Zaak-De Mos, dag twee: ‘Iedereen blij, maar óók uw partijdonateur’

Op de tweede dag van het proces tegen ex-wethouders De Mos en Guernaoui kwamen de deal rond een bedrijfspand, regels omtrent partijfinanciering en de rol van oud-raadslid Davituliani aan bod.

Door

Op de openingsdag van de strafzaak tegen Richard de Mos, Rachid Guernaoui en zes medeverdachten stonden de veelbesproken nachtontheffingen voor zalencentrum Opera centraal. Dinsdag boog de rechtbank zich over het dossier-De Schilde, een verliesmakend bedrijfspand voor duurzame startups aan de Televisiestraat, schuin tegenover het zalencentrum.

Hünkar ‘Atilla’ A., uitbater van Opera en tevens partijdonateur van Hart voor Den Haag, had zijn oog laten vallen op dit gemeentepand. Aanvankelijk als tentamenlocatie voor studenten plus restaurant, later ook voor huisvesting van arbeidsmigranten. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) deed De Mos vervolgens erg zijn best om hem het pand te bezorgen.

 

Ik heb hem alleen doorverwezen naar de juiste ambtenaar
Richard de Mos, ex-wethouder

 

Onzin, zeiden de verdachten dinsdag in de Rotterdamse rechtszaal. “De eerste contacten tussen Atilla en de gemeente zijn buiten mij om gegaan,” vertelde De Mos. “Ik heb hem alleen doorverwezen naar de juiste ambtenaar.” Dat hij zich later met De Schilde ging bemoeien, was vanwege Plopsaland. De Mos wilde de Vlaamse kinderattractie naar Den Haag halen, maar daarvoor moest wel een ‘Polenhotel’ naast schaatsbaan De Uithof wijken. “Toen kreeg ik het idee om de arbeidsmigranten naar De Schilde te verhuizen. Een win-winsituatie.”

“Iedereen blij, maar óók uw partijdonateur,” hield de rechtbankvoorzitter hem voor. De Mos: “Is dat een probleem?” Rechter: “Hier wel, u wordt verdacht van corruptie.”

‘Onder druk gezet’

Volgens het OM is er meer aan de hand. E-mails en Whatsappberichten zouden aantonen dat De Mos zich al eerder met De Schilde bemoeide. Eigenlijk was GroenLinks-wethouder Liesbeth van Tongeren verantwoordelijk voor het dossier, maar De Mos dwong af dat zij het aan hem overdroeg. Van Tongeren heeft verklaard ‘behoorlijk onder druk’ te zijn gezet.

“Als je daar niet tegen kan, moet je geen wethouder worden maar gaan kantklossen,” verzuchtte De Mos. Zijn Plopsa-deal was in het belang van de stad, schetste hij. “De Schilde was een hoofdpijndossier. De ambtenarij danste de horlepiep toen er een goed plan lag.” Dat een partijdonateur als investeerder betrokken was, noemde hij ‘een samenloop van omstandigheden’.

 

Wij hebben jou erin gezet
appje van Erdinç A. aan raadslid Davituliani

 

Ook A. wuifde de suggestie weg dat De Mos hem bij De Schilde heeft bevoordeeld. “Ik heb hem alleen gevraagd bij welke ambtenaar ik moest zijn. Mag ik alsjeblieft ondernemen? Met alles wat ik doe, heb ik met de gemeente te maken. En laat hij toevallig een van de bazen daar zijn.” Dat klinkt als ‘een blauwdruk van een corruptiezaak’, merkte de rechter op.

Daarna kwam de kwestie van partijfinanciering langdurig aan bod. Voor lokale partijen bestaan amper regels, vertelde de Groningse hoogleraar Gerrit Voerman, die als getuige-deskundige werd verhoord. Donateurs, ook bedrijven, mogen invloed uitoefenen op het verkiezingsprogramma. Wel vindt hij dat partijen transparant moeten zijn over hun geldschieters, bijvoorbeeld op een website.

Kandidatuur Davituliani

Voor het OM is het vooral zaak of er iets tegenover de giften aan Hart voor Den Haag stond. Volgens de aanklager was dat het geval bij de kandidatuur van Nino Davituliani, de vriendin van Gülhan ‘Erdinç’ A. (Atilla’s broer). Erdinç droeg in september 2017 haar voor als kandidaat-raadslid bij De Mos. Logisch, aldus Davituliani: zij wilde de politiek in en hij kende de partijleider. Later volgden nog veel berichtjes waarin Erdinç aandrong op een hoge plek voor haar op de kieslijst. “Zo is hij nou eenmaal,” zei Davituliani op de zitting.

In het strafdossier lopen de berichten over haar kandidatuur en een donatie van 30.000 euro door Opera aan de campagnekas door elkaar heen. Volgens het OM bewijs dat Davituliani’s raadslidmaatschap is ‘gekocht’ door de gebroeders A. van het zalencentrum. Dat beeld ziet de aanklager bevestigd in een latere ruzie tussen haar en Erdinç. Toen Davituliani aangaf omwille van belangenverstrengeling niet voor een nachtvergunning voor Opera te willen stemmen, verweet hij haar de familie te verraden. ‘Wij hebben jou erin gezet’, schreef hij in boze appjes. En: ‘We hebben 30 mille betaald voor jou’. “Dat deed hij om mij te kwetsen,” stelde Davituliani.

Volgens de verdachten staan haar kandidatuur en de donatie los van elkaar. “We waren in de partij niet zo behept met vrouwen, laat staan kundige,” lichtte De Mos toe. “Nino was een welkome aanvulling.” In het dossier zit ook een bericht van hem aan Erdinç waarin hij belooft dat Davituliani hoog op de lijst komt, ‘ook als je niet sponsort’.

Davituliani erkende verder dat ze rond de verkiezingen binnen haar familie- en vriendenkring volmachten heeft verzameld. Foto’s van identiteitsbewijzen stuurde ze naar Erdinç. Naar eigen zeggen was ze niet op de hoogte van de regelgeving rond volmachtstemmen. “Als ik het zo in het dossier teruglees, lijkt het niet fraai. Maar niemand had de intentie iets frauduleus te doen.”

Donderdag gaat het proces verder. Dan staat de vastgoedkant van het strafdossier centraal.

Standaardportret
Bekijk meer van