Vier nieuwe horecazaken Den Haag (foto’s)

Den Haag staat niet stil op gastronomisch gebied. De culinaire redactie van DHC krijgt vaak de vraag: weten jullie nog leuke nieuwe tentjes? Natuurlijk weten we die! Daarom lichten we er deze week vier uit: Kaai 13, De Asplaag, Krishna Vilas en Bistro Robert.

Door en

1. Café de Asplaag

De gevel van Café De Asplaag prijkt op een van de uitgaven van het boek ‘Haagse Penoze’ over de duistere onderwereld rond Den Haag in de jaren zeventig en tachtig. Hoe je een onguur café omtovert tot een gezellige bruine kroeg anno nu, laten de jonge ondernemers Marvin Meye krul en Sander Teeuwisse blond zien.

Het ooit beruchte café stond al een halfjaar leeg en deze twee Haagse jongens verbouwden zelf de hele boel, verbouwen in de goede zin van het woord. Nu ligt er een mooie houten vloer, de muren hebben een frisse kleur gekregen, de rookruimte werd gesloopt en Sander bouwde er een nieuwe bar in.

De ruimte ademt nog wel een en al geschiedenis. “Vandaag kregen we een kaart binnen uit Canada. Die is van de, nu 84-jarige, zoon van de toenmalige eigenaresse. Zijn slaapkamer zat vroeger hier recht boven de bar, hij had over ons gehoord en wilde ons succes wensen,” vertelt Marvin met de kaart in zijn hand.

 

We hebben nu zeven bieren op tap en twintig op fles en we willen de bierkaart ieder seizoen wisselen.
Marvin Meye (Café De Asplaag)

De jongens zijn leuke dingen van plan met de nieuwe Asplaag. “We hebben nu zeven bieren op tap en twintig op fles en we willen de bierkaart ieder seizoen wisselen. Iedere woensdag hebben we ‘proefdag’ en zijn alle speciaalbieren tussen 16.00 en 20.00 uur slechts € 3,25, donderdag is ‘dorstige donderdag’ en dan zijn alle drankjes, wederom tussen 16.00 en 20.00 uur, ‘vier halen, drie betalen’ en op vrijdag serveren we gratis hapjes bij de vrijdagmiddagborrel.” Ook hebben de twee een mooi wijnaanbod, kunnen hongerige gasten bij de buurvrouw, restaurant De Sierkan, hoofdgerechten bestellen die zij in de Asplaag kunnen eten en zullen er pubquizzen en movie-nights georganiseerd gaan worden.

Café De Asplaag, Koningin Emmaplein 7, open van woensdag t/m zaterdag van 16.00 tot 01.00 uur. Meer informatie: www.facebook.com/deasplaag

Café De Asplaag (DHC/Winish Chedi)

 

2. Bistro Robert

Het is druk in de Stevinstraat. Vandaag geen voorbijrijdende auto’s, maar voetgangers die op de donderdagmarkt rondsnuffelen. Bart ter Maten steekt op zijn terras een sigaret op, zijn vrouw Simone neemt intussen plaats op het randje van een van de tafels. “Hé, jongens.” Ter Mate wenkt naar zijn nieuwe chefs Joãu Proença (ex-Alain Ducasse) en Bartlomiej Nowak (ex-Mochi) die verderop iets met elkaar staan te bespreken. “Ga eens even bij de worsten kijken, misschien zit er wat moois bij.” Niet dat de eigenaar van bistro Robert van plan is op de markt in te kopen. “Nee, ik werk met leveranciers die ik al jaren ken en vertrouw. Maar voor de inspiratie kan het geen kwaad.”

Bart en Simone ter Maten hebben een lang trackrecord in de Haagse horeca. Jarenlang werkten de twee voor de Ropeni-holding, drie heren (Robert, Peter en Nico) die bijna alle horeca op het Plein bezitten: Schlemmer, Plein 19, de Haagsche Kluis, Leopold en Berger. Simone was 23 jaar in dienst van de ‘Ropeni’s’, Bart bijna tien jaar, daarna werkte hij in café-restaurant De Landbouw in Wassenaar. Met Bistro Robert hebben ze het commerciële achter zich gelaten, vertelt hij. “Nu we willen gasten onze persoonlijke aandacht geven. Ze echt verwennen. En dat kan, want we hebben slechts veertig couverts.”

