‘Ireen Wüst schaatst toch ook niet tegen Sven Kramer?’

Na de EK-winst van de Nederlandse voetbalvrouwen verwachten verenigingen in de Haagse regio een toestroom van leden. Hoe kunnen deze clubs bijdragen aan de verdere ontwikkeling van het vrouwenvoetbal?

Door

Door Kim Andriessen

“Wij krijgen nu bijna élke dag nieuwe aanmeldingen van voetbalsters binnen,” vertelt Johan Greuter, technisch coördinator van RKAVV, opgetogen. Deze Leidschendamse club is met ongeveer 180 speelsters een van de grootste voor vrouwenvoetbal in de regio. Door het succes van het Nederlandse dameselftal (zondag werden de Oranje Leeuwinnen Europees kampioen door in de finale met 4-2 van Denemarken te winnen) groeit het voetbalanimo onder meisjes als kool. Toch tekent het aantal van 180 speelsters bij RKAVV nog wel schril af bij de circa negenhonderd mannelijke leden. Maar Greuter denkt dat deze aantallen de komende periode meer naar elkaar toe groeien.

“Ik hoop dat uiteindelijk het vrouwenvoetbal en het mannenvoetbal even groot zijn bij onze club. Belangrijk is: goed beleid en goede faciliteiten. En zorg voor sociale gelijkheid. Een voorbeeld: bij ons trainen heren én dames één keer per week op gewoon gras en één keer per week op kunstgras. Hierbij maken wij bij RKAVV geen enkel onderscheid.”

Belangrijk vindt Greuter ook dat meisjes al op heel jonge leeftijd in een eigen elftal spelen, en dus niet gemengd met jongens. Zo trad RKAVV afgelopen seizoen voor het eerst toe tot een meisjescompetitie onder de negen jaar. Een hele vooruitgang, aldus Greuer. “Anders creëer je al in de basis ongelijkheid. Dat is niet goed. En onnodig. Kijk naar het hockey: hét bewijs dat je als jong meisje niet eerst met jongens hoeft te spelen om beter te worden. Zowel bij de mannen als de vrouwen hoort Nederland tot de wereldtop in het hockey.”

DUNO, een Haagse club waar veel damesvoetbal bedreven wordt, laat jonge meisjes en jongens wél eerst samenspelen. “Vanaf ongeveer hun vijftiende komen de meisjes in aparte elftallen,” vertelt teammanager Ramsey van Rhijn. “De speelsters worden sneller, harder en weerbaarder en kunnen makkelijker aansluiten op een hoger niveau.”

Ook Van Rhijn verwacht dat, als gevolg van de EK-winst, damesvoetbal in de regio een boost krijgt. “En dat is ook wel nodig,” voegt hij eraan toe. “Om eerlijk te zijn vind ik dat vrouwenvoetbal in Brabant en Oost-Nederland meer leeft. Er zijn simpelweg meer elftallen. Maar nu zullen de aanmeldingen ook hier stijgen. Bij DUNO kan het vrouwenvoetbal ook groeien. De zondag is hier voor de dames. Zo hoeven ze niet te wachten tot ze in de kleedkamer terechtkunnen, omdat er nog een mannenploeg in zit. En, wat ik ook hoop, is dat het bestuur ook vaker aanwezig is bij dameswedstrijden.”

Evident
Nu het vrouwenvoetbal in hoog tempo aan populariteit wint, hoopt Johan Greuter van RKAVV dat de vergelijkingen tussen heren- en damesvoetbal stoppen. “Dit slaat namelijk nergens op. Je gaat Marianne Vos toch ook niet tegen Tom Dumoulin laten fietsen, of Ireen Wüst tegen Sven Kramer laten schaatsen? In geen enkele sport vergelijken wij prestaties van vrouwen met die van mannen, behalve in het voetbal. Terwijl het een evident verschillende tak van sport is. Kijk eens beelden terug van het WK in 1974 en het laatste WK mannenvoetbal. Dan zie je hoe de sport zich heeft ontwikkeld. Deze progressie maakt het vrouwenvoetbal nu ook door, en dan misschien nog wel sneller. Daarom: stop met vergelijken en geef de dames het respect dat ze verdienen.”

Foto: Bert Tielemans

Dit artikel wordt u gratis aangeboden. Wilt u een abonnement op DHC? Klik dan hier.

Standaardportret
Bekijk meer van