(Zomerserie deel 3) Denise Koorevaar: ‘Zweden eten twee keer per dag warm’
Velen dromen er slechts van, maar de Hagenaars in deze zomerrubriek doen het: wonen en/of werken in het buitenland. Hoe bevalt dat? En is hun blik op de stad veranderd sinds ze in vreemde oorden vertoeven? In aflevering 3 van de zomerserie ‘Wat voor weer zou het zijn in Den Haag?’ oud ADO-keepster Denise Koorevaar in Zweden.
Denise Koorevaar (27) stond in 2014 en 2015 onder de lat bij ADO Den Haag. Daarna verhuisde de Haagse keepster naar Zweden, waar ze nu het doel van Sätra SK (eerste divisie) verdedigt. Ook werkt ze in Stockholm als coach in een sportschool.
Wat is Stockholm voor stad?
“Het is een stad met een verrassend kleinschalig karakter, met veel groene en rustige plekken. Ik krijg nooit het gevoel dat Stockholm dé hoofdstad van Zweden is. Zo woon ik op maar een paar minuten van de binnenstad, maar het is in de buurt zó kalm, dat het voelt alsof ik in een rustig buitengebied zit.”
Wat vind je goed geregeld in Stockholm?
“Het openbaar vervoer is uitstekend. Je hebt hier alles: boot, metro, bus, tram. Vooral de metro is een comfortabele manier om je te verplaatsen. Veilig, snel en makkelijk. In de spits is het weleens druk, maar niet zoals in Den Haag dat je regelmatig op elkaar gepropt staat.”
En wat vind je minder goed geregeld?
“De post. Dat is echt een lachertje. Negen van de tien keer hapert de bezorging. Zo wachtte ik laatst een halve dag tevergeefs op fitnesspullen. Het enige wat er kwam, was, aan het begin van de avond, een briefje met een mededeling met waar en wanneer ik het pakketje kon ophalen. Nou, het gevolg was dat ik twaalf kilo door de stad moest tillen. En het was bepaald niet de eerste keer dat mij zoiets overkwam. Ik zou zeggen: wees blij met PostNL, want het kan veel beroerder.”
Hoe is de Zweedse mentaliteit?
“Het belangrijkste vind ik de warmte die de Zweden uitstralen. Ze geven buitenlanders het gevoel dat ze welkom zijn. Verder zijn Zweden niet zo direct als Nederlanders. Uit zichzelf vertellen ze niet zo makkelijk, vaak moet je ze interviewen om antwoorden te krijgen. En ze zijn relatief ingetogen.” Lachend: “Nou ja, ik ben best een extravert persoon, dus het is misschien goed dat de mensen in mijn omgeving rustiger acteren.”
De post is in Zweden echt een lachertje.
Wat zijn je favoriete plekken in Stockholm?
“Mijn appartement ligt op een berg, aan een klif. Het uitzicht is mooi, vooral de zonsondergang is fantastisch. Ook vanaf de Skinnarviksberget kun je mooi over de stad kijken. Het leuke is dat deze berg onder vakantiegangers nauwelijks bekend is. Het plein Kungsträdgården is wél een toeristische trekpleister, maar is vooral in de zomer, als de vele bloesems bloeien, een fijne plek.”
En waar kom je graag in Den Haag?
“Het gebied rond het Eschermuseum, of eigenlijk het hele Lange Voorhout. Heerlijk om daar te ontspannen. Ook heeft Den Haag gezellige uitgaansgelegenheden, zoals de Millers op het Plein. Dat vind ik een hippe en leuke tent, zolang het maar niet té druk wordt.”
Wat zijn de eerste dingen die je doet als je Den Haag weer bezoekt?
“Ik probeer dan een wedstrijd van ADO Den Haag te bezoeken. Ik koester goede herinneringen aan mijn tijd bij de club. Kijk, ik ben bij ADO altijd tweede keeper geweest. Daar was ik niet blij mee. Sterker nog: ik baalde vaak stevig als ik wéér op de bank zat. Maar dat neemt niet weg dat ik in Den Haag fijne mensen heb ontmoet en graag bij de club terugkom. Als het even kan, ga ik naar het ADO-stadion.”
Als je op het werk met een zakje bammetjes komt aanzetten, word je met gefronste wenkbrauwen aangekeken.
En verder?
“Ik schaam mij er wel voor, maar het fenomeen ‘snackbar’ kent Zweden niet. Dus als ik weer thuis ben, haal ik bijna altijd een frikandel speciaal. Erg, hè?”
Hoe is de Zweedse eetcultuur eigenlijk?
“De Zweden eten twee keer per dag warm, rond het middaguur en in de avond. Rond lunchtijd gaat bijna iedereen naar een restaurant. Als je op het werk met een zakje bammetjes komt aanzetten, word je met gefronste wenkbrauwen aangekeken. Een lekkere, typisch Zweedse maaltijd is Köttbullar. Dat zijn vleesballetjes die je met aardappelpuree, besjes en augurken hoort te eten.”
Heb je nog tips voor mensen die Stockholm willen bezoeken?
“De meeste toeristische attracties liggen op één eiland: Djurgården, Zweeds voor dierentuin. Een beetje verwarrend, want op het eiland ligt helemaal geen dierentuin. Wel zijn er talrijke musea, een leuk pretpark en mooie parken. En wat ook absoluut een aanrader is: Kaknästornet, een hoge toren die iets weg heeft van de Euromast. Bovenin zit een leuk cafeetje en heb je fraai uitzicht over Stockholm en de scherenkust.”