Fons Groenendijk: ‘Coachen is alleen het beïnvloeden van mensen’
Fons Groenendijk moet ADO Den Haag in de eredivisie houden. Nog zeven wedstrijden heeft de Leidenaar, die begin februari hoofdcoach werd, om degradatie te voorkomen. Groenendijk vertelt openhartig over de psychologie van het coachen, de druk die komt kijken bij het móéten presteren en de kunst van het ontsnappen uit de hectische voetballerij.
Het is stil in De Ooievaar wanneer trainer Fons Groenendijk (52) de borrelruimte van het Kyocera Stadion binnenstapt. De training en de daaropvolgende nabesprekingen zijn net afgelopen. “Waar gaan we zitten?,” vraagt hij nog gekleed in trainingsoutfit – een blauw jack en een blauwe broek waarop naast het clublogo prominent zijn initialen FG prijken. “Dit lijkt mij een mooie plek,” zegt Groenendijk, terwijl hij plaatsneemt met uitzicht op het Haags Kwartier, het grote plein voor de hoofdingang van het ADO Den Haag-stadion, waar de wind altijd vrij spel heeft.
Fons Groenendijk is na dertig jaar en vele omzwervingen weer terug bij ADO Den Haag. Nu met een duidelijke missie: de coach moet de club behoeden voor degradatie. Bij zijn presentatie, begin februari, noemde hij ADO ‘mijn jeugdliefde’. “Hier begon het allemaal,” vertelt hij breed glimlachend.
“Mijn eerste profcontract tekende ik bij deze club, nou, dat is zo’n mooi moment, dat vergeet ik nooit meer. Net als de reisjes naar het oude Zuiderparkstadion. Ik woonde met ploeggenoot Ron de Roode in Leiden en samen gingen wij met de trein naar station Hollands Spoor en dan met tram 8 of 9 naar het Zuiderpark. Wij hadden zo’n tramkaart, man, daar was ik zo trots op. Ja, ik denk er vaak aan terug. Wat dat betreft ben ik een echte romanticus.”
Al die tatoeages. Man, ik moet er niet aan denken!
Maar voor romantiek heeft Groenendijk als nieuwe ADO-coach in het Kyocera Stadion weinig tijd. De tijd dringt. Nog slechts zeven wedstrijden resten in de eredivisie, die haar ontknoping medio mei kent. Toen Groenendijk op 9 februari het stokje overnam van Željko Petrović bungelde ADO Den Haag onder aan de ranglijst. Nu staat de residentieclub een plekje hoger, maar handhaving in de eredivisie is nog niet zeker. Na drie wedstrijden zonder verlies volgde zondag een 4-0 nederlaag tegen AZ. “Wij staan in ieder geval weer met beide benen op de grond.”
In een paar maanden moet u het tij bij ADO keren. Er is geen tijd om met deze selectie aan iets te bouwen. Hoe gaat u te werk?
“Het belangrijkste is om rust te brengen en spelers vertrouwen te geven. Deze groep heeft dit seizoen veel tikken gehad. Ook moet ik duidelijk zijn in wat ik wil. Dat is vooral een goede verdedigende organisatie neerzetten. Vanuit defensieve stabiliteit willen we voetballen. Dat ging prima, tot zondag. Het is makkelijk om alles aan de spelers op te hangen, maar ik moet ook in de spiegel kijken. Dat is in dit vak meer dan normaal. Als coach ben je de spin in het web, een van de belangrijkste mensen in de club. Ik bepaal de tactiek. En die kwam tegen AZ voor geen meter uit de verf. Het is net zoveel mijn verdienste als het wedstrijdplan goed uitpakt als mijn schuld wanneer het verkeerd gaat.”
Oké, dat is speltechnisch bekeken. En buiten het veld, welke invloed oefent u daar op de spelers uit?
“Wij willen in de eredivisie blijven. Daar hebben we iedereen voor nodig, want als je niet samenwerkt ga je eraan. Dus ik wil dat mijn spelers ook aandacht aan elkáár schenken. Tijdens de lunch wil ik geen telefoons zien. En op tijd komen vind ik belangrijk. Gewoon: geen gelul! Dan neem je maar een file eerder. Discipline vind ik ontzettend belangrijk. Want als ik je buiten het veld niet kan vertrouwen, hoe kan ik er dan op rekenen dat je wél op tijd bent om een voorzet binnen te lopen of een bal van de lijn te glijden?”
