Koken met minister Sander Dekker: ‘Als ik in de keuken sta, wordt het een puinhoop’
‘Ik kan best een aardig potje neerzetten,’ verkondigde VVD-minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker twee jaar geleden in NRC. Dat wilden we weleens zien, en vooral proeven.
Opeens tikt er iets in de keuken. Sander Dekker haalt snel het steelpannetje van de inductieplaat. “Zodra de zaadjes beginnen te springen, zijn ze klaar,” doceert hij. Daarna test hij met zijn tanden een haricot vert die hij net uit een borrelende pan heeft geplukt. Ja, al dente. Hups, met de peultjes, doperwtjes en dragon in de kom. Beetje peper, geraspte knoflook en citroen erbij. Met een zwaai glijden ook de gekneusde mosterd- en korianderzaadjes uit de pan het groen in.
“Oh jongens, dit is zo’n lekkere salade,” zegt Dekker. “Niet van mijzelf hoor, maar van Ottolenghi. Die ken je toch wel?” Hij trekt een keukenkast vol kookboeken open en haalt er ‘TLV’ van Jigal Krant uit, met als ondertitel: ‘Recepten en verhalen uit Tel Aviv’. “Daar haal ik de laatste tijd veel inspiratie uit.” Als bewijs tikt hij op een grote pot ingelegde citroenen met pepers en munt. “Ze staan nu drie maanden, dan zijn ze goed. Proberen?”
Reactie van Sander Dekker
‘Ik kan best een aardig potje neerzetten,’ verkondigde de VVD-minister voor Rechtsbescherming, twee jaar geleden in NRC. Dat wilden we weleens zien, en vooral proeven. We lieten ons niet ontmoedigen door de reactie op de site van de rijksoverheid (‘een uitnodiging voor een bijeenkomst waarvan het onderwerp buiten het takenpakket van de minister valt, maakt weinig kans’) en stuurden Dekker enigszins brutaal een sms. Meteen kwam een reactie met een koksicoontje. ‘Leuk!’ Om zich daarna toch een beetje in te dekken. ‘Met een glas wijn smaakt alles lekker ;)’.
Mark Rutte eet alleen maar chocolade.
Dat glas wijn staat zondagavond klaar op het kookeiland midden in de woonkamer. Voor de minister hebben we een Côte du Rhône van Chateau Rochecolombe meegenomen. “Oh, deze is lekker zeg. Even kijken naar de hummus. Vannacht heb ik de kikkererwten laten wellen. O ja, daar moet nog wat overheen.” Dekker pakt een flesje olie. Buiten is het regenachtig, desondanks is het uitzicht vanuit zijn appartement adembenemend: duinen, zee en heel in de verte het reuzenrad op de Pier. “Ja, ik heb geluk gehad,” glundert hij. ‘I wish those days could come back once more, why did those days ever have to go?’, zingt Stevie Wonder ons toe. En dan is de avond nog maar net begonnen.
Sander Dekker hielp zijn moeder in de keuken
Tussen het aansnijden van het Turkse brood en het aanbakken van het vlees door, vertelt Dekker hoe hij vroeger zijn moeder in de keuken hielp. “Ze was bepaald geen keukenprinses, bloemkool bijvoorbeeld kon je bij ons thuis opslurpen, maar appeltaarten maken, dat kon ze als de beste. Als klein jongetje stond ik vaak op een verhoging naast haar. Mocht ik de mixer vasthouden of de eieren in de kom doen. Dat vond ik zo leuk dat ik op mijn veertiende solliciteerde bij Ter Meulen, de voorloper van de V&D. Eerst stond ik in de spoelkeuken, daarna mocht ik kopjes ophalen. Op een dag zei ik tegen mijn bedrijfsleider dat ik graag taarten wilde bakken. Ze zei: ‘probeer maar’.”
Later kwam Dekker terecht in het Golden Tulip-hotel waar de broeders Fagel een restaurant startten. “Dat was buffelen hoor. Daar bedacht ik me dat als ik naar de Hogere Hotelschool zou gaan, wat toen het plan was, ik in een totaal ander werkritme zou zitten dan de rest van de mensen. Dat stond me toen een beetje tegen. Maar ja, nu werk ik ook tot ’s avonds laat. Ergens ben ik er toch ingeluisd.”
