Commentaar: Den Haag maakt pretentie cultuurstad te zijn niet waar
Als Den Haag de tweede cultuurstad van het land wil zijn, moet de portemonnee worden getrokken. Nieuwe politieke afspraken zijn nodig.
Terwijl de Haagse cultuursector vecht om overeind te blijven in de pandemie, moeten de instellingen ook nog eens slag leveren om hun subsidie te behouden of te krijgen. Niets aan te doen: het is het vierjaarlijkse spektakel van de vaststelling van het plaatselijke Kunstenplan. Dat nu stilleggen is lastig want de bestaande subsidiëring loopt eind dit jaar af.
Tegelijk is het uiterst ongelukkig dat er juist nu een concept ligt dat zeer veel kritiek oproept. Maar liefst twintig bestaande instellingen of gezelschappen dreigen hun subsidie te verliezen. Daaronder gewaardeerde kleinere ‘spelers’ als de De Dutch Don’t Dance Division en het Ciconia Consort, maar ook grotere, zoals de festivals Crossing Border en TodaysArt.
Grote onvrede
Terecht heerst er in de gemeenteraad grote onvrede over de dreigende ‘culturele verschraling’ en het verdwijnen van de ‘humuslaag’ van kleinere initiatieven (die de grotere voeden). Hart voor Den Haag sprak zelfs over de ‘vierjaarlijkse schoffering’ van de culturele instellingen. Het leidde ertoe dat zich een meerderheid aftekent om het voorstel van D66-wethouder Robert van Asten substantieel te wijzigen.
Het systeem met de externe adviescommissie, die altijd weer een olifant in de porseleinkast blijkt te zijn, is aan herziening toe.
De wethouder stribbelde vorige week in een commissievergadering behoorlijk tegen, al verrichtte hij eerder al wel enige reparaties. Telkens weer kwam hij het met het argument dat B en W zich baseren op een advies van een onafhankelijke commissie. Het zou dus eigenlijk niet de bedoeling zijn dat de raad daar wat aan verandert. Terecht werd vanuit de Haagse Stadspartij opgemerkt dat men zich niet laat ‘muilkorven’ door een advies.
Andere dooddoener
Een andere dooddoener die Van Asten van stal haalde, is dat de raad zelf maar moet aangeven waar eventueel extra cultuurgeld dan vandaan moet komen. Dat hoeft natuurlijk niet. De raad kan ook zeggen: ga maar naar uw collega van financiën en regel het. Maar meestal verlopen dit soort zaken vriendelijker. Ook nu weer. Achter de schermen wordt gezamenlijk gewerkt aan een bijstelling van de plannen.
Hoe het cultuurdebat verder ook mag verlopen, twee dingen zijn duidelijk. Het systeem met de externe adviescommissie, die altijd weer een olifant in de porseleinkast blijkt te zijn, is aan herziening toe. En ten tweede moet Den Haag financiële consequenties verbinden aan de pretentie tweede cultuurstad van Nederland te zijn. De hofstad geeft jaarlijks 112 euro per inwoner uit aan cultuur. Ter vergelijking: voor de Rotterdammer is dat 156 euro. Maar dit zijn geen zaken die één wethouder zomaar even verandert. Daar is een brede en langdurige politieke betrokkenheid voor nodig die leidt tot politieke afspraken voor een volgend college van B en W.
Wilt u meer weten over Den Haag Centraal of meer Haags nieuws lezen? Klik hier voor een (proef)abonnement en meldt u zich hier aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Kijk op onze Instagram-pagina voor meer foto’s en video’s.