Het gaat dus om de vertrouwensband tussen speler en trainer. Maar u werkt met jongens van een andere generatie. Uw collega-trainer Henk Fraser (Vitesse) erkende laatst: ‘Het gaat me moeilijk af jonge jongens te inspireren.’
“Ik begrijp Henk, maar zie het niet helemáál zo. Elke generatie heeft zijn moeilijkheden en mogelijkheden. Het heeft geen zin om dat te veroordelen. Ik heb kinderen in die leeftijd: mijn zoon is tweeëntwintig en mijn dochter zeventien. Zij groeien op in een andere tijd. Zelf ben ik niet van de gamegeneratie. Ik voel mij echt geen oude lul, maar het feit is wel dat ik andere interesses heb dan de voetballers van nu.
Ik moet sporten. Als ik dat twee dagen niet doe, begin ik helemaal te trillen.
Zij zijn bijvoorbeeld heel erg met tatoeages bezig. Nou, een kleintje vind ik nog wel mooi, maar nu zie ik al die lichamen helemaal volgeschilderd. Dan denk ik: man, ik moet er niet aan denken. Maar dat is geen reden om het te verbieden. Net als het dragen van de koptelefoons en het spelen van games. Nogmaals, als ik je kan vertrouwen, mag je van mij je hele lichaam volplakken, met vijf koptelefoons op je hoofd rondlopen en de hele avond spelletjes spelen.”
U praat ook veel met coaches uit andere sporten over het vak…
“Zeker, dat vind ik belangrijk! Marc Lammers (hockeycoach, red.) leerde ik bijvoorbeeld kennen in mijn tijd bij FC Den Bosch. Een hele boeiende vent. Basketbaltrainer Toon van Helfteren ook. Dit zijn hele ervaren jongens van wie ik veel leer. Wat ik vooral interessant vind, is wat zij in een bepaalde situatie doen. Bijvoorbeeld: waarom scheld je een speler de ene keer na een fout de huid vol en sla je een andere keer een troostende arm om hem heen?”
En, waarom is dat?
“Het antwoord zit in de psychologie van de sport. Je kent je spelers en daar handel je naar. Als coach moet je soms iets heel verrassends durven. Als spelers verwachten dat je tevreden bent, moet je hard uit de hoek kunnen komen. En als de groep zich opmaakt voor een donderspeech, moet je positieve dingen kunnen belichten. Weet je, coachen is eigenlijk niets anders dan het beïnvloeden van je spelers. Dat doe je natuurlijk door de tactiek en het wedstrijdplan te bepalen, maar net zo belangrijk is het om écht tot de spelers door te dringen.”
Vorig seizoen zat u als coach van Excelsior in dezelfde soort situatie als nu bij ADO. Ook toen knokte u tegen degradatie. Na een succesvolle afloop besloot u, ondanks de knappe prestatie, afscheid te nemen van de Rotterdamse club. In de media circuleert het verhaal dat het was omdat u moeite had met de druk.
“Ik weet het. Wat een gelul. Moet ik daar naar luisteren? Bij Excelsior raakte ik het plezier een beetje kwijt. Dat is toch niet zo gek? Je kan weleens ergens belanden en niet de juiste klik hebben met de club. Nou, ik miste het goede gevoel en de echte voetbalsfeer in Rotterdam. Dat is het échte verhaal. Alleen, dan roept een iemand, volgens mij een oud-trainer die mij niet eens kent, dat ik moeite heb met de druk. En Johan Derksen neemt dat vervolgens klakkeloos over en dan gaat zo’n kulverhaal een eigen leven leiden.”
Raakt het u?
“Ik heb een periode gehad dat ik mij hier kapot aan ergerde. Maar dat is nu gelukkig voorbij. Ik heb geleerd dit langs me heen te laten glijden. Weet je, ik heb meer dan vijfhonderd wedstrijden gespeeld en driehonderd gecoacht. Dan is het wel heel frappant dat nú over mij gezegd wordt dat ik niet met druk kan omgaan. Dat is natuurlijk het grootste gelul dat bestaat. Ik bedoel: wat is druk? Ik ken helemaal geen druk. Het moeten presteren hoort nu eenmaal bij voetbal. Dat maakt mijn vak zo mooi.”