Goede deal
Wanneer hij een keer een vrije avond heeft, eet hij liever thuis dan ergens in een restaurant. “Mijn vrouw heeft ook een drukke baan, dus in het weekend pakken we uit. Dan zetten we lekkere hapjes neer en drinken we er een borrel bij. Of mijn vriendin goed kan koken?” Dekker denkt even na hoe hij zijn volgende zin zal formuleren. “Daar kan ik niet te veel over zeggen,” zegt hij diplomatiek.
Weet je nog hoe ik er als wethouder uitzag? Iemand had me moeten waarschuwen.
“Ik kook, zij ruimt op. Dat is een goede deal, want als ik eens in de keuken sta, is het hier wel een enorme puinhoop.” Terwijl hij de met mosterd ingesmeerde lamsrack in de oven doet, vragen we hoe het dan zit met zijn collega-bewindslieden. “Even denken. Tamara van Ark (staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, red.) houdt van koken.” En de minister-president? “Nee, Mark kookt helemaal nooit, volgens mij. Die eet de hele dag door chocolade.” Partijgenoot en fractievoorzitter Klaas Dijkhoff dan? Dekker lacht. Daarna: “Dat weet ik niet, hij kan wel goed eten.”
Tegenwoordig eet Dekker veel rauwkost. “Ik zit de hele dag. Dan moet je wel. Anders word ik weer net zoals vroeger. Weet je nog hoe ik er als wethouder uitzag?” Hij pakt zijn mobiel erbij. Een wilde krullenbos kijkt de camera in. De wangen tonen inderdaad wat ronder. “Wat ronder? Iemand had me moeten waarschuwen,” grinnikt hij. “Ik keek naar Cas Spijkers en Joop Braakhekke op televisie, die mannen gooiden overal lekker een klontje boter doorheen. Dat deed ik dus ook. En al die gemeenteborrels. Ik was destijds twintig kilo zwaarder.”
Alcohol
In 2015 gooide Dekker het roer om. Toen de Tour de France in Utrecht startte, reed hij hetzelfde parcours. Negen maanden trainde hij flink. Geen alcohol, geen vette happen. Dat hielp. “Ik wil nooit meer terug naar mijn oude gewicht.” Nog altijd trapt hij, als het even kan, met zijn wielergroep zo’n honderd kilometer weg in het weekend. Daarnaast sport hij met de bewindslieden twee ochtenden per week een uur in de fitnessruimte van de Ministerie van Defensie. “Dinsdag core-oefeningen en vrijdag spinning. Het heeft ook een sociaal aspect. Omdat je ons in het journaal vaak samen ziet, lijkt het alsof we elkaar veel spreken, maar eigenlijk doen we dat maar weinig. Tijdens het sporten praten we bij.”
Of mijn vriendin goed kan koken? Daar kan ik niet te veel over zeggen.
Klokslag halfacht staat alles op tafel: lamsrack, hummus, Turks brood, de enorme Ottolenghi-salade. Hij veegt een stuk brood door de kikkererwtenpuree. “Hier houd ik van: simpel, maar lekker.” De lamsrack is meer dan zacht, de hummus is duidelijk vers en de salade inderdaad erg lekker. Even later zet Dekker druiven op tafel. “Echte Westlandse, dat zijn de beste. Bevroren, maar zacht vanbinnen.” Daarbij chocoladepastilles van ChoX Chocolaterie met de meegebrachte sauternes van Château Dudon. Apart en best lekker, maar de volgende keer toch graag de appeltaart, minister.
Restaurant openen
Een restaurant openen, lijkt hem nog steeds fantastisch. “Niet alleen vanwege het koken, maar ook om het mensen naar hun zin te maken. En je weet het maar nooit met deze baan. ‘One day you’re in, one day you’re out’. Je moet altijd een terugvalplan hebben in de politiek.”
De redactie van Den Haag Centraal biedt u dit artikel uit onze culinaire special gratis aan. Wilt u meer lezen of meer weten over Haagse gastronomie? Klik dan hier voor een (proef)abonnement en meldt u zich hier aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief.