Den Haag is weer de onbetwiste pophoofdstad: ‘Dit is geen toeval’
Met het succes van Goldband, Son Mieux, Di-rect en Prins S. en de Geit is Den Haag weer de onbetwiste pophoofdstad. ‘Haagse muzikanten vergeten niet waar ze vandaan komen.’
Het leek wel of het voltallige Lowlands-publiek was uitgerukt voor Goldband. Rond de zingende stukadoors, zoals het trio zich afficheert, hangt een hype die lang geen Haagse band heeft gekend. Hun optreden was afgelopen zomer een grote knaller op het festival in Biddinghuizen. “Alles kwam daar samen,” zegt Steven van Lummel, artistiek leider van cultuurpodium PIP in de Binckhorst, die de mannen mocht aankondigen op Lowlands. Goldband is in PIP ontstaan en repeteert er nog steeds. “Vanaf het begin broeide er iets. Ze zijn theatraal, creatief, losbandig, ontregelend en tegelijk gedisciplineerd. Maar niemand zag aankomen dat het zó zou exploderen.”
Die explosie leverde Goldband onlangs de Popprijs op. Later deze maand staan ze in Afas Live, driemaal uitverkocht. En aanstaande maandag maken ze kans op drie Edisons. De Haagse bands Son Mieux (beste nummer) en Di-rect (beste rockband) zijn ook genomineerd. “Dit is de zoveelste golf van succesvolle Haagse acts,” zegt Henk Koolen, programmeur bij het Paard.
Haags succes
Als kraamkamer van Golden Earring, Shocking Blue, Anouk, Kane en Di-rect heeft Den Haag de statuur van pophoofdstad. Toch was de oogst in de voorbije jaren wat mager. Terwijl Kane er de brui aan gaf, Di-rect uit de hitlijsten wegzakte en Anouk meer achterklap dan muziek produceerde, wist de nieuwe aanwas niet echt een vuist te maken.
Nergens anders verkopen lokale bands een paar keer per jaar de grote zaal uit
Nu kan het niet op. Naast Goldband beleeft ook Son Mieux zijn doorbraak. Frontman Camiel Meiresonne (29) had als 14-jarige jongen al succes met All Missing Pieces, een band met zijn broertjes, van wie één nu ook in Son Mieux speelt. Met ‘Multicolor’ heeft de discopopband een grote radiohit en eind dit jaar staan twee concerten in de Afas Live op het menu.
Ook Di-rect heeft zich hervonden. De rockband had een coronahit met ‘Soldier On’, won de Popprijs en de single ‘Through the Looking Glass’ was vorig jaar het meest gedraaide nummer van een Nederlandse artiest op de radio. In december volgen twee shows in Ahoy.
“Dit is geen toeval,” zegt Koolen over het Haagse muzieksucces. “Nergens anders verkopen lokale bands een paar keer per jaar de grote zaal uit. Wij zijn de enige.” Dat is volgens hem te danken aan de Haagse inborst, bescheiden maar trots op eigen stad. “Haagse muzikanten zijn niet arrogant en vergeten niet waar ze vandaan komen. Ze staan open voor andere artiesten. Di-rect neemt bijvoorbeeld vaak supportacts uit Den Haag mee op tournee. Bas (van Wageningen, de bassist, red.) heeft als producer veel lokale bands onder zijn hoede.”
Bands adopteren
Zelf geeft het Paard de lokale muziekscene ook een zetje. “We proberen in onze programmering zoveel mogelijk plek voor Haagse bands in te ruimen,” vertelt Koolen. Het poppodium ‘adopteert’ elk jaar twee opkomende Haagse bands om ze op weg te helpen. “Als ze op tournee willen, kunnen ze hier repeteren. Of we helpen met een videoclip, promotie of het verbeteren van hun liveshow.”
Ook presenteren ze jaarlijks een selectie van Haagse artiesten aan regionale festivalorganisaties. Bij een boeking neemt het Paard een deel van de kosten op zich. “We vinden het belangrijk om niet alleen een podium te zijn, maar ook artiesten te stimuleren.”
In de Melkweg, hartje Amsterdam, staan mensen met groengele vlaggen te zwaaien
Intussen timmert het volgende fenomeen alweer aan de weg. Prins S. en de Geit maakt geestige stampmuziek met veel knaldrang (voor de oudere lezer: zin om te feesten), zoals de absurdistische single ‘Kinderboerderij (Keiblij)’. Het driemanschap begon vier jaar geleden in het Strijkijzer, de studententoren naast station Hollands Spoor, en heeft inmiddels een sterke live-reputatie. Eind deze maand staan ze in het Paard.
“We hadden ze eerst voor de kleine zaal aangekondigd, maar we waren in no time door de kaarten heen,” vertelt Koolen. “Nu staan ze in de grote zaal – uitverkocht. Misschien hadden ze die wel twee keer kunnen uitverkopen.”
Den Haag weer cool
Het muzikale succes straalt af op Den Haag. De stad is weer cool, de Hagenaar durft trots te zijn, observeert Van Lummel van PIP. “Dat was tien jaar geleden wel anders. Lange tijd waren Amsterdam en Rotterdam op cultureel vlak toonaangevend. In Den Haag heerste zelfafwijzing. Die is nu wel weg.” Hij merkt het aan de studenten van de kunstacademie. “Vroeger renden zij na hun studie gillend weg uit Den Haag. Nu blijven er veel meer hangen.”
Die hervonden Haagse trots maakt Goldband expliciet. In hun teksten – zoals in de nummers ‘Witte Was’ en ‘Mijn Stad’, maar ook in de albumtitel ‘Betaalbare Romantiek’, geleend van de bloemist naast het Centraal Station. En in hun optredens – bij elk concert verschijnen fans in ADO-shirtjes en met Haagse of Scheveningse vlaggen.
“Kane en Anouk hadden wel Haagse bravoure, maar hebben dat nooit echt uitgedragen,” zegt Van Lummel. “Laatst was ik bij een Goldband-concert in de Melkweg. Daar stonden allemaal met mensen met groengele vlaggen te zwaaien alsof het de normaalste zaak van de wereld is. In hartje Amsterdam! Dat ís niet normaal!”
Wilt u meer Haagse verhalen lezen? Koop de papieren editie van Den Haag Centraal bij een van onze verkooppunten of neem een (proef)abonnement. U ontvangt de krant dan tien weken voor slechts 10 euro.