Begroting op tijd rond: meevallers op bijstand en zorg
Dankzij meevallende uitgaven aan bijstand en zorg kan de gemeente jaarlijks 12 miljoen euro extra investeren. Een inflatiebuffer verzacht de plots gestegen energiekosten en prijzen.
Den Haag heeft alsnog op tijd haar begroting voor volgend jaar rond. Door de val van de coalitie in juni en de moeizame formatie daarna was maar de vraag of dit zou lukken. Begin deze maand presenteerde de nieuwe coalitie – na een bliksemformatie van vier weken – haar akkoord. Dat is nu ‘onder stoom en kokend water’ vertaald in een begroting, aldus wethouder Saskia Bruines (D66, financiën) in een persgesprek.
“We hebben goed gekeken waar er geld op de plank blijft liggen,” vertelt Bruines. De gemeente krijgt al jaren te weinig middelen van de rijksoverheid voor de uitvoering van de bijstand en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), waar verschillende zorgtaken onder vallen. Door de lage werkloosheid vallen de tekorten op de bijstand echter mee. Op het formele tekort van 36 miljoen euro houdt de gemeente jaarlijks zo’n 13 miljoen over. “We hebben gekozen om 10 miljoen euro daarvan structureel aan andere zaken te besteden.” Bij de Wmo gaat het om een jaarlijkse meevaller van 3,3 miljoen euro.
Veel eenmalige uitgaven
De coalitie investeert komende jaren 90 miljoen euro eenmalig (‘incidenteel’) en 12 miljoen euro jaarlijks (‘structureel’). Dat zijn relatief veel eenmalige uitgaven; over vier jaar is dat geld op. “Tegen onze wens in moeten we er soms voor kiezen om programma’s incidenteel te financieren,” aldus Bruines.
We krijgen wel compensatie van het rijk, maar niet genoeg
Dat komt door het rijk, legt ze uit. Die maakt steeds vaker eenmalig geld over voor specifieke taken. “Vroeger ging gewoon het gemeentefonds (de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente, red.) omhoog en konden we het vrij besteden. Nu is die ruimte er niet.” In praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat de gemeente geen nieuwe ambtenaren kan aannemen om de taken uit te voeren.
Het is een van de financiële discussiepunten tussen gemeenten en het rijk. De grootste twistappel is de aanstaande wijziging van het gemeentefonds. Den Haag dreigt vanaf 2026 flink in het rood te komen staan. In gemeentekringen wordt gesproken van een ‘ravijnjaar’, al houdt Bruines het diplomatiek op een ‘terugval’. “We hopen volgend jaar duidelijkheid te krijgen. Maar er staan wel verkiezingen voor de deur.”
ADO-dak
Financiële dompers zijn er nu ook, al zijn ze van een andere orde van grote. Het afgewaaide dak van het ADO-stadion, bijvoorbeeld, kost de gemeente 2,5 miljoen euro. Of neem de onvoorziene Tweede Kamerverkiezingen. “Daar krijgen we compensatie voor van het rijk, maar niet genoeg.” Voor komend jaar doemt al een tegenslag op: Amare. Volgens de enquêtecommissie heeft het cultuurpaleis jaarlijks 1- tot 4,8 miljoen euro extra nodig.
Het beïnvloedbare deel van de begroting is niet zo groot
Nieuw in de begroting is een inflatiebuffer à 25 miljoen euro. Daarmee vangt de gemeente de ergste klappen op van de onverwachte prijsstijgingen van energie, materiaal en personeel. “Denk aan de energiekosten van gemeentelijke zwembaden of straatverlichting. Ook de opknapbeurten van Houtwijk en Mariahoeve vallen door de inflatie duurder uit.” Van de gestegen rente heeft de gemeente nog geen last. Dat gaat pas over een jaar of drie spelen.
Met een begroting van maar liefst 3,2 miljard euro lijkt er politiek heel wat mogelijk in Den Haag. Maar de meeste uitgaven liggen (wettelijk) vast. Bruines: “Het beïnvloedbare deel van de begroting is niet zo groot. Dat willen we voortaan duidelijker in kaart brengen. Zodat raadsleden weten op welke onderdelen ze invloed kunnen hebben.”