Eritreeër Solomon vertelt over zijn rol bij de rellen op de Fruitweg
Vluchteling, verzetsstrijder of vandaal? Wie is Mars Amanuel Solomon, tegen wie justitie de vooralsnog hoogste celstraf eist voor de Eritrese rellen eerder dit jaar in Den Haag? We vragen het hem zelf.
Mars Amanuel Solomon wil zijn verhaal vertellen naar aanleiding van de Eritrese rellen eerder dit jaar in Den Haag, maar alleen via een tolk. “Ik spreek wel een beetje Nederlands, maar zo kan ik echt alles zeggen. Ik hoop dat u mijn verhaal dan beter kunt begrijpen.” Volgens hem heeft de Nederlandse samenleving een verkeerd beeld van de Eritrese gemeenschap: “Jullie hebben geen idee van wat er speelt.”
We spreken hem in het huis van een vriend in Moerwijk. “Ik woon hier vlakbij, maar ik wil mijn vriend nu niet alleen laten. Zijn vader is twee dagen geleden doodgestoken in Israël, door regeringsgezinde Eritreeërs.” Op het zeil op de vloer in de woonkamer staat een grote foto van de man, met kleurrijke plastic bloemen en kaarsen ervoor. “We zijn in rouw.”
Solomon schenkt frisdrank in, opent de deur voor bezoek en gaat familie en vrienden van de overleden man voor naar een andere kamer in de portiekwoning. Ons ontvangt hij in de woonkamer, waar de oude vlag van Eritrea prominent boven de bank hangt. In de loop van ons gesprek valt de groen met blauwe lap stof van de muur. Solomon raapt ’m snel op. In Eritrea is de vlag vervangen; hier blijft hij hangen.
Vluchtelingen
In Nederland wonen zo’n 25.000 mensen van Eritrese afkomst, van wie ruim duizend in Den Haag. Een deel ontvluchtte het Oost-Afrikaanse land tijdens de onafhankelijkheidsstrijd tegen Ethiopië, die duurde van 1961 tot 1991. Toen kwam Isaias Afewerki aan de macht. Sindsdien kent Eritrea een van de meest onderdrukkende regimes ter wereld. Kritiek op de regering is verboden en tegenstanders worden gearresteerd. De militaire dienstplicht wordt door mensenrechtenorganisaties omschreven als verkapte slavernij.
Jullie hebben geen idee van wat er speelt
Het afgelopen decennium vond een nieuwe stroom – vooral jonge – vluchtelingen zijn weg naar Nederland. Onder deze generatie Eritreeërs heerst grote onvrede over het dictatoriale bewind van Afewerki. Solomon is een van hen. Hij vluchtte op zijn vijftiende via Ethiopië, Soedan, Libië en Italië naar Nederland. Nu is Solomon 23 jaar en heeft hij een huurhuis, een vriendin en werk als glasvezelmonteur. Aan de kapstok in de gang hangt een fluorescerend geel hesje. Dat draagt hij wanneer hij internetkabels aanlegt. “Ik vind het leuk werk. Met veel vrijheid en een prima salaris. Nederland heeft me in de korte tijd dat ik hier ben meer gegeven dan Eritrea in mijn hele leven.”
‘Als beesten’
Op zaterdag 17 februari rond 17.45 uur gooit Solomon vlak na elkaar drie stenen naar een bus van de Mobiele Eenheid. Dat gebeurt tijdens een demonstratie tegen een bijeenkomst van Eritreeërs in zalencentrum Opera aan de Fruitweg, waartoe Solomon in een livestream op TikTok vier dagen eerder had opgeroepen. Honderden tegenstanders van het regime in Eritrea kwamen erop af en belaagden het zalencentrum, waar voorstanders van het regime een verlaat nieuwjaarsfeest vierden. De demonstranten hadden stokken bij zich en gooiden stoeptegels naar de politie.
Auto’s werden op de weg geduwd en in brand gestoken; een touringcar brandde volledig uit. En ook de gevel van het zalencentrum, waar op dat moment vijftienhonderd mensen binnen waren, liep brandschade op. Een agent liet zijn vrouw vanuit de feestzaal in een bericht weten dat hij misschien niet meer thuis zou komen. ‘Het voelde als een oorlogssituatie,’ omschreef de politie later, ‘met een groep strijders die voor niets en niemand terugdeinsde. Ze waren buiten zinnen, maakten oergeluiden en jutten elkaar op als een stel beesten, als hyena’s.’ Tientallen agenten en een persfotograaf raakten gewond. Schade: ruim zeven ton.
