Toch een kans(je) voor starters op de woningmarkt

Een inkomenseis voor middenhuur, voorrang voor politieagenten en leraren, een maximaal percentage kleine woningen. Dat is een greep uit het maatregelenpakket van wethouder Boudewijn Revis (VVD, wonen) om de woningmarkt nog enigszins toegankelijk te houden.

Door

Op zoek naar een huis in de hofstad? Ga er maar aan staan. De bevolking groeit (met vier- à vijfduizend mensen per jaar) en de afgelopen jaren is door de financiële crisis weinig gebouwd. Tel daarbij op dat veel mensen in de economisch mindere jaren hun verhuiswens hebben uitgesteld, dan kom je uit op: een flink tekort op de woningmarkt.

“De markt is totaal oververhit en is eigenlijk in crisis,” zegt wethouder Revis. Daarom heeft hij een hele serie maatregelen opgesteld in de nieuwe woonagenda. “We lopen als collegepartijen flink uit elkaar, maar we hebben gezegd: de schouders eronder en het probleem oplossen. Nu politiek bedrijven zou zonde zijn. Er ligt een heel genuanceerd pakket met soms behoorlijk stevige maatregelen. Maar iedereen die een woning zoekt, maakt er straks meer kans op.”

Onmisbaar

In het pakket zit volgens de wethouder een aantal ‘unieke’ maatregelen. De gemeente gaat bijvoorbeeld experimenteren met voorrang geven aan ‘onmisbare beroepsgroepen’, zoals politieagenten, leraren en zorgpersoneel.

Binnen de betaalbare huursector (tot € 710 per maand) hebben zij straks een streepje voor. “Als een leraar uit Enschede hier een baan vindt, moet hij ook kunnen wonen.”

 

Geen tijd voor politiek, we moeten crisismaatregelen nemen.
Boudewijn Revis (wethouder)

 

Daarnaast komen er ook speciale wooncomplexen voor jongeren. Revis: “27 procent van de woningzoekenden in Den Haag is starter. Maar voor hen is het het moeilijkst om een woning te vinden. Ze hebben nog geen inschrijfduur opgebouwd en hebben onvoldoende vermogen voor een koopwoning.”

Door de complexen voor jongeren wil hij de pijn verzachten. Ook is besloten om 5 procent van alle sociale huurwoningen die vrijkomen onder starters te verloten. Zo hebben ze toch een kans. “Met deze maatregelen loopt Den Haag ook een keer voorop.”

750 nieuwe betaalbare woningen

Sowieso is er veel aandacht voor de sociale huur. De druk is ook hier hoog. Gemiddeld moet je veertig maanden wachten op een huis. Daarom wil het stadsbestuur jaarlijks minstens 750 nieuwe betaalbare woningen bijbouwen. Maar de woningbouwcorporaties die hier actief zijn, behoren tot degenen die landelijk het minst te besteden hebben. Daarom roept de gemeente de hulp in van particulieren.

“We moeten pragmatisch zijn,” zegt Revis. “We maken een tabel en we kijken ieder jaar hoeveel woningen elke corporatie kan bouwen. Halen we het benodigde aantal niet? Dan gaan we particulieren vragen de rest te bouwen.” Om dat mogelijk te maken kunnen marktpartijen onder bepaalde voorwaarden ook aanspraak maken op een ‘sociale grondprijs’. Die geldt wel alleen voor de betaalbare woningen.

 

Met deze maatregelen loopt Den Haag ook een keer voorop.
Boudewijn Revis (wethouder)

 

Voor nieuwe woningen is weinig ruimte. Toch staat er iets bijzonders in de stukken. In ‘zwakkere wijken’ als Zuidwest, Schilderswijk, Transvaal, Mariahoeve, Kompasbuurt (Scheveningen), Waldeck, Kom-Loosduinen, Spoorwijk en Molenwijk mag het aandeel sociale huur niet mag stijgen. Extra sociale huur moet vooral in de Binckhorst landen.

In Moerwijk wil het stadsbestuur de komende jaren de ‘Rotterdamwet’ invoeren. Dat houdt in dit geval in dat mensen met inkomen uit vast werk of pensioen en studenten voorrang krijgen op een woning. Dit moet de sociale leefbaarheid verbeteren.

Inkomenseis

De maatregelen van de gemeente concentreren zich op de huurmarkt. Volgens Revis simpelweg hierom: “Op de koopmarkt hebben we te maken met rijksregelgeving.” Doordat minder mensen kúnnen kopen, wordt de druk op de huurmarkt alleen maar groter. De bedoeling van de gemeente is daarom om zowel volume toe te voegen als de markt (tijdelijk) te reguleren. Dat is ‘noodzakelijk’.

Cijfers komen van gemeente Den Haag. (Infografiek: hansfresen.vormgeving)

De opvallendste ingreep, zeker uit de koker van een VVD’er, is het instellen van een inkomenseis voor middeldure huur (tussen de € 710 en € 950 per maand). Boven een bepaald inkomen (dat nog moet worden bepaald) kun je dus geen aanspraak meer maken op deze huizen.

Daarnaast komt er een bouwdoelstelling. Minstens 20 procent van de nieuwbouw moet de komende jaren middeldure huur zijn, waarvan de helft tussen de € 710 en € 850 per maand en de andere helft tussen € 850 en € 950). Bij nieuwbouw gaat de gemeente ook vastleggen dat de woningen twintig jaar lang betaalbaar blijven. Na tien jaar controleert het stadsbestuur of dat nog steeds nodig is.

Het precieze kostenplaatje van alle maatregelen is er nog niet. Alles wordt op een rijtje gezet als de gemeenteraad over de plannen heeft gedebatteerd. In januari moeten de raadsleden de woonagenda goedkeuren. Dan kunnen de meeste maatregelen ingaan op 1 juli 2019.

Lobbyen

Verder worden er afspraken gemaakt met corporaties, huurdersorganisaties, beleggers en ontwikkelaars. Ook gaat de gemeente lobbyen bij het rijk voor mogelijkheden om een ruimte- en inkomensafhankelijke huurverhoging in te voeren en verhuur via platformen als Airbnb te beperken.

 

Vijf andere opvallende maatregelen

  1. Er mogen maximaal 20 procent ‘kleine’ woningen worden gebouwd.
  2. Gemeente gaat meer woonwagenplekken realiseren, neemt daarmee afstand van het uitsterfbeleid.
  3. Strengere handhaving op huisjesmelkers en ‘short stay’-verhuur.
  4. Flexvoorraad woningen voor bijvoorbeeld gescheiden ouders en mensen die tijdelijk uit huis moeten.
  5. Woningsplitsing mag alleen bij hoge uitzondering.
Pasfoto Mieke
Bekijk meer van