Derk Jan Eppink, JA21: ‘Je moet wetgeven vanuit de rede, niet vanuit commotie’
Stapt u straks met groengele bril het stemhokje in? Den Haag grossiert in Tweede Kamerkandidaten. DHC stelt tot de verkiezingen op 17 maart bekende en minder bekende Haagse kandidaten aan u voor. In deel 10: Derk Jan Eppink (62), de nummer 3 van JA21.
Derk Jan Eppink, nummer 3 op de lijst van JA21, iss nu: Europarlementariër voor JA21, eerder voor Forum voor Democratie.
U heeft al veel partijen gediend, zelfs een Belgische. Is het kersverse JA21 het nu helemaal?
Derk Jan Eppink: “Waar ik ook in de politiek ben geweest, ik heb altijd – ook in het buitenland – centrumrechts gestaan. Wat soms gebeurt aan die zijde, is dat partijen zoals de VVD meer naar links gaan. Dat vind ik dan niet zo prettig. Forum voor Democratie, dat ging de richting op van radicaal rechts. Dat was ook weer niet de bedoeling. Alle mensen die in Forum zaten en een centrumrechtse koers willen varen, hebben gezegd: ‘We slaan de handen in elkaar. We hebben nog een paar maanden, dan kunnen we nog net meedoen aan de verkiezingen’. En we willen ook samenwerken, niet roepen vanuit de marge.”
Wat houdt centrumrechts precies in voor u?
“Economisch gezien meer liberaal. Cultureel wat conservatiever. Wij ontkennen klimaatverandering niet, maar we vinden veel van de maatregelen die worden getroffen niet effectief. Bij immigratie moeten we toch de voet op de rem zetten.”
Wat doet u nu?
“Ik ben Europarlementariër voor JA21. Dat is meer dan genoeg.”
Maar u woont in Den Haag?
“Ja. Ik ben geboren in de Achterhoek, maar ik vond het altijd al fijn om in Den Haag te komen. Het strand is zo dichtbij! Dat heb je als Hagenaar niet zo door, maar als je in het oosten van het land woont en je komt in Den Haag of Scheveningen, dan krijg je onmiddellijk een vakantiegevoel. Ik heb zeven jaar voor de NRC gewerkt. In die periode woonde ik in het Statenkwartier. Daarna ben ik naar het buitenland gegaan. Ik heb zo’n beetje overal gewoond, de langste tijd in New York. Maar toen we terugkwamen en nadachten over waar we wilden wonen, dacht ik meteen: Den Haag! We wonen nu in het Benoordenhout. Heerlijk rustig, bijna niet te geloven.”
[Tekst gaat verder onder afbeelding.]
Waarom wilt u de overstap maken van Europa naar het Binnenhof?
“Ik ben altijd zeer geïnteresseerd geweest in de Tweede Kamer. Als kind al. Met mijn vader keken wij als kind debatten in de Tweede Kamer. ’66 kan ik mij zelfs nog herinneren: de Nacht van Schmelzer. Kan je nagaan. En ik ben vier jaar politiek redacteur geweest bij NRC. Dus ik heb van dichtbij kunnen zien hoe het in de praktijk was. Daarna ben ik naar het buitenland gegaan. Ik ben op verzoek Europarlementariër geweest namens een Belgische partij. Ik ben heel Amerika doorgereisd om verslag te doen van twee presidentiële verkiezingen. Ik was een soort politiek waarnemer, als columnist. Dit is een soort terugkeer. Ik zou kunnen zeggen: ‘I’m back.’ En ik neem vijfentwintig jaar ervaring mee.”
Sindsdien is er wel veel veranderd.
“Veel van de poppetjes zijn natuurlijk veranderd, maar het handwerk van een parlementariër niet. Als je een aantal van de parlementaire enquêtes met elkaar vergelijkt, dan zie je een paar dingen terugkeren – dingen waar je als Kamerlid op zou moeten letten.”
Zoals?
“Eerst is er emotie, dan is er commotie, dan zijn er moties en dan gaan die over naar wetgeving. Of die wetgeving dan werkt of niet, daar heeft men dan weinig interesse voor. Dat is niet meer sexy. Maar controleren is je taak als Kamerlid. Effectiviteit is belangrijker dan nummertjes opvoeren. Je moet kijken: hoe wordt die wetgeving uitgevoerd? Niet: wil ik het? Maar: kán het? En als het niet kan, moet je op de rem gaan staan. Vaak wordt de boel geleid door goede bedoelingen. Of dat nu kostenoverschrijding is bij bepaalde projecten, gezondheidszorg of sociale regelingen zoals de toeslagenaffaire. Men roept: ‘We moeten keihard optreden.’ Dan ga je mensen raken. Het is niet ‘one size fits all’. En dan heb je een bureaucratie die zich daarop instelt, een digitale muur optrekt, waardoor de mensen niet meer weten waar ze moeten zijn. Het loopt vast. En dan moet ik zeggen dat de luistervaardigheid van een regering en een coalitie ook wel wat beter kan worden. Want in de huidige regering is het coalitieakkoord een wet van Meden en Perzen. Maar de wereld verandert, je moet je kunnen aanpassen. Als er misstanden zijn, moet je meteen ingrijpen.”
