Ook Haagse excuses en onderzoek naar slavernijverleden
Den Haag laat zijn eigen koloniale en slavernijverleden onderzoeken en er komen excuses en monumenten. Daartoe heeft de gemeenteraad donderdagavond besloten.
Er wordt een onderzoek ingesteld naar het koloniaal en slavernijverleden van Den Haag. Op basis van dit onderzoek moet de gemeente formele excuses maken voor de rol van de stad in deze geschiedenis.
Dat staat in het breedgedragen initiatiefvoorstel van acht partijen: NIDA, PvdA, HSP, GroenLinks, CDA, Islam Democraten, SP en PvdD. Na enige aanpassingen, waaronder het schrappen van een slavernijmuseum, ging de raad met 26 tegen 17 stemmen akkoord. Er wordt vier ton vrijgemaakt voor, behalve het historische onderzoek:
- een publiekscampagne en een lespakket over het koloniaal en slavernijverleden
- twee herdenkingsmonumenten (voor de slavernij en kolonialisme in de ‘West’ en de ‘Oost’)
- nieuwe herdenkingen en een herdenkingscomité
Rechtse partijen zijn tegen
Het rechtse deel van de raad keerde zich fel tegen het initiatiefvoorstel. Volgens Sebastian Kruis van de PVV is de hele slavernijdiscussie een ‘politiek instrument van links om zielige mensen aan zich te binden’. Nino Davituliani van Hart voor Den Haag serveerde het voorstel af als ‘symboolpolitiek van de bovenste plank’. De VVD sprak eerder al van ‘symboolpolitiek’.
De plannen leidden de afgelopen weken tot verhitte discussies binnen én buiten de gemeenteraad. Dit vuurtje werd nog hoger opgestookt door een brief van wethouder Bert van Alphen (GroenLinks, emancipatie) en zijn collega’s uit Rotterdam, Amsterdam en Utrecht aan de Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken. In de brief pleiten de wethouders ervoor om van 1 juli een nationale feestdag te maken ter herdenking van het slavernijverleden.
Het is een instrument van links om zielige mensen aan zich te binden
Niet alleen iets van het verleden
Linda Nooitmeer, bestuursvoorzitter van het Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis (NiNsee), benadrukt echter dat slavernij niet alleen een historisch gegeven is. “Mensen met Afrikaanse roots ervaren nog altijd de gevolgen van slavernij in de vorm van racisme en uitsluiting. We moeten met elkaar een betere toekomst bedenken, en onderdeel daarvan is hoe we ons verhouden tot het verleden. Er is behoefte aan een heilzame verwerking van dit collectieve trauma. Excuses en een waardige herdenking zijn enorme stappen naar die verwerking, en dus naar die gemeenschappelijke toekomst.’
Maar wat was eigenlijk de rol van Den Haag in deze pijnlijke geschiedenis? Volgens Gert Oostindie, die als directeur van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde en hoogleraar koloniale en postkoloniale geschiedenis een leidende rol zal spelen in het onderzoek, waren de Haagse belangen in de slavernij veel minder direct dan die van bijvoorbeeld Amsterdam.
Er is behoefte aan een heilzame verwerking van dit collectieve trauma.
Desondanks heeft de hofstad een unieke positie in de koloniale geschiedenis, stelt de hoogleraar. “Den Haag was natuurlijk wel de zetel van het parlement, dat absoluut verantwoordelijkheid droeg, én van het koningshuis. Daarnaast staan hier veel monumentale panden die zijn betaald met koloniale winsten, ook uit de slavernij. Het Mauritshuis is daar een bekend voorbeeld van.”
Dat ook in Den Haag aan de slavernij is verdiend, staat dus buiten kijf. Toch rijst de vraag: als het stadsbestuur geen actieve rol speelde in het koloniaal en slavernijverleden, zijn gemeentelijke excuses dan wel op hun plaats? Het lijkt voor de hand liggend dat je alleen excuses kunt aanbieden voor iets waar je zelf direct schuld aan hebt. Volgens Nooitmeer is de schuldvraag echter niet van het voornaamste belang. “Het gaat erom dat de Nederlandse staat eeuwenlang een systeem in stand heeft gehouden dat door de Verenigde Naties (VN) is erkend als een misdaad tegen de menselijkheid, en waar steden van hebben geprofiteerd. Dát het gebeurd is, en dat er aan verdiend is, zijn redenen genoeg voor een stad als Den Haag om excuses aan te bieden.”
Een uitbreide versie van dit artikel verscheen in de krant van 01 juli 2021. Wilt u meer Haags nieuws lezen? Koop dan de krant Den Haag Centraal bij een van onze verkooppunten. Of neem een (proef)abonnement.