Vreedzaam demonstreren
Wat bezielde je? “Dat is een goede vraag,” vindt Solomon. Hij pakt een kussen van de bank en legt het op zijn schoot. Hij is de rust zelve, totdat het Eritrese regime ter sprake komt. Dan gaat hij rechtop zitten en praat hij snel en met veel handgebaren: “Onze familie wordt vermoord door het dictatoriale regime. En de voorstanders daarvan vieren hier feest, waarmee geld wordt ingezameld voor het regime. Dat moet stoppen. We hebben de gemeente in misschien wel meer dan vijfduizend mails gevraagd de bijeenkomst in Den Haag niet toe te staan. Toen het toch doorging, wilden we vreedzaam gaan demonstreren, zoals we heel vaak doen.”
Het is al vaker uitgelopen op gewelddadige confrontaties. Solomon zegt daar niet bij te zijn geweest. “Daar zijn we ook niet op uit. De politie stond bij eerdere demonstraties altijd open voor een gesprek, maar dit keer begonnen ze gelijk op ons in te beuken. Tegelijkertijd werden we via een livestream van het feest uitgemaakt voor landverraders. En zij maar dansen. We waren op een gegeven moment zó emotioneel. Het gebeurde in een soort roes. Achteraf heb ik me zelfs afgevraagd of ik er echt bij betrokken ben geweest.”
Rechtszaak
Betrokken was hij. Het staat op beeld, dat werd getoond bij de rechtbank. Daar stond Solomon onlangs terecht voor openlijke geweldpleging, samen met negen andere verdachten. Ze wonen verspreid over het hele land. Maar Solomon kent ze allemaal, ‘uit het asielzoekerscentrum en van de demonstraties’. Ze werken als schoonmaker, schilder, kapper, timmerman of postbezorger. Geen van hen heeft een strafblad of schulden. Nog niet.
Tegen Solomon is de hoogste straf geëist: twaalf maanden cel, waarvan twee voorwaardelijk. Want hij wordt ook verdacht van opruiing. “Wij gaan zien wie het gaat overleven,” zou hij vier dagen voor de rellen hebben gezegd op TikTok. Maar volgens zijn advocate is zijn oproep verkeerd vertaald en geïnterpreteerd. ‘Of wij daar gaan leven, of zij daar gaan leven, we gaan het zien!’ Dat heeft Solomon letterlijk gezegd, stelde zij. “Daarmee bedoelt hij dat de voorstanders van het regime in Eritrea moeten leven en de tegenstanders hier, of andersom.” In de woorden van Solomon: “Als ze het regime in Eritrea zo geweldig vinden, dan hebben ze hier toch niets meer te zoeken?”
Getraumatiseerd
De verdediging vraagt aandacht voor de context van het gedrag van Solomon en zijn medeverdachten. “Ze zijn zwaar getraumatiseerd. Ze hebben gevangengezeten, woestijnen doorkruist en vrienden verloren in bootjes op zee, om eenmaal hier geconfronteerd te worden met aanhangers van het regime dat ze zijn ontvlucht.”
“Natuurlijk ben ik beschadigd,” bevestigt Solomon. “Ik heb als kind bloed zien vloeien in de straten, dat vergeet je nooit meer.” Hij laat littekens zien op zijn borst en arm. “In Libië ben ik neergestoken, omdat ik christen ben en me niet tot de islam wilde bekeren. Ik ga het meeste om met andere gevluchte Eritreeërs. Zij kunnen hier niet over praten zonder in huilen uit te barsten. U wilt niet weten hoeveel van hen, vooral jongeren, doordraaien en zichzelf wat aandoen. Wij hebben hier politiek asiel aangevraagd en gekregen. Dan denk je hier veilig te zijn, maar dat is niet zo.”
Hij vertelt over een telefoongesprek met zijn tante in Eritrea, bij wie hij is opgegroeid. “Ze heeft een waarschuwingsbrief van de dictator gehad. ‘Stop alsjeblieft met demonstreren, anders pakken ze me op,’ zei ze.” In wat voor gevangenis zijn tante dan terechtkomt, weet Solomon maar al te goed. ‘Een donker hol onder de grond’, waar hij zelf drie maanden in heeft gezeten. “Ik ben er alleen weer uitgelaten omdat ik minderjarig was.” Toch houdt hij zich nu niet gedeisd. Sterker nog, hij maakt zijn punt openlijk in deze krant. “Ik kan het niet loslaten, hoe graag ik het ook zou willen, dat lukt niet.”
