Rijk wil nooit meer een ‘Munie-deal’

Het Rijksvastgoedbedrijf verkoopt voortaan geen panden meer ‘onderhands’ aan gemeenten. Aanleiding is de kritiek op de zogeheten ‘Munie-deal’ van de gemeente Den Haag, waar het rijk bij betrokken was. Daarbij is bovendien de veiligheid van Paleis Noordeinde in het geding gekomen.

Door

Staatssecretaris Raymond Knops (CDA, binnenlandse zaken) wijzigt de verkoopprocedure die het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) hanteert. Voortaan kunnen ook andere partijen dan overheden meebieden op panden. Knops komt hiermee naar aanleiding van de verkoop twee jaar geleden van het kapitale pand Noordeinde 64/64A (‘De Rijnstroom’) voor een gunstige prijs aan de gemeente Den Haag. Die verkocht het door aan tassenmaker Omar Munie.

Die transactie was van het begin af aan omstreden. Andere gegadigden voelden zich buitengesloten, de prijs zou te laag zijn en Munie verkocht het pand door en raakte in opspraak. Zowel in Haagse gemeenteraad als de Tweede Kamer leidde de deal tot kritische vragen. Daarom besloot Knops de transactie te laten onderzoeken door de Auditdienst van het Ministerie van Financiën.

‘Geen onrechtmatigheden’

Dat onderzoek is onlangs afgerond. In een brief aan de Kamer constateert Knops dat er ‘geen onrechtmatigheden’ zijn geconstateerd en ‘op een aantal punten na’ ook geen ‘opvallendheden’ zijn. Toch blijken die punten dermate opvallend dat de Auditdienst er 44 pagina’s voor nodig heeft om ze te beschrijven. De dienst schrijft er telkens bij dat hij geen oordeel geeft, maar alleen constateert wat ‘opvalt’, lees: wat afwijkt van de normale procedures en afspraken.

Eén van de problemen voor het rijk is dat de verkoopprocedure (letterlijk: reallocatieprocedure) voorschrijft dat bij voorkeur zaken wordt gedaan met publieke instellingen om panden ‘een optimale herbestemming in de publieke sfeer’ te geven. Vandaar de voorkeurspositie van de gemeente Den Haag. Die spiegelde het RVB voor dat ex-vluchteling Omar Munie zou zorgen voor een gedeeltelijk maatschappelijke functie door er een atelier met leerwerk-mogelijkheden onder te brengen.

Maar het RVB wilde zijn vingers er niet aan branden. Er werd gekozen voor een losse verkoop aan de gemeente Den Haag. En die verkocht het pand in een tweede transactie door aan Munie. In de tussentijd kwam er kritiek, die leidde tot een hertaxatie. Uiteindelijk zijn er, zo blijkt uit het audit-rapport, zelfs vier taxaties uitgevoerd, allemaal met een verschillende uitkomst. De markwaarde bewoog zich daarin tussen de 1,3 en 2,8 miljoen euro. Maar volgens de rijksrekenmeesters is dat verklaarbaar doordat telkens andere uitgangspunten werden gehanteerd. Munie, of beter zijn financier, betaalde uiteindelijk 1,7 miljoen euro. Volgens vastgoedexperts is dat voor een pand van 1500 vierkante meter op deze plek een zeer laag bedrag.

Veiligheid paleis in het geding

Een van de meest opvallende passages uit het audit-rapport gaat over de veiligheid van Paleis Noordeinde. Het pand ‘De Rijnstroom’ grenst in feite aan het paleis. Want het buurpand Noordeinde 66 is in gebruik als kantoor en Haagse residentie van prinses Beatrix. In 2013 bepaalde de Rijksgebouwendienst (voorloper van het RVB) nog dat ‘gelet op de recente nieuwe inzichten over de beveiliging van het paleis Noordeinde het pand Rijnstroom nu niet [kan] worden vervreemd’.

Zicht op het paleis (links) en daarnaast de achtergevel van het kantoor van prinses Beatrix, vanuit het achterhuis van Noordeinde 64/64A.

Maar later bleken de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid en de Dienst Koninklijk Huis geen bezwaren meer te hebben tegen een verkoop. In 2016 golden opeens geen veiligheidseisen meer en dat terwijl aan de achtergevel van Noordeinde 64/64A beveiligingscamera’s hingen om de oostelijke zijde van het paleis en de daar gelegen binnentuinen te bewaken. Het achterhuis van het pand bevindt zich bovendien direct naast het paleis en biedt uitzicht op de achtergevel van het kantoor van Beatrix. Bovendien leken de diensten pas laat in de gaten te hebben dat de verkoop ook nog eens een strook grond met parkeerplaatsen op het achterterrein behelsde. Die parkeerplaatsen waren nodig voor personeel van de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging. Op het allerlaatste moment is die grond buiten de verkoop gehouden.

Crisisoverleg over plan voor hotel

Maar het verhaal ging door. Munie bleek te weinig geld te hebben en kreeg problemen met de belastingdienst. Hij verkocht het pand daarom snel door aan de Haagse belegger Jeroen de Wilde. Deze kondigde in 2019 aan dat hij er een hotel van wilde maken. Dat was een compleet andere uitkomst dan het RVB voor ogen had en was voorgespiegeld door de gemeente Den Haag. De poppen waren aan het dansen. Een projectgroep van alle betrokken overheden en diensten voerde crisisoverleg. De vraag kwam op tafel wat de gevolgen zouden zijn voor ‘de privacy, waardigheid en de beveiliging van het naastgelegen complex Paleis Noordeinde’. Een hotel was onacceptabel. Gekeken werd zelfs of het RVB minimaal het achterhuis van Noordeinde 64/64A kon terugkopen. Er werd zelfs een makelaar ingeschakeld voor advies. Jeroen de Wilde liet daarop het hotelplan vallen. Vooralsnog blijft hij eigenaar van De Rijnstroom en zit Omar Munie er nog steeds in met een tassenwinkel.

[Dit stuk is op 22 december aangevuld met nadere informatie uit het rapport van de Auditdienst en een foto van het achterterrein van Noordeinde 64/64A]

Wilt u meer Haags nieuws lezen? Koop dan iedere donderdag de krant DHC. Klik hier voor alle verkooppunten. U kunt ook een (proef)abonnement nemen. U ontvangt DHC 10 weken voor slechts 10 euro.

Standaardportret
Bekijk meer van