Column Willem Post: ‘Onze vrijheid staat weer onder druk’
DHC-columnist en Amerika-deskundige Willem Post ziet een steeds grotere opkomst op 4-meiherdenkingen. Zijn verklaring? ‘Ik denk dat we collectief bevangen zijn door het unheimische gevoel dat vrijheid niet meer vanzelfsprekend is zoals het dat decennialang wel was.’
We hebben het weer achter de rug. Dagje herdenken, dagje feest. Even is de Tweede Wereldoorlog actueel, maar daarna weer geschiedenis. Zo lijkt het. Zo was het ook voor mij jarenlang.
Maar wacht even. Het ligt inmiddels toch anders nu ik erover nadenk. Er verandert iets. Ik heb de Tweede Wereldoorlog niet meegemaakt, maar de ellende van toen grijpt me steeds meer bij de keel. Ik ben blijkbaar niet de enige. Bij de Dodenherdenking vorige week was het drukker dan ooit. Op de Waalsdorpervlakte en onder meer ook bij de oorlogsmonumenten in Loosduinen, op Westduin en op het Carnegieplein. Daar komen voor het overgrote gedeelte mensen die na de oorlog zijn geboren. Zoals ik.
De verklaring voor die steeds massalere opkomst op 4 mei? Ik denk dat we collectief en in toenemende mate bevangen zijn door het unheimische gevoel dat vrijheid niet meer vanzelfsprekend is zoals het dat decennialang wel was. Het zit in ons, dachten we. Dat gaat nooit weg. Nooit?
Vrijheid onder druk
In de jaren negentig zat het optimisme nog in de lucht. Het communisme verdween. Er werd zelfs gesproken van het einde van de geschiedenis. De democratie had definitief overwonnen. Twintig jaar later zien we dat autoritaire regeringen steeds dichter bij ons in de buurt opkomen. Vrijheid staat weer onder druk. Ik proef bij velen en ook bij mezelf een gevoel van urgentie om waakzamer te zijn.
We zien dat autoritaire regeringen steeds dichter bij ons in de buurt opkomen.
Plotseling heb ik vast daardoor ook een scherper beeld van Den Haag als oorlogsstad. Heb ik er meer oog voor. Den Haag is in feite één groot herinneringscentrum. Van de kogelgaten die nog in de bomen zitten in het Ockenburghse bos tot de bunkers in en bij Clingendael. Van het Oranjehotel tot Villa Windekind van waaruit de deportatie van 12.000 Haagse Joden werd georganiseerd. Grote plekken, kleine plekken. Van de groene Atlantikwall-gordel die zich door onze stad slingert tot het plekje van de symbolische ‘vertrekkoffer’ op het Rabbijn Maarsenplein.
Den Haag als oorlogsmuseum?
Den Haag als oorlogsmuseum? Maar het zijn niet alleen monumenten en andere plekken van herinnering die branden op ons aller netvlies. Wie waakzaam is, zet alle zintuigen open. Het is bon ton om te zeggen dat de generatie die de oorlog nog heeft meegemaakt razendsnel uitsterft. Dat is onzin. Het wemelt in onze stad van de tachtigplussers van wie er velen nog kunnen vertellen over de onvrijheid en verschrikkingen van toen.
Ik bezocht onlangs in Nijmegen een oude vriend van mijn ouders. Deze 96-jarige Jan Verhoeff kon mij nog heel precies vertellen wat er toentertijd in onze stad gebeurde. Hoe hij de Hongerwinter beleefde, wonende op de Steijnlaan. Hoe hij moest onderduiken. Hoe hij in die ijskoude winter zag dat mensen doodvroren op straat. Hoe de vrijheid totaal verdween. Verboden voor Joden in parken en andere openbare plekken. Niet meer op het Plein, de Lange Poten en ga zo maar door. De komende jaren moeten we met die honderden, misschien wel duizenden, oudere Hagenaars in gesprek. Op scholen, in buurten, in de media. In feite zijn zij met hun waarschuwende verhalen de echte hoeders van de vrijheid.
En wij? Wij moeten goed luisteren en conclusies trekken. Dat moet natuurlijk overal gebeuren, maar in onze stad van vrede en recht hebben we nog eens een extra bijzondere verantwoordelijkheid.
Door: Willem Post