Als we groot genoeg worden, willen we wel regeren. Met name om het midden wat naar rechts te trekken.
Wat zou u eraan willen doen?
Derk Jan Eppink: “Minder commotie, wetgeven vanuit de rede. Proberen systemen te verbeteren en regelmatig te controleren of het werkt. En zo niet, om dan bij te stellen. Kijken wat haalbaar is.”
Is dat een taak voor de Tweede Kamer?
“De Tweede Kamer moet natuurlijk controleren. De regering moet regeren. Nu loopt dat een beetje door elkaar, omdat de Tweede Kamer als het ware gaat meeregeren en ook medeverantwoordelijk wordt. Dan wordt het voor de Kamer ook moeilijker om een correctie te maken, omdat je toch er met de vingers zelf hebt aangezeten. In de praktijk heet dat dualisme. De meeste regeringen houden daar niet zo van. Die willen monisme; zelf bepalen. Zorgen dat iedereen van de coalitiepartijen achter de regering staat.”
U kunt iemand als Pieter Omtzigt, Tweede Kamerlid voor het CDA, dus wel waarderen?
“Ja, ja! Van die onafhankelijke Kamerleden moet je hebben. Bij monisme krijgen Kamerleden een soort dienstbevel van ome premier of de minister: zo moet je stemmen, je moet je mond houden over dit en dat, je mag niet naar de pers gaan. Ruud Lubbers was een monist. Die wilde alles vanuit zijn torentje regelen. Dat heeft Mark Rutte eigenlijk ook. Die is een controlfreak. Dan wordt het parlementaire werk verlamd.”
Komt dat ook door het belang van de commotie tegenwoordig?
“Schandaal, commotie, iedereen en rep en roer, de minister moet komen. Maar daarna, als de commotie wat gezakt is, moet je een koel hoofd houden bij de wetgeving. Zorgen dat dingen werkelijk functioneren. En daarna regelmatig controleren. Dan moet je op achtergrond met ambtenaren spreken, zorgen dat je goede informatie krijgt, rapporten doorspitten. Je moet blijven vragen, en doorvragen.”
Linkse partijen bepalen de toon, terwijl het CDA en de VVD erachteraan hobbelen.
Hoor ik daar uw journalistieke achtergrond?
Derk Jan Eppink: “Ja, dat denk ik wel. Je kunt in de journalistiek vrij onafhankelijk te werk gaan. Je kan dingen uitzoeken, met mensen praten op de achtergrond. Niet om te quoten, maar gewoon om te weten: wat is er precies aan de hand? Dan hoef je ook niet een vriendje te zijn van de minister. Je moet een luis in de pels zijn. En een beetje bijten. Niet te hard, maar net hard genoeg. Onafhankelijkheid is heel belangrijk. Maar het is tegenwoordig erg moeilijk om een vorm van onafhankelijkheid te krijgen. Als je in de ambtenarij zit, dan mag je niks zeggen. Als je in een regeringspartij zit, mag je eigenlijk ook niks zeggen. Alles is afgesproken, woordvoerders, fractiediscipline. Daar houd ik helemaal niet van. En als je in de journalistiek zit, moet je altijd rekening houden met wat de hoofdredacteur ervan vindt. Je kan niet zomaar zeggen: ik ga er even lekker tegenaan! Onafhankelijkheid is een groot goed waar ik altijd naar op zoek ben geweest. Daarom was ik ook columnist. Het voordeel van in het parlement zitten, is dat je een onafhankelijke positie hebt en dat je dingen kan zeggen.”
JA21 profileert zich expliciet als regeringspartner. Waarom?
“Als we groot genoeg worden, willen we wel regeren. Met name om het midden wat naar rechts te trekken. Wat we nu zien, is dat hoe groter de PVV wordt, hoe linkser de coalitie na de verkiezingen is. Linkse partijen bepalen de toon, terwijl het CDA en de VVD erachteraan hobbelen.”
Wie moet zo’n rechtse coalitie gaan leiden?
“Oh, dat weet ik niet. Laten we eerst maar eens redelijk wat zetels halen. Anders is het allemaal maar gefilosofeer.”
Hoeveel zetels verwacht u?
“Laat ik zeggen tussen de vijf en tien. Een beetje ter grootte van de ChristenUnie.”
DHC stelt bekende en minder bekende Haagse Tweede Kamerkandidaten aan u voor. Deze portretten en ander (lokaal) verkiezingsnieuws leest u in onze online special. Wilt u meer Haags nieuws lezen? Klik hier voor een (proef)abonnement op DHC. U ontvangt de krant 10 weken voor slechts 10 euro. Voor 90 euro per jaar kunt u DHC ook digitaal lezen.