Nieuw ‘Indies Tijdschrift’: geen postkonoliale preutsheid

Een gratis nulnummer vormt de start van het halfjaarlijkse Indies Tijdschrift. Niet verheerlijkend maar ook niet moraliserend. Hoofdredacteur Ester Wils pleit voor een open en vrije intellectuele houding.

Door

Nederland is een cultureel-historisch tijdschrift rijker. Vorige maand verscheen het nulnummer van Indies Tijdschrift. Het blad is een initiatief van de Haagse publicisten Esther Wils en Herman Keppy, die zich al lange tijd bezighouden met de culturele erfenis van het Nederlands kolonialisme. Op het omslag van dit nummer prijkt een foto van een Indische jazzband die er zo te zien lustig op los speelt. De boodschap is niet te missen. ‘Er is meer dan de gamelan alleen.’

De naam Indies Tijdschrift is een verwijzing naar het jonggestorven, vooroorlogse literaire talent Eddy du Perron, die er net als Multatuli zo zijn eigen spelling op nahield. Du Perron, auteur van het autobiografische ‘Het land van herkomst’, dat over zijn Indische jeugd gaat en sindsdien tot de canon behoort van de Nederlandse literatuur, is ook verantwoordelijk voor het motto van blad, ‘Krities en onafhankelijk’. Het is alsof de redactie met Du Perron als peetvader zo het vrije en intellectuele karakter van haar onderneming wil toonzetten. Dit ondersteund door de jazzmuzikanten.

Maar het bijvoeglijk naamwoord ‘Indies’ in de titel is ook een beetje verwarrend. Want de redactie verklaart in haar beginselverklaring nadrukkelijk dat het haar te doen is om de koloniale en postkoloniale cultuur in de volle breedte. Dus niet alleen Nederlands-Indië, Suriname en de Antillen (West-Indië), ook de uitwerking van het koloniale verleden van andere naties zijn onderwerp. Zo staan er in dit nulnummer artikelen naar aanleiding van boeken die de (‘verborgen’) geschiedenis van de VS als kolonisator of het verband tussen ecologische plundering en kolonialisme belichten, waar nu ook het huidige China volop aan deelneemt.

Erfzonde

Het tijdschrift neemt verder een onbevangen positie in waar het gaat om de beladen sfeer die er hangt om alles wat te maken heeft met het verleden van een koloniale macht. Slavernij, uitbuiting en racisme hebben hun uitwerking gehad, maar dat wil volgens hoofdredacteur Esther Wils niet zeggen dat alles studies en bespiegelingen voortaan gebukt moeten gaan onder wat zij noemt ‘de Indische erfzonde’. Waarom zou je niet op een objectieve, niet-verheerlijkende maar evenmin moraliserende toon kunnen schrijven over tempoe doeloe? Ze pleit voor een open en vrije intellectuele houding.

 

De inhoud van dit kennismakingsnummer belooft in elk geval een grote variëteit aan onderwerpen.
Jan-Hendrik Bakker

 

Ze beroept zich daarbij op de geest van Rob Nieuwenhuys, die de oude tijd zag als een historische koloniale realiteit en niet als een romantisch ideaal. Schuld en boete hebben met die realiteit niets van doen. Daarom heeft Wils weinig op met ‘de verstikkende sfeer’ waarin door de jongste generatie ‘oude koeien uit de sloot gehaald worden bij wijze van onthulling’. Het is allemaal ‘geleend drama’ en ‘gratuite verontwaardiging’, meent ze. En ze doet de aanbeveling ‘je activistische energie te richten op misstanden waaraan nog iets te doen is, zonder postkoloniale preutsheid’. We zullen zien of Indies Tijdschrift zich aan haar eigen aanbeveling gaat houden.

Grote variëteit in Indies tijdschrift

De inhoud van dit kennismakingsnummer belooft in elk geval een grote variëteit aan onderwerpen die alle te maken hebben met het koloniale verleden. De stukken zijn veelal geschreven rond de verschijning van nieuwe boeken en hebben daarmee naast een informatief vooral een recenserend karakter. De dichteres en vertaalster Anneke Brassinga legde de boeken van twee van door haar vertaalde Engelse schrijvers met een koloniale achtergrond (George Orwell’s ‘Birmaanse dagen’ en E.M. Forsters ‘Overtocht naar India’) naast elkaar. Er is ruim aandacht voor de Grote Suriname-tentoonstelling in Amsterdam en publicaties over West-Indië in zijn geheel, onder andere van de hand van Suriname-deskundige Michel van Kampen.

Herman Keppy belicht een Molukse oorlogsheld uit de jaren ‘40-’45, de atleet Donald Poetiray, onderdeel van zijn speurtocht naar de Molukse bijdrage aan het antinazistisch verzet. Mei Li Vos schrijft over een fotoboek gewijd aan Chinezen in Peranakan. Verder artikelen van Siegfried Huigen, Jonathan Verwey, Boudewijn Walraven en velen anderen.

Het eerste nummer van Indies Tijdschrift verschijnt in april 2020. Daarna verschijnt het twee keer per jaar. Dit nulnummer is nog gratis verkrijgbaar in de boekhandel. In het vervolg kosten losse nummers € 5,- Een jaarabonnement is € 10,-. Meer informatie: redactie@indiestijdschrift.nl

Dit artikel uit de krant van donderdag 7 november wordt u gratis aangeboden. Wilt u meer lezen? Koop dan nu de krant Den Haag Centraal bij een van onze verkooppunten of neem een (proef)abonnement.

 

Standaardportret
Bekijk meer van