Vraagtekens bij ‘vreemde’ vergunning voor stikstof vreugdevuren

Ondanks onverbiddelijke stikstofregels, hoeft de uitstoot van de vreugdevuren van Scheveningen en Duindorp niet gecompenseerd te worden. Dat wekt verbazing.

Door

Eind september heeft het volksfestijn groen licht gekregen voor de stikstof die vrijkomt bij de traditionele strandvuren. Volgens de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH), die namens de provincie over de vergunningen beslist, is geen compensatie nodig. Dat is opmerkelijk. Uit de berekeningen blijkt namelijk dat de vreugdevuren wel degelijk bijdragen aan de (toch al te hoge) stikstofberg in de duinen. Vooral het Duindorpse vuur, dat pal naast het beschermde Westduinpark komt, overschrijdt duidelijk de norm die sinds anderhalf jaar geldt.

“Dit is een zeer vreemde beslissing,” reageert Ben ter Haar van Stichting Duinbehoud die veel ervaring heeft met stikstofprocedures. Sinds de Raad van State het beleid naar de prullenbak verwees, mag er in beschermde natuurgebieden geen spatje stikstof meer bij. In vaktaal: de depositie mag niet uitkomen boven de 0,00 mol (eenheid voor hoeveelheid stof) per hectare per jaar. Wie toch wat wil doen – bouwen bijvoorbeeld – moet compenseren. Door dit strikte regime lag de vergunningsafgifte lange tijd stil, ook in Zuid-Holland.

 

Dit is een onzinredenering
Ben ter Haar, Stichting Duinbehoud

 

Het Duindorpse vreugdevuur tikt op sommige plekken in het Westduinpark 0,14 mol aan. “Normaal wordt er dan geen vergunning verstrekt,” zegt Ter Haar verbaasd.

Stikstof in winter

Toch keurde de ODH de aanvraag goed. De dienst volgt de ‘passende beoordeling’ die door een ingenieursbureau is opgesteld. Daarin wordt gewezen op het ‘zeer tijdelijke’ karakter van het evenement en op het jaargetijde waarin het plaatsheeft. Omdat de jaarwisseling ‘buiten het groeiseizoen’ valt, zou de stikstoftoename niet nadelig uitpakken voor bedreigde duinflora. “Een onzinredenering,” stelt Ter Haar. “Het maakt niet uit wanneer de stikstof neerslaat.”

Ook Franciska de Vries, hoogleraar aardwetenschappen aan de UvA, zegt dat er ‘geen duidelijk bewijs’ is dat stikstofschade verschilt per seizoen. Bij ammoniak, die wordt uitgestoten door de veeteelt, kan ze zich dat nog voorstellen, omdat die stof door planten en bacteriën wordt omgezet in verzurend nitraat. Maar bij brandende pallets komen stikstofoxiden vrij. Die verzuren de bodem zonder tussenkomst van planten. “Ik verwacht dat het verzurende effect niet minder is in de winter dan in de zomer,” zegt De Vries.

 

De provincie en de gemeente zoeken continu uitwegen, in dit geval een dubieuze
Robert Barker, PvdD-fractievoorzitter

 

Ook over de ‘tijdelijkheid’ valt te twisten. Recent onderzoek suggereert dat een grote teug stikstof meer effect op planten en bodemleven heeft dan een reeks kleine scheutjes.

“Dit is een doelredenering om recht te praten wat krom is,” stelt Robert Barker, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren in de gemeenteraad. “De provincie en de gemeente zijn continu bezig uitwegen te zoeken, in dit geval een dubieuze. Als je deze redenering doortrekt, dan zouden we in de winter volop woningen kunnen bouwen en is het stikstofprobleem opgelost.”

In een korte reactie houdt de ODH het erop dat de vergunningen terecht zijn verleend. “Er moet sprake zijn van geen significant negatief effect volgens de Wet natuurbescherming. Dat heeft de aanvrager in voldoende mate aangetoond. De vreugdevuren zijn beoordeeld op hun merites en vormen geen uitzondering.”

Minuscuul effect

De vergunningen zijn een papieren verhaal. Voor de duinen maakt het weinig uit, relativeert ecoloog Roland Bobbink van onderzoekscentrum B-Ware in Nijmegen. De stikstofuitstoot van de vreugdevuren is minuscuul, benadrukt hij. Neem de grijze duinen in het Westduinpark. Hun taks is zo’n duizend mol per jaar. “Die 0,14 is een tienduizendste daarvan. Dat is zó weinig. Niemand kan aantonen of het wel of geen effect heeft op de natuur.”

 

Men is vooral bezig met het verzinnen van juridische listen
Valentijn Wösten, jurist

 

Bobbink vindt dat we zijn ‘doorgeslagen’ in gepriegel. Hij pleit voor een drempelwaarde, zodat klein bier als een strandvuur gewoon kan. “Tegelijk moet de overheid algemeen beleid voeren om de stikstofuitstoot in het hele land terug te dringen.”

Daarvoor schort het aan politieke wil, zegt de Haagse jurist Valentijn Wösten, een drijvende kracht achter de val van het oude stikstofbeleid (PAS). “Het provinciebestuur ziet stikstof in de eerste plaats als een juridisch obstakel dat vergunningen in de weg staat, niet als een natuurschadeprobleem. Ze zijn vooral bezig met het verzinnen van juridische listen om de vergunningenmachine weer op gang te brengen.”

De vreugdevurenzaak past in dat plaatje, stelt hij. Natuurlijk maakt één activiteit meer of minder weinig verschil, maar het gaat om de ‘optelsom’. Wösten vindt dat de ambtenarij op haar strepen moet staan. “De ODH is nu weinig meer dan een stempelmachine.”

Warme broodjes

Die ‘machinerie’ komt, anderhalf jaar na de Raad van State-uitspraak, weer op stoom. Sinds juli gaan de stikstofvergunningen als warme broodjes over de toonbank bij het Provinciehuis, zeker afgelopen maand. In oktober kregen tot dusver acht Haagse bouwprojecten groen licht. Het gaat onder meer om nieuwbouw in de Binckhorst en rond station Hollands Spoor. Volgens de ODH komt de toename doordat de dienst in de loop van het jaar meer aanvragen heeft ontvangen. “En er is meer duidelijkheid over de duiding van de wet- en regelgeving.”

Of de vreugdevuren gezien het coronavirus kunnen doorgaan, is overigens de vraag. Het stadsbestuur besluit binnenkort of de traditionele viering, na een jaar afwezigheid, kan terugkeren op het strand.

Dit artikel krijgt u gratis aangeboden. Wilt u meer Haags nieuws? Koop dan de krant Den Haag Centraal bij een van onze verkooppunten of neem een (proef)abonnement.

Standaardportret
Bekijk meer van