Bijna 300 nieuwkomers niet naar school

Den Haag slaagt er niet in om alle kinderen die nog maar kort in Nederland wonen een plek op school aan te bieden. “Er is onvoldoende gekwalificeerd onderwijspersoneel.”

Door

Op de wachtlijst in het Haagse basisonderwijs staan ruim 200 kinderen van nieuwkomers, op die in het voortgezet onderwijs 75. Een totaal dat wekelijks met 25 tot 30 oploopt, bevestigt de gemeente. De maximale capaciteit werd begin dit jaar al bereikt, en mede door het uitbreken van de oorlog in Oekraïne en de daarmee gepaard gaande vluchtelingenstroom is die nu overschreden. Er wordt aan een oplossing gewerkt, maar om de betreffende kinderen onderwijs te geven zijn er in de eerste plaats docenten nodig, en die zijn er niet. De gemeente werkt samen met de schoolbesturen aan zogenaamde ‘landingsplaatsen’ waar kinderen op school een alternatief programma aangeboden krijgen.

Door de huidige situatie voldoet de gemeente Den Haag niet aan een wettelijke verplichting: kinderen van nieuwkomers – immigranten die hier nog maar kort wonen – moeten binnen drie maanden na aankomst in Nederland onderwijs krijgen, maar dat lukt niet in alle gevallen. De afdeling leerplicht van de gemeente, die er op moet toezien dat leerplichtigen daadwerkelijk onderwijs krijgen, zou eigenlijk moeten ingrijpen, maar doet dat vanwege de unieke situatie niet: “De ouders hebben dan immers gedaan wat ze konden. Ze zijn niet verwijtbaar voor het niet naar school gaan van hun kind.”

Focus

Een probleem dat niet alleen in Den Haag speelt, maar bijvoorbeeld ook in Amsterdam. De gemeente is samen met de verschillende schoolbesturen verantwoordelijk voor voldoende onderwijsplekken voor nieuwkomers. Daarvan bestaan er twee soorten: ‘neveninstroomgroepen’ en ‘internationale schakelklassen’. Die eerste zijn bedoeld voor kinderen in de basisschoolleeftijd (5 tot 12 jaar). Daarvan zijn er in de stad ongeveer dertig.

De focus ligt primair op de beheersing van de Nederlandse taal: spreken, verstaan, lezen en schrijven. De betreffende kinderen blijven in de regel een jaar tot anderhalf jaar in zo’n groep, voor ze naar een reguliere basisschoolklas doorstromen. Het voortgezet onderwijs faciliteert internationale schakelklassen (vier in totaal) voor scholieren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Ook daar staat taalbeheersing centraal en is het de bedoeling dat de leerlingen na één à twee jaar in een reguliere klas terechtkomen.

Groepsuitbereidingen

Maar dit systeem loopt sinds begin 2022 vast. De bestaande groepen zaten al vol toen eind februari de oorlog in Oekraïne uitbrak. Om toch meer kinderen op te kunnen vangen, zijn toen enkele groepsuitbreidingen gerealiseerd, speciaal voor de Oekraïense scholieren. Daarnaast heeft een aantal scholen in het basisonderwijs nieuwkomers opgevangen in reguliere klassen. Ook bestaat er een tijdelijke regeling waardoor Oekraïense leerkrachten in Nederland voor de klas mogen staan, en zijn de eisen voor onderwijsinhoud versoepeld. Daardoor hebben bijna alle Oekraïense kinderen inmiddels een schoolplek, laat de gemeente weten.

 

Er is onvoldoende gekwalificeerd onderwijspersoneel om de capaciteit te realiseren.
Scholengemeenschap De Haagse Scholen

 

Dat geldt niet voor gevluchte kinderen uit bijvoorbeeld Syrië, Somalië of Afghanistan. De toestroom van die groepen is groter dan het aantal beschikbare plekken op school: “Vanwege het lerarentekort zijn de gemeente en de schoolbesturen er niet gerust op dat we op korte termijn alle kinderen op de wachtlijst volwaardig onderwijs kunnen bieden,” stelt de gemeente in een reactie. Scholengemeenschap De Haagse Scholen (52 locaties in Den Haag) zou wel meer kinderen willen opvangen, maar kan dat niet: “Er is onvoldoende gekwalificeerd onderwijspersoneel om de capaciteit te realiseren,” zegt de scholengemeenschap.

Schools dagritme

Intussen is er een centraal loket ingericht waar ouders van de betreffende kinderen zich kunnen melden. De gemeente zoekt in overleg met de schoolbesturen naar een oplossing. “Er zijn noodmaatregelen nodig om nieuwkomers in Den Haag een vorm van onderwijs te kunnen blijven bieden.” Omdat een plek in een klas voorlopig niet gaat lukken, wordt ingezet op landingsplaatsen. De gemeente wil programma’s aanbieden waarmee de kinderen kennismaken met de Nederlandse taal en ‘een schools dagritme’. Met in plaats van vakinhoudelijke lessen sport, spel en creatieve activiteiten.

Dit programma bestaat nog niet, omdat de huidige wetgeving zo’n alternatief lesprogramma niet toestaat en financiering ontbreekt. Den Haag is samen met de drie andere grote steden (Utrecht, Rotterdam en Amsterdam) in gesprek met het ministerie van Onderwijs om hier verandering in te brengen. De gemeente vreest sociaal-emotionele schade bij de kinderen als deze landingsplaatsen niet van de grond komen. “Dat vergroot hun afstand tot school en bemoeilijkt hun verdere ontwikkeling. De Nederlandse samenleving kan het zich gezien de individuele en maatschappelijke gevolgen niet veroorloven kinderen niet van onderwijs te voorzien.”

Haagse Scholen

Scholengemeenschap De Haagse Scholen pleit intussen voor eenzelfde tijdelijke regeling als voor de Oekraïense kinderen is opgetuigd: minder strenge eisen aan onderwijsinhoud of personeelskwalificaties, waardoor er toch onderwijs kan worden gegeven. Gaat dat niet door, dan is de scholengemeenschap ook voorstander van de landingsplaatsen. Zolang de kinderen maar aan een schoolse situatie verbonden zijn: “Dat is wenselijk voor zowel de onderwijsvoorziening als de landingsplekken.”

Wilt u meer Haags nieuws lezen? Koop dan de papieren editie van de krant Den Haag Centraal. Klik hier voor alle verkooppunten. U kunt ook een (proef)abonnement nemen. U ontvangt DHC 10 weken voor slechts 10 euro.

Standaardportret
Bekijk meer van