‘Onzichtbaar dakloos’ met Jeffrey: ‘Speelt er geen autisme bij mij?’
Verslaafd en ongewassen op een bankje in het park; een stereotype dakloze is makkelijk uit te tekenen. Maar heel vaak klopt dat beeld niet. Dakloos zijn, zie je niet. In deze serie komen jonge ervaringsdeskundigen zelf aan het woord. In deel 5 (slot): Jeffrey.
“Vaak krijg ik van mensen te horen: ‘Het ziet er helemaal niet uit alsof je autisme hebt. Je bent zo sociaal’.” Jeffrey (24) lacht, al is het misschien als een boer met kiespijn.
Autisme is in Jeffrey’s verhaal het toverwoord. Pas een jaar geleden kreeg hij de echte diagnose en vooral: de bijbehorende hulp. Dat betekende een behoorlijke ommezwaai. Waar hij niet zo lang geleden dakloos was en op het punt stond om voor de trein te springen, haalt hij nu prachtige cijfers voor zijn opleiding applicatieontwikkeling en woont hij in een eigen appartementje. “Het was mijn geluksjaar. Iemand heeft een schietgebedje voor me gedaan.”
“Autisme is heel breed,” legt Jeffrey uit met zijn warme zware stem. Voor hem betekent het dat hij moeite heeft met sociale wederkerigheid. Oogcontact is lastig en in grote groepen of andere ingewikkelde sociale situaties loopt bij hem de spanning snel op. “Als het te erg wordt, heb ik uitbarstingen en paniekaanvallen.”
Zorg en hulpverlening
Al sinds zijn vijfde heeft Jeffrey te maken met zorg en hulpverlening. Na een trauma werd hij onder toezicht gesteld. Maar omdat zijn autisme niet bekend was en ook niet gediagnosticeerd werd, kreeg hij de verkeerde hulp en werd hij vooral niet begrepen. Bijna tien jaar lang stelde hij zelf de vraag: ‘Speelt er geen autisme bij mij?’
Tegen de tijd dat Jeffrey naar de middelbare school ging, was er thuis al jaren een gezinsvoogd en liep hij bij een kinderpsychiater. “Ik had angstklachten en ik was erg neerslachtig.” Hij werd al gepest, maar op de middelbare werd het zeer ernstig. “Ik werd vaak opgewacht en in elkaar geslagen.” De situatie aankaarten bij docenten wilde niet baten.
Ze zagen mij als probleemkind.
“Uit pure angst ging ik niet meer naar school.” Dat probeerde hij te verbergen, maar als hij te vaak afwezig was, werd Jeffrey met zijn ouders naar school geroepen. “Toen barstte ik, letterlijk. Ik schreeuwde tegen de directeur, de docenten en zelfs tegen mijn ouders. Alle frustratie kwam eruit. Puur daardoor dachten ze dat ik onhandelbaar was en hebben ze me uit huis geplaatst.” Jeffrey moest naar een centrum voor probleemjeugd. “Sorry, ik raak er nog steeds emotioneel van.” Met netjes gestapelde servetjes veegt hij af en toe zijn tranen weg. “Het voelde alsof ik alles kon schreeuwen of doen, maar dat het alleen maar op het lijstje zou komen: dit is óók nog mis met hem.” Ondertussen moest hij nu verplicht naar school. Dezelfde school. “Het pesten ging gewoon door. Ik kon niet ontsnappen.”
Noodlot
Toen sloeg het noodlot opnieuw toe. Jeffrey’s vader bleek zo ziek dat hij nog maar enkele weken te leven had. “Het voelde alsof er niks anders meer fout kon gaan.”
Na zijn vaders overlijden hoefde Jeffrey niet terug naar het centrum. Binnen een jaar verhuisde het gezin zelfs vanuit Friesland terug naar Den Haag. Daar kwam Jeffrey bij toeval terecht op een school voor autistische kinderen. “Daar zag ik allemaal mensen die ook tikjes hadden of bepaalde dingen deden die ik ook deed.” Hij begon vragen te stellen. Kinderpsychiaters constateerden PTSS en angststoornis. “Autisme konden ze niet uitsluiten, maar er is verder niks mee gedaan.”
Jeffrey omschrijft zichzelf als ‘product van het internet’, zeker gezien zijn gesloten jeugd. In 2016 verhuisde hij voor een meisje dat hij online leerde kennen naar Noorwegen. Een jaar later was hij terug en had hij niks meer. “Je komt in een land terug zonder baan en zonder huis. Ik kwam er op de huizenmarkt gewoon niet tussen.”
Stempel
Vrienden vingen hem op. “Maar dat put je op een gegeven moment uit.” Hoewel het daklozenloket een ‘stempel’ betekent, vond Jeffrey er praktische hulp. Toch was er een laatste dieptepunt nodig om hem naar de Stichting Autisme (SARR) te krijgen. Zodra daar het hoge woord eruit was, verscheen op zijn gezicht de ‘grootste glimlach’ en barstte hij tegelijk in tranen uit. “Járen heb ik ermee gezeten. En toen kreeg ik de bevestiging: ja, er is autisme. En ja: we gaan er iets aan doen.”
Jeffrey
Toen Jeffrey (24) dakloos was, wandelde hij tussen de 10 en 25 kilometer per dag. “Uren en uren lang. Vanuit Voorburg helemaal naar het Malieveld. Daar ging ik dan een middag liggen met een boek of muziek. Gelukkig werd ik dakloos in de zomer.” Inmiddels woont hij een halfjaar op zichzelf, met hulp van de Stichting Autisme. Jeffrey heeft er bewust voor gekozen om in plaats van een hbo-opleiding een mbo-opleiding applicatieontwikkeling te doen – ‘het rustige pad’. Behalve een leuke baan wil hij vooral een eigen huis kopen. “Ergens in een dorpje buiten Den Haag, op een rustige plek.” Er moet in ieder geval ruimte zijn voor een hond. “Ik hou zo van husky’s!”