Maar hoe zit dat nou met die naam? Bart drukt grijnzend zijn peuk uit. “Robert is mijn echte naam, Bart is mijn roepnaam. Mijn opa en mijn zoon heten ook Robert. En de vader en de broer van Simone ook. Zodoende.”

Art Deco

En dat de twee voor een Franse keuken hebben gekozen, komt ook niet uit de lucht vallen: Barts ouders waren vroeger eigenaren van het Franse restaurant Chez Eliza aan de Hooigracht 14, tijdens de Tweede Wereldoorlog een ontmoetingsplaats van verzetslieden. Simone: “En om het verhaal compleet te maken: mijn ouders zijn naar de Dordogne verhuisd, dus we gaan zo’n vijf keer per jaar naar Frankrijk.”

 

Het Belgisch Park kent weinig restaurants, terwijl de mensen hier echt wel wat kunnen spenderen.
Bart ter Maten (Bistro Robert)

 

Bistro Robert opent op dinsdag 20 november. Tot die tijd moet er nog het een en ander gebeuren. Bart ter Maten kijkt achter zich. “De Tiffanylampen hangen in elk geval al. Die spiegels die je nu ziet staan, komen straks aan de muur om de zaak nog ruimtelijker te maken. Een dezer dagen verwachten we de marmeren tafels en de kuipstoeltjes. Je stapt hier straks een moderne art-decobistro binnen.”

Op de kaart staan binnenkort klassiekers: paté, foie gras, plateau fruits de mer. “Alle sauzen en dressings worden vers gemaakt,” vertelt Bart. “En voor de kinderen hebben we iets anders verzonnen dan kroketten en friet,” vult Simone aan. “Hier eten ze bijvoorbeeld een velouté (een gebonden soep, red.), een Label Rouge-kippetje of een gemarineerde zalm.”

De Ter Matens, die zelf in de Stevinstraat wonen, hebben een goed gevoel over hun nieuwe etablissement. “Het Belgisch Park kent weinig restaurants, terwijl de mensen hier echt wel wat kunnen spenderen.” Voor concurrentie hoeven ze ook niet te vrezen. “We zijn het eerste Franse restaurant in de buurt.”

Bistro Robert, Stevinsstraat 122. Open van dinsdag t/m zaterdag, vanaf 11.30 uur. De keuken sluit om 22.00 uur. Opening: dinsdag 20 november. Meer informatie: www.bistrorobert.nl

Bistro Robert (DHC/Winish Chedi)

 

3. Kaai 13

“We hebben alles aangeraakt, behalve die zwarte pilaren, die zijn zo gaaf.” Rotterdammer Jerry Johansson (38), eigenaar van het kersverse restaurant Kaai 13 aan de Dunne Bierkade, heeft er zin in. Johansson zit al sinds zijn vijftiende in de horeca. Eerder was hij werkzaam in Dudok Rotterdam. Toen deze stadsbrasserie ook een vestiging in Den Haag opende, hielp Johansson met de voorbereidingen. Daarna was hij tweeënhalf jaar bedrijfsleider van een restaurant in Scheveningen. Na al die jaren begon het toch wat te kriebelen: hij wilde een eigen zaak.

“Ik vind het zo’n heerlijk vak, ik dacht: als ik het nu niet doe, dan gebeurt het nooit.” De eigenaar van vegetarisch eethuis de Zon gooide na ruim dertig jaar ondernemerschap de handdoek in de ring, en Johansson greep zijn kans.

 

Iedereen die hier werkt, heeft een echt horecahart. Niemand ziet dit als een bijbaantje.
Jerry Johansson (Kaai 13)

 

De hele zaak aan de Dunne Bierkade werd gestript en veranderde in een oase van rust. In de inrichting is veel gebruikgemaakt van hout, mooie stoelen, tafels en warme kleuren. Johansson wilde bewust een niet te moderne uitstraling. “Men moet het idee hebben dat we hier al jaren zitten, de tafels mogen wel wat meer slijtrandjes krijgen als het aan mij ligt.”

Bijbaantje

Iedereen die hier werkt, heeft een echt horecahart, vertelt Johannson. “Niemand ziet dit als een bijbaantje.” Zijn chef Arnold van Blerck die in Rotterdam bij restaurant Prins van Terbregge zijn sporen verdiende, zorgt voor dagverse gerechten.

