Sporthistorie: snowboarden, de lifestyle die olympisch werd

De Paralympische Winterspelen zijn begonnen en een van de sporten in Peking is snowboarden, uitgevonden en ontwikkeld door en voor mensen die niet (meer) kunnen of willen skiën.

Door

Voor Renske van Beek (1989), die tot en met 13 maart deelneemt aan de Paralympische Winterspelen in Peking (China), bracht het snowboarden uitkomst na een herseninfarct en een fietsongeluk op jonge leeftijd. Maar hoe oud is die sport eigenlijk? De ontwikkelingen zijn soms amper bij te houden. Ineens zien we jongens en meisjes in veel te grote broeken en jassen een steile helling af suizen om vervolgens vier keer een salto ondersteboven achterstevoren te maken met één hand aan het board en nog keurig te landen ook. Wie heeft dat bedacht?

De Amerikaan Jake Burton Carpenter (1954-2019) wordt gezien als de grondlegger van deze sport, als de man die het snowboarden sinds de jaren zeventig heeft groot gemaakt. Voor wie al die ontwikkelingen niet goed heeft bijgehouden, biedt een pas uitgekomen documentaire uitkomst. Met Netflix kan je deze zo oproepen.

Snowboarden en snurfen

De film ‘Dear Rider’ vertelt het verhaal van Carpenter. Hij hield erg van surfen in de zomer en van skiën in de winter. Hij moest zijn carrière als wedstrijdskiër afbreken wegens een vervelende blessure. Maar de wintersport vaarwel zeggen kon hij niet. Hij dacht dat het ook wel leuk was om uit te proberen of het zou lukken om met zijn surfboard op een niet al te steile sneeuwhelling af te dalen. Hij noemde de door hem uitgevonden sport ‘snurfen’, de samentrekking van snow en surfen.

Het was al snel duidelijk dat er allerlei aanpassingen nodig waren. Als je viel, verdween het board in de diepte. Dat was niet alleen pech voor de snurfer, het was ook bloedlink voor de mensen die zich onder aan de heuvel bevonden. Er moesten dus een soort skibindingen gemonteerd worden. Na enig experimenteren vond hij een acceptabele plaatsing voor de voeten. Natuurlijk moest ook het materiaal waarvan het board gemaakt was, aangepast worden. Houten boards zoals die bij surfen gebruikt werden, bleken te kwetsbaar. In zijn schuurtje ging Carpenter aan de slag om het juiste procedé uit te vinden. Mallen moesten worden gemaakt, de fiberglas erin gegoten en het board moest worden geslepen om het glad te krijgen. Met een touwtje dat vastgebonden was aan de punt van het board kon hij bijsturen.

Propageren

Carpenter was nu zo gegrepen door de mogelijkheden dat hij op alle fronten als een bezetene in de weer ging om de sport te propageren door demonstraties te geven en andere rijders te enthousiasmeren, die dan natuurlijk een van zijn handgemaakte boards moesten aanschaffen. In die jaren reisde hij rond met zijn busje om de boards te verkopen. Eén keer vertrok hij met 38 exemplaren en keerde terug met 40 stuks. Een winkelier had er twee geretourneerd omdat ze onverkoopbaar waren.

Maar hij zette door. Hij organiseerde de eerste snurfwedstrijd, die hij zelf won. Zo slaagde hij erin een nieuwe lifestyle, sport en eigen cultuur tot leven te brengen. De nieuwe sport sloeg aan bij de jongere wintersporters die weleens wat anders wilden. Nieuwe varianten werden bedacht. Concurrenten kwamen op de markt. Het materiaal werd steeds beter. Enorme sprongen waren mogelijk zonder dat de plank brak. Het aantal beoefenaren explodeerde. Carpenters bedrijf Burton Boards behoort nog steeds tot de grootste merken ter wereld.

Definitieve erkenning volgde toen het boarden onderdeel werd van de Olympische Winterspelen in 1998 in Nagano (Japan). Curling en snowboarden figureerden er voor het eerst. En direct met een schandaal. De winnaar bij het snowboarden was de Canadees Ross Rebagliati, maar hij werd gediskwalificeerd toen bleek dat hij, geheel volgens de toen om die sport hangende sfeer, cannabis had gebruikt. Dat werd later herroepen, zodat hij de gouden medaille alsnog mee naar huis mocht nemen.

Shaun White

Een van de grootste namen uit die eerste decennia was de Amerikaan Shaun White, die ook deel uitmaakte van het Burton-team. Hij won maar liefst driemaal olympisch goud. Wedstrijdonderdelen waren de half pipe, de slopestyle, de big air en de cross. En op dat laatste onderdeel is Renske van Beek op haar best. Op de Paralympische Winterspelen is het (para)snowboarden pas sinds Sotsji 2014 (Rusland) een onderdeel. Daarbij legt de racer driemaal het parcours af en de beste twee tijden gelden voor de einduitslag.

De Paralympics worden pas sinds 1976 georganiseerd. Het begon zestien jaar eerder als speciaal onderdeel voor oorlogsveteranen. De wereld leerde toen dat ook gehandicapte sporters echte topprestaties konden leveren. En dat dit voor iedereen met een handicap of een beperking een voorbeeld was.

Diverse ontwikkelingen brachten steeds meer mogelijkheden. Met behulp van de computer en de modernste materialen konden protheses worden gemaakt die verbijsterende resultaten mogelijk maakten. Bijna alle landen hebben de paralympische sportbedrijving omarmd. De nationale eer staat daarbij net zo goed op het spel als bij reguliere Spelen.

Het is te hopen dat de Nederlandse vlag ook bij de aanstaande Paralympische Winterspelen vaak gehesen wordt, want in ons gediversifieerde landje is wel behoefte aan een samenbindende kracht die zo’n evenement kan losmaken.

Theo Bollerman is sporthistoricus

Wilt u meer lezen over Haagse politiek, sport en cultuur? Neem een (proef)abonnement op de onafhankelijke weekkrant Den Haag Centraal. Of koop de krant bij één van onze verkooppunten

 

 

Standaardportret
Bekijk meer van