Olympische historie: Arie de Jong en George van Rossem schermden er lustig op los

De Olympische Zomerspelen in Tokio zijn in volle gang, maar in het begin van de vorige eeuw waren er al Haagse deelnemers. Sabelschermers Arie de Jong en George van Rossem wonnen ook medailles.

Door

Op de Oranje Tennis Club op tennispark WW speelde tot aan haar overlijden een gezette oude dame, mevrouw De Jong, die gehuld in een lange, witte tentjurk wekelijks een tennislesje nam. Daarna nuttigde ze een witte wijn en vertrok in een ouderwetse Opel Kapitän met grote bumpers met hoge rozetten. Op een dag kwam een politieagent het park op hollen. Er stond een Deux Chevaux zonder bestuurder midden op het kruispunt met de Wassenaarseweg. Was die van iemand van de club? Wat bleek. Bij het wegrijden had mevrouw De Jong de Lelijke Eend op haar bumperuitsteeksels meegenomen en op het kruispunt afgeschud. Grote hilariteit.

Mevrouw De Jong was eigenaresse van het Indische restaurant Tampat Senang.  De hoogste competitieteams van de Oranje TC gingen daar na hun wedstrijd geregeld eten. Niemand besefte toen dat Wietske de Jong vroeger een knappe vrouw was geweest, getrouwd met de zesvoudig deelnemer aan de Olympische Spelen Arie de Jong (1882-1966). Hij was een knappe kerel met zwart haar, glinsterende ogen en een paar pokdalige plekjes op z’n wangen, wat hem extra charme gaf. Er stroomde zeker wat Indisch bloed door zijn aderen.

De Hollandse Methode

De Jong was een van de beste sabelschermers van de wereld met achttien nationale titels. Hij werd in 1922 en 1923 Europees kampioen en won vijf bronzen olympische medailles, zowel individueel als met een team. Hij trainde zichzelf door elke ochtend naar de kazerne te rennen nadat hij al bij het scheren en ontbijten de schermstand met gebogen knieën had aangenomen. ‘Daar kreeg je ijzeren poten van.’ Driemaal per week in de schermschool was ruim voldoende. Er werd daar getraind volgens ‘de Hollandse methode’. Vier aardappels werden bevestigd aan hoofd, buik en beide zijden. Die moesten zo snel mogelijk gekliefd worden.

[Tekst gaat verder onder afbeelding.]

Schermer Arie de Jong. (Foto: Privéarchief)

In 1933 kreeg De Jong mot met zijn superieuren. Hij verliet de militaire dienst en kwam in contact met J.J. van Geemert, die in 1919 het allereerste Indische restaurant van Nederland had geopend, Tampat Senang. De Jong nam het over en kon daar gelijk ook zijn verzameling wajangpoppen uitstallen. En zo kwam het dat de Oranje TC daar vaak ging eten. In 2016 ging Tampat Senang failliet. Nu is in dat pand aan de Laan van Meerdervoort restaurant Villa Coucou gevestigd.

George van Rossem

In hetzelfde jaar als Arie de Jong werd een van zijn teamgenoten geboren, George van Rossem (1882-1955). Hij won op de sabel zilver tijdens de Spelen van 1906 en bronzen medailles in 1912. Hagenaar George van Rossem was een heel ander figuur dan De Jong. Hij was ook militair, maar was hoger in rang, en dat merkte men.  Hij ontpopte zich als uitmuntend organisator. Zijn perfectionistische inslag maakte dat hij iedereen in zijn omgeving opjoeg om de beste prestaties te leveren. Hij was lastig in de omgang, want hij was behoorlijk autoritair, ook tegen de burgers die geen strakke, hiërarchische structuur gewend waren. En zijn tong kon net zo scherp zijn als zijn sabel.

In 1925 werd hij benoemd tot president van de Internationale Schermfederatie. Nog belangrijker was zijn inbreng bij de organisatie van de Olympische Spelen van 1928 in Amsterdam. Als secretaris-generaal van het Olympisch Comité was hij de spil die de grote lijnen uitzette en controle hield over het proces. Vier jaar later, bij de Spelen in Los Angeles, werd hij enkele malen ingevlogen om zijn deskundigheid over te brengen op de Amerikaanse organisatie. En dat wil wat zeggen, als Amerikanen je hulp inroepen!

Theo Bollerman is sporthistoricus

Wilt u meer Haags sportnieuws lezen? Koop de krant Den Haag Centraal dan op donderdag bij een van de verkooppunten. U kunt ook een (proef)abonnement nemen. U ontvangt DHC 10 weken voor slechts 10 euro.

Standaardportret
Bekijk meer van