Johansson vertelt trots: “Iedereen kan hier komen eten, het aanbod is divers en internationaal, van burger met friet tot een 4-gangen surprisemenu met wijnarrangement. We bieden eigenwijze gerechten aan. Onze dame blanche is een bijzondere ervaring, de eendenleverterrine is geweldig verfijnd, maar gasten kunnen ook een dorade of rogvleugel bestellen.”

Achter in de zaak is een gezellige borrelruimte gecreëerd met hoge tafels met uitzicht op een groene binnenplaats. In een andere hoek liggen gezelschapsspellen en zelfs een sjoelbak, en ook aan kinderstoelen is gedacht.

Kaai 13, Dunne Bierkade 13, dagelijks open vanaf 11.00 uur voor lunch, borrel en diner. Meer informatie: www.kaai-13.nl

Kaai 13 (DHC/Winish Chedi)

 

4. Krishna Vilas

Wie al viereneenhalve maand na de opening zijn restaurant met 92 zitplaatsen moet uitbreiden, doet het goed. Alhoewel. “De afgelopen weken waren best chaotisch,” vertelt Ganesh Narawane, eigenaar van Krishna Vilas aan de Hooikade 56. “Mensen die niet hadden gereserveerd moesten soms een halfuur wachten. Daarom heb ik het pand ernaast erbij getrokken. Daar kunnen we nog eens dertig couverts kwijt.”

Narawane, die momenteel zijn afspraken plant in het om de hoek gelegen restaurant Walter Benedict, snapt waarom zijn zaak zo populair is. “We zijn een van de weinige vegetarische Indiase restaurants in Nederland. Daarnaast hebben we zes koks uit India.” Na een slok koffie: “Ja, dat is bijzonder; in de meeste Indiase restaurants staan chefs uit Pakistan of Bangladesh in de keuken.” Met een serieuze blik: “You quickly notice the difference.” Niet voor niets is de Indiase ambassadeur al vier keer langs geweest.

Hip and happening horecazaken

Via zijn horecapartner liet hij de koks overvliegen van India naar Den Haag. In de buurt vond Narawane woonruimte voor hen. “Goedkoop is anders, maar ik heb liever niet dat ze ver moeten reizen. Al heb ik hier een weekendhuis, ik woon in Utrecht. Als er iets aan de hand is, kunnen zij snel ter plekke zijn.”

Narawane, in het dagelijks leven effectenhandelaar, koos om meerdere redenen voor Den Haag. “In Amsterdam heb je veel dagjesmensen, in Utrecht studenten, in Den Haag zie ik meer gezinnen uit eten gaan. Ik wil dat mensen terugkomen, daarom houd ik de prijzen laag. En in Den Haag zijn er maar weinig ‘hip and happening’ plekken voor vegetariërs.”

 

In Den Haag zijn er maar weinig ‘hip and happening’ plekken voor vegetariërs.
Ganesh Narawane (Krishna Vilas)

 

Je hebt bij Krishna Vilas keuze uit maar liefst 150 gerechten. Niet een beetje veel? Ganesh Narawane, die de menukaart heeft meegenomen, vindt het meevallen. “Het zijn vaak variaties op een bepaald gerecht.” Hij wijst op een plaatje van een krokante pannenkoek.

“Dosa is een geliefde Zuid-Indiase snack. Het beslag wordt gemaakt van rijst en gespleten zwarte linzen. Bij de pannenkoek serveren we diverse chutneys. Sommige zijn gevuld met aardappels en uiencurry’s, sommige met kaas.”

Veel zakenmensen kiezen tegen lunchtijd voor de South Indian Thali. Narawane bladert verder tot hij de foto heeft gevonden waarop een groot bord staat met diverse kommetjes: linzensoep, curry’s, rijst, papadums en chapati (dun platbrood) en poori (gefrituurd brood). “De curry’s wisselen elke dag.” De prijs: vijftien euro.

De Indiase ondernemer verbleef eerder in Noorwegen en Zweden, daar had hij weleens last van heimwee. “Toen miste ik mijn geboorteland, nu niet. Waar ik vandaan kom, is het nu boven de vijfendertig graden, daar moet ik even niet aan denken. Bovendien spreek ik nu veel Indiaas met mijn personeel, ik voel me hier thuis.”

Krishna Vilas, Hooikade 56, open van maandag t/m zondag. Meer informatie: www.krishna-vilas.com

De ‘South Indian Thali’ van Krishna Vilas (PR)

Bekijk meer van