Vijfduizend kilometer
Is Solomon nou een vluchteling, een verzetsstrijder of een vandaal? Het een blijkt het ander niet uit te sluiten. Sterker nog, het een heeft tot het ander geleid. Van Eritrea, ruim vijfduizend kilometer, naar Den Haag.
Volgens het Openbaar Ministerie maken de relschoppers deel uit van de Brigade Nhamedu, die wil dat bijeenkomsten van regime-aanhangers buiten Eritrea niet meer worden toegestaan. De Federatie van Eritrese Gemeenschappen in Nederland, die de feesten organiseert, vindt dat de Brigade verboden moet worden, omdat het een terroristische organisatie zou zijn. “Er is helemaal geen sprake van een organisatie,” zegt Solomon, “wel van gedeeld gedachtengoed. Het is iedereen die tegen het huidige regime is.”
De Nederlandse samenleving verdient dit niet
De officier van justitie stelt dat de tegenstanders van het regime alle sympathie hebben verloren door te rellen, waarmee ze hun eigen glazen hebben ingegooid. Maar een Eritrees bevrijdingsfeest op 25 mei in Rijswijk is verboden, omdat het na de ongeregeldheden in Den Haag werd gezien als evenement met een te hoog veiligheidsrisico.
Betekent dat niet gewoon dat Solomon en zijn vrienden hebben bereikt wat ze willen? Daar wil hij niets van weten. “De Nederlandse samenleving verdient dit niet,” realiseert Solomon zich. “Wij zijn dit land juist zo dankbaar. Dit hebben we niet gewild. Ik schaam me ervoor dat het toch is gebeurd. Het spijt me echt.”
Vlak voor ons vertrek komt de vriend van Solomon uit de kamer waar zijn vader wordt herdacht. “Vertel alsjeblieft ons verhaal,” vraagt hij met een snik in zijn stem. Waarna hij meteen begint te ratelen over het regime in Eritrea. Solomon slaat een arm om hem heen. “Ik heb het uitgelegd,” zegt hij. “Het komt goed.”
De rechter doet op vrijdag 19 juli uitspraak in de zaak tegen Solomon.
Reacties
Mirjam van Reisen, verbonden aan de Universiteit Leiden en lid van de Adviesraad Internationale Vraagstukken: “In Israël zijn de afgelopen weken meerdere tegenstanders van het Eritrese regime vermoord door het vierde front, een formele militaire operatie van Afewerki. De lange arm van zijn regime reikt ook tot in Nederland. Een van de belangrijkste mechanismen om de diaspora te controleren is het heffen van een zogenaamde belasting. De festivals en evenementen die overal ter wereld door het regime worden georganiseerd, zijn geen onschuldige culturele feesten maar propaganda- en inzamelingsbijeenkomsten. Het uitlokken en in diskrediet brengen van de oppositie is ook een bekende tactiek. Het lijkt erop dat dit ook de intentie was bij de bijeenkomst in Den Haag. Natuurlijk zitten wij niet te wachten op gewelddadige asielzoekers, maar ook niet op een regime dat hier de dienst denkt te kunnen uitmaken. Dat tast onze rechtsstaat aan. De mate van inmenging moet worden onderzocht.”
Myra Koomen, pr-adviseur van de Federatie voor Eritrese Gemeenschappen in Nederland (FEN), de organisator van het feest in Den Haag: “Dat er geld werd ingezameld, is klinkklare onzin. Ik was erbij. Het was een verlaat nieuwjaarsfeest om de Eritrese cultuur en identiteit te eren. Daar kunnen natuurlijk aanhangers van de regering bij zijn, maar er waren ook tegenstanders en mensen die er helemaal niet mee bezig zijn. Als je de Nederlandse vlag uithangt, betekent dat toch nog niet dat je Mark Rutte vereert? Conflicten moeten niet worden geïmporteerd. Eritrea heeft geen persvrijheid of vrijheid van meningsuiting, maar niet iedereen hoeft het te doen zoals wij. Je kunt niet alles bekijken met een Nederlandse bril op. Vrijwillig belasting betalen is geen misdaad, grof geweld plegen wel. De Brigade Nhamadu is een terroristische organisatie die ontwrichtend is voor de Nederlandse samenleving en daarom verboden moet worden.”