinds kort naar de nieuwe balustrade op het balkon die het wormstekige hekwerk van 120 jaar oud heeft vervangen. Ook brult onze dakkapel, dankzij ambachtelijk ingrijpen, niet meer als een misthoorn wanneer de noordoostenwind waait. De volgende innovatie die op het programma staat, is een bijna onzichtbare hor in de slaapkamer. Dit is zodat geen mug de nacht ooit nog in een hel zal veranderen.

Vervolgens ging ik nadenken. Waarom eigenlijk een hor? Ik zie de laatste jaren bijna nooit meer een mug in de slaapkamer. Dit jaar slechts één, en dat ondanks een waarschuwing van biologen in alle kranten dat dit hét Jaar van de Mug zou worden, een plaag van Bijbelse allure. Hoewel ik me altijd verre heb gehouden van naar deskundigheid riekende uitlatingen over de natuur, kwam me dit vreemd voor, want de droogte die ons maandenlang teisterde, was toen al begonnen en zelfs ik weet: zonder poeltjes en plasjes geen muggen.

 

Niet voor niets hebben bijen hetzelfde hemdje aan als de Daltons.
Casper Postmaa

 

In mijn tuin registreerde ik nog meer verontrustende zaken waarvan ik het wetenschappelijk kader niet kan overzien. Slechts spaarzaam steekt de mus de kop nog op en nu is ook het nest van de koolmees leeg gebleven en vertoont de soort zich nauwelijks meer. Hetzelfde geldt voor het roodborstje: al jaren geen getik meer aan het raam.

De natuur, er is geen peil op te trekken

Gaan we inderdaad ten onder, te beginnen met de kleinste schepselen? Iets in dat weerbarstige stelsel verzet zich tegen die conclusie, ook al is deze waarneming weer ongerijmd, want waar het overal in het land slecht gaat met de bijen hebben ze in onze bloemenrijke tuin de macht overgenomen. Tot ver in oktober trok een brommende ‘grande armée’ systematisch langs de kleurrijke voorraadkamertjes met honing; ook de hommel zette trouwens zijn fluwelen stempel op ons postzegeltje van burgermansgeluk.

De natuur, er is geen peil op te trekken. Wel heb ik geprobeerd haar in te zetten bij het in evenwicht brengen van de huishoudelijke betalingsbalans; zo’n huis moet toch ergens van worden betaald. Ik onderzocht waar de bijen de geroofde honing (ze hebben niet voor niets hetzelfde hemdje aan als de Daltons) naartoe transporteerden. Ik kwam uit bij een Japanse bijenhouder in het nabijgelegen Clingendael. Toen ik hem uitlegde dat ík zaaide maar híj oogstte en het dus eerlijker was om samsam te doen, glimlachte hij en hulde zich verder in oosters stilzwijgen.

 

Standaardportret
Bekijk meer van