‘Onzichtbaar dakloos’ met Sylvana: ‘Ik ben net niet gestoord genoeg’

Verslaafd en ongewassen op een bankje in het park; een stereotype dakloze is makkelijk uit te tekenen. Maar heel vaak klopt dat beeld niet. Dakloos zijn, zie je niet. In deze serie komen jonge ervaringsdeskundigen zelf aan het woord. Deel 2: Sylvana

Door

“Ik ging expres meer nachtdiensten bij mijn werk draaien. Daar ga je helemaal kapot van, maar het betekende dat ik overdag kon slapen. Dan was ik afgesloten van de situatie thuis. Ik wist wat er speelde, maar ik wilde er niks mee te maken hebben.” Sylvana* (20) is een klein jaar dakloos, sinds ze na knallende ruzie met haar stiefvader uit huis ging.

“Hij had een drankprobleem en was soms verbaal agressief. Het speelde al langer, maar je wordt ouder en dan spreek je de persoon een paar keer aan. ‘Zou je niet minderen? Dan wordt je ook gezelliger.’ Als diegene dan zegt: ‘Ja, je hebt gelijk,’ maar vervolgens je advies uit het raam gooit, denk je: waar doe ik het voor? En er gebeurde ook nog meer.”

De avond zelf zal ze nooit vergeten. “Mijn moeder en ik heel hard huilen, want zij wilde het helemaal niet. Ze zei: ‘Zeg papa ook even gedag.’ Ik met lood in mijn schoenen…  ik wilde eigenlijk iets zeggen, maar hij keerde zich om met zo’n kille blik in zijn ogen: ‘Morgen breng je je fiets terug en je laptop terug. Daarna hoef ik je niet meer te zien.’ Ik heb mijn fiets gepakt met mijn sporttas en ben weggereden. Toen ik tien minuten later bij het winkelcentrum was, besefte ik pas wat er was gebeurd.”

Logeerbedden

Ze trok tijdelijk bij haar vriend en zijn ouders in. Vijf maanden ging ze vanuit daar naar school en werk. “Maar die hadden het ook niet breed. Dus ik kon niet blijven.” Via de logeerbedden en banken van vrienden kwam Sylvana uiteindelijk terecht bij de crisisopvang van het Leger des Heils. De bedoeling was om er maximaal drie maanden te zitten en dan door te stromen. “Dat sprak me aan. Ik dacht: nu komt het goed.”

 

In het begin verstopte ik me. Met dikke vesten aan ergens gaan zitten waar ik normaal nooit kwam.
Sylvana

 

Maar na ruim negen maanden is haar instelling veranderd. “Ik ben aan het overleven.” Voor kamertraining kreeg ze niet de juiste indicatie. “Om het heel zwart-wit te zeggen: ‘Ik ben net niet gestoord genoeg’.”

Van negen tot vijf uur moet ze naar buiten. “In het begin verstopte ik me. Met dikke vesten aan ergens gaan zitten waar ik normaal nooit kwam. Je bent op zoek naar veiligheid, maar je weet niet goed waar je het moet zoeken. Je zit met zoveel dingen in je hoofd. Wat nou als ik een vriend van een familielid tegenkom?”

Nog steeds gaat ze het liefst op in de menigte, een film, of haar eigen tekeningen. “Om maar niet te denken aan wat je zelf hebt meegemaakt.” Via haar tekeningen verwerkt ze dingen. “Ik heb mijn schetsboek altijd mee. Soms heb ik geen inspiratie. Dan ineens loopt er iemand voorbij met een raar hoedje op en dan is het: oh, ja!”

 

Via haar tekeningen verwerkt Sylvana dingen.

 

Terwijl ze door de stad loopt en probeert niet op te vallen, heeft ze wel iedereen om haar heen in de gaten. “Den Haag is een soort New York, maar zonder de taxi’s. Mensen die rustig met hun fiets voor een tram langslopen, terwijl die tram al tien keer heeft laten weten: hallo, ik kom eraan. Ik heb dan al twintig scenario’s in mijn hoofd langs zien komen.”

Ze slaat haar handen voor de ogen: “Gaat ie het halen?” Maar als het tot een ongeluk komt, verroert ze zich niet. “Ik ben hier wel, maar ik ben er niet.”

* Sylvana’s hele naam is bekend bij de redactie.

Sylvana

Sylvana (20) is sinds het afnemen van dit interview doorgestroomd naar een jongerenwoning van het Leger des Heils. “Het ging snel! Ik hoorde het en een week later had ik de sleutel.” Eén of twee keer per week komt een begeleider langs, dat zal gedurende een jaar steeds minder worden. Vanaf hier gaat ze bouwen aan haar toekomst. Of ze de hulpverlening in gaat of toch een creatief beroep kiest, weet ze nog niet.

Pasfoto Mieke
Bekijk meer van