Kunstmuseum moet werken uit Joods bezit teruggeven
Het Kunstmuseum Den Haag moet twee waardevolle voorwerpen teruggeven aan de erfgenamen van een Duits-Joodse kunstverzamelaar.
Dat adviseert de landelijke Restitutiecommissie die kunst van omstreden herkomst in Nederlandse collecties onderzoekt. Het gaat om een zeventiende-eeuwse ‘bekerschroef’ van de Haagse zilversmid Andries Grill (1604-1665) en een middeleeuwse schaal van Perzisch kiezelaardewerk, gemaakt in Sultanabad (Iran). Volgens de commissie is in 1937 sprake geweest van ‘onvrijwillig bezitsverlies’.
De zaak zit ingewikkeld in elkaar. De gefortuneerde Emma Budge (1852-1937) en haar Amerikaanse echtgenoot woonden in Hamburg en waren gepassioneerde kunstverzamelaars. Budge had de collectie willen nalaten aan de stad Hamburg, maar kwam daar na de machtsovername door de nazi’s in 1933 op terug. Ze wijzigde haar testament. Maar haar executeur-testamentair besloot uiteindelijk de collectie te laten veilen bij een onder een nazi-toezicht staand veilinghuis. Daar kocht directeur H.E. van Gelder van het toenmalige Haags Gemeentemuseum de twee kunstvoorwerpen.
De ‘bekerschroef’ van zilversmid Andries Grill.
Vier zoutvaten
De commissie oordeelt nu dat ‘voldoende aannemelijk [is] geworden dat haar [Budges, red.] erfgenamen het bezit van de kunstwerken na 1933 in Duitsland onvrijwillig zijn kwijtgeraakt’. De gemeente Den Haag, die eigenaar is van de collectie van het Kunstmuseum, en de museumdirectie hebben eerder al laten weten dat zij het advies van de Restitutiecommissie zullen respecteren.
De commissie velde ook een oordeel over vier zilveren zoutvaten uit de zeventiende eeuw, die eveneens tot de collectie-Budge behoorden. Twee bevinden zich in het Rijksmuseum en twee in het Amsterdam Museum. Ook deze objecten moeten terug naar de erven.