Dat bijna iedereen een oordeel heeft over spelers en trainers is wel inherent aan het voetbal…
“Dat is het vervelende van deze tijd. Daar waarschuw ik mijn spelers ook voor. Ze moeten zó uitkijken met wat ze roepen, want alles wordt heel makkelijk vierendertig keer uitvergroot. En zoiets kan heel makkelijk je imago bepalen.”
Wat doet u daar als coach aan?
“Niets. Dat is de Nederlandse sportcultuur; wij vinden het geweldig als er mensen geslacht worden. Zo’n programma als ‘Voetbal Inside’ heeft toch geen toegevoegde waarde en al helemáál geen diepgang. Een wereld van verschil met bijvoorbeeld Kees Jansma. Die is altijd goed voorbereid, stelt de juiste vragen en zoekt inhoudelijke diepgang.”
Paspoort Fons GroenendijkCarrière als speler
|
---|
1982-1987FC Den Haag
|
1987-1991Roda JC Kerkrade
|
1991-1993Ajax
|
1993-1994Manchester City (Engeland)
|
1994-1998Sparta
|
1998-2001FC Utrecht
|
“Hé, wat is daar nu aan de hand?” Fons Groenendijk wijst plotseling naar buiten. Op het Haags Kwartier trotseert een lange rij politieagenten tegen een decor van ME-busjes de straffe wind. “Waarschijnlijk een oefening,” zegt hij na een korte pauze, waarin de stilte weer even terugkeert in De Ooievaar. “Dit hoort bij het voetbal, helaas,” vervolgt hij berustend.
“Begrijp mij niet verkeerd, ik geniet van de sfeer in stadions. Maar ik vind het ook fijn om op plekken te komen die ander publiek trekken. Liveconcerten, bijvoorbeeld. Muziek is voor mij sowieso pure ontspanning. Daar kan ik mij helemaal in verliezen. Zo was ik laatst bij Bertolf in Paard van Troje, een sterk concert. Ik vind het fijn om dan lekker onder te duiken, te genieten van goede muziek, een biertje aan de bar te drinken en geen gezeik aan mijn hoofd te hebben. Op zulke momenten denk ik geen seconde aan werk.”
En thuis, daar is toch ook niet alles voetbal wat de klok slaat?
“Mijn vrouw werkt met kinderen op het Leids Universitair Medisch Centrum, op een hele zware afdeling: stamceltransplantaties. Die maakt natuurlijk hele andere dingen mee. Dan denk ik wel: het is heel goed, en nodig, om af en toe eens goed te relativeren. Dat is soms niet makkelijk, maar er is natuurlijk veel meer dan voetbal. En wat mij ook helpt om de hectiek rondom wedstrijden los te laten, is zelf sporten. Omdat ik behoorlijke kraakbeenschade heb, kan ik niet fanatiek meer voetballen of hardlopen. Maar ik heb een prima alternatief: mountainbiken en spinnen. Weet je, ik ben een sportdier. Ik moet sporten. Als ik dat twee dagen niet doe, begin ik helemaal te trillen, dan word ik gek. Wat anderen met roken hebben, heb ik met sporten. Het is een verslaving. Zwemmen in de Noordzee vind ik ook lekker. Regen, mist, wind: maakt mij niet uit.”
Waarom scheld je een speler de ene keer de huid vol en sla je een andere keer een troostende arm om hem heen?
Nog even terug naar de actualiteit bij ADO Den Haag. Uw contract loopt tot eind van het seizoen. Dat is al snel!
“Ik weet ook wel hoe het werkt. Ik heb alleen draagvlak bij deze club als wij in de eredivisie blijven. Als ADO onverhoopt toch degradeert, is dat mijn verantwoordelijkheid. Ik heb wel een clausule in mijn contract dat we twee jaar door kunnen, maar dat is van toepassing als we erin blijven.”
Dan, tot slot, de glazenbolvraag: houdt Groenendijk ADO in de eredivisie?
“Dat is héél goed mogelijk. Nog zeven wedstrijden te gaan. Het liefst handhaaf ik de club zonder nacompetitie, maar als het niet anders kan, dan met extra wedstrijden.”
Als het maar gebeurt…
Lachend: “Als het maar gebeurt!”
Paspoort Fons GroenendijkCarrière als trainer
|
---|
2009-2010Willem II
|
2010-2012FC Den Bosch
|
2012-2014Ajax (jeugdelftallen)
|
2014-2015Universitatea Cluj (Roemenië)
|
2015-2016Excelsior
|
2017-ADO Den Haag
|