Herman Keppy geeft Indisch verzet tegen nazi’s gezicht

Zelf zoon van een Molukse militair, deed Herman Keppy jarenlang speurwerk naar het Indische aandeel aan het verzet tegen nazi-Duitsland. ‘Katjongs in Colditz’ in Bronbeek toont straks kleurrijke verhalen.

Door

Het was de tijd toen ‘Uitzending Gemist’ nog niet bestond. Vele Nederlanders zaten op gezette tijden vastgeplakt aan hun bank wanneer het de dag was van hun geliefde serie. Eén zo’n serie was de BBC-reeks ‘Colditz’, uitgezonden in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Deze immens populaire verfilming van spectaculaire en ingenieuze ontsnappingen door geallieerde officieren uit de best bewaakte gevangenis van de nazi’s was goed voor elke week weer nieuwe gesprekstof. “Maar niemand wist dat onder die gevangenen veel Indische mannen zaten. De baas van de Nederlandse gevangenen was een indo bijvoorbeeld,” zegt journalist en auteur Herman Keppy (Amsterdam, 1960).

Half augustus gaat in Bronbeek (Arnhem), het Koninklijk Tehuis voor Oud-militairen uit het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL), de tentoonstelling ‘Katjongs in Colditz’ open, waarin het materiaal te zien is dat Keppy verzamelde over deze historische plek, een kasteel in Saksen, met zijn vele verhalen.

Keppy toont een foto van krijgsgevangenen in het kamp Colditz op appèl. Hij wijst de Indische gezichten aan. “Je pikt ze er zo uit.” Hij legt zijn vinger op één van hen midden in de groep. “Dat is de pop die ze gebruikten, die beroemde pop die de afwezigheid van een van de gevangenen moest verbergen.” Alleen als je het weet, zou je het kunnen zien, zo echt lijkt deze zogenaamde krijgsgevangen officier. Ook is er een foto van geallieerde krijgsgevangenen in uniformen van de Duitsers. “Die konden ze heel precies namaken. Sommige gevangenen wandelden als het ware zo de vrijheid tegemoet.”

Herman Keppy. (Foto: Winish Chedi)

Dat er vele Indische jongens hebben gezeten, wordt ook gestaafd door de feiten. “Na de capitulatie van het Nederlandse leger op 15 mei 1940 moesten de Nederlandse officieren een zogenaamde erewoordverklaring tekenen. Daarin beloofden ze plechtig zich in de toekomst niet meer te zullen verzetten tegen de Duitse overwinnaars. Van de 14.400 officieren hebben er maar 68 niet getekend. Die moesten dus geïnterneerd worden. En daar zaten 51 KNIL-militairen onder, 35 officieren waren geboren in Nederlands-Indië.”

Mentaliteit

Keppy verklaart het grote Indische aandeel in het verzet tegen de nazi’s uit de mentaliteit van Indische jongens, zowel totoks (blanke Europeanen uit Indië) en indo’s als Indonesiërs. “Die mentaliteit was nu eenmaal krijgshaftiger dan die van de Hollandse burgers. In Indië was het leven anders, er werd meer gevochten, de cultuur was harder, er dreigde altijd gevaar en elk moment kon het afgelopen zijn. Vandaar hun grote bereidheid om te vechten.”

Keppy’s boek over het Indische verzet dat in oktober zal verschijnen, heeft de titel ‘Zijn jullie kerels of lafaards?’, woorden die de indo Jan Nout riep toen hij zijn mannen aanvoerde bij de herovering van vliegveld Valkenburg op 10 mei 1940. Hij zou daarop met de blote vuist twee Duitse soldaten uitgeschakeld hebben.

Keppy deed jarenlang speurwerk

Zelf zoon van een Molukse militair, deed Keppy jarenlang speurwerk naar het Indische aandeel aan het verzet tegen nazi-Duitsland. Naar aanleiding van een eerdere tentoonstelling daarover op de Tong Tong Fair vertelde hij al in Den Haag Centraal dat ‘Soldaat van Oranje’ Erik Hazelhoff Roelzema en enkelen van zijn vrienden een Indische achtergrond hadden. “Daar hoorde je nooit iemand over.”

 

Zijn jullie kerels of lafaards?
Jan Nout (militair)

 

Hetzelfde geldt voor de vele Engelandvaarders die de Noordzee overstaken en zich bij het verzet aansloten. “Onder hen kwam 11 procent, 187 man, oorspronkelijk uit Nederlands-Indië. Ik wil daarom hun verhaal vertellen. Hoe die jongens de avond voor hun vertrek nog een keer nasi goreng gingen eten bij een tante in de Haagse Bomenbuurt. Met die verhalen wil ik het verzet kleur geven, snap je?”

Kleur had ook het Joodse jongetje dat de Indonesische familie Madna uit de Van Kinsbergenstraat adopteerde, maar dan wel heel erg blank, en heel erg blond. Dat stak af tegen het Aziatische bruin van de familie Madna.

Keppy: “En toch deden ze het. De vader van het gezin heeft verteld dat hij er geen seconde over had hoeven nadenken. Zoiets deed je gewoon. En dan moet je ook nog bedenken dat die Indonesiërs moslims waren. Religieus fanatisme speelde nog helemaal niet in die tijd. Voor de meeste Indonesiërs in Nederland gold trouwens ook dat ze hun eigen onafhankelijkheidsstrijd even opzij hadden gezet, omdat de strijd tegen het fascisme op dat moment voorging.’’

Kleine tentoonstelling Indisch verzet tegen de nazi’s, 24 mei t/m 3 juni, en Lezing ‘Vrouwen in Verzet’, 28 mei, Tong Tong Fair, Malieveld; grote tentoonstelling ‘Katjongs in Colditz’, 15 augustus t/m 31 december, Museum Bronbeek (Arnhem). Meer informatie: www.tongtongfair.nl en www.defensie.nl/onderwerpen/bronbeek

 

Standaardportret
Bekijk meer van