Justitie zet proces tegen De Mos door

Het Openbaar Ministerie zet de zaak tegen de oud-wethouders De Mos en Guernaoui door. Ze worden verdacht van corruptie.

Door

De zaak zal niet vóór de verkiezingen van 16 maart voor de rechter komen. Dat is volgens Richard de Mos af te leiden uit een planning die Justitie aan het maken is. “De verdediging wordt begin komend jaar in de gelegenheid gesteld zelf getuigen te horen. Ik ben zelf een van die getuigen in de zaken van andere verdachten in dit onderzoek.” Het gaat om het gemeenteraadslid Nino Davituliani, de broers Akyol en drie vastgoedbeleggers, die in een ‘klankbordgroep’ van Hart voor Den Haag zaten.

Aan De Mos is gevraagd op welke data in januari, februari en maart hij beschikbaar is om te worden gehoord door de advocaten van de andere verdachten. “Dat betekent dat ik  midden in de campagne hiervoor tijd moet vrijmaken. Justitie laat werkelijk niets na om ons dwars te zitten,” aldus de politicus. De Mos en Rachid Guernaoui zien af van het zelf oproepen van getuigen; zij willen dat het zo snel mogelijk tot een proces komt, waarop zij hun ‘onschuld kunnen bewijzen’.

 

Het is een heksenjacht met mij en mijn partij als prooi
Richard de Mos

 

Justitie bevestigt dat nu haar eigen onderzoek is afgerond er gekeken wordt naar ‘de onderzoekswensen van de verdediging’.  “Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het horen van nieuwe getuigen,” zegt een woordvoerder van het landelijk parket. Wanneer het tot een inhoudelijke behandeling van de strafzaak komt, kan de woordvoerder niet zeggen.

De Mos verwerpt alle beschuldigingen nog steeds met kracht. “Het is een heksenjacht met mij en mijn partij als prooi. Het wordt politiek gemaakt door er vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen meet te komen. Smerig.” De Mos is verder kwaad omdat hij nu zijn tweede verkiezingen ingaat als verdachte. De eerste waren de laatste Kamerverkiezingen, waarbij hij zonder succes optrad als lijsttrekker van Code Oranje. De Mos verwacht niet dat hij en zijn partij politieke schade zullen ondervinden van het optreden van Justitie. “Nee, gelukkig kijkt de kiezer hier doorheen. We worden in maart fluitend de grootste.”

Twee jaar geleden

Op 1 oktober is het exact twee jaar geleden dat de Rijksrecherche een onderzoek begon naar De Mos, Guernaoui en een aantal andere verdachten. De verdenking is dat De Mos als wethouder economische zaken en Guernaoui als verantwoordelijke voor de financiën bevriende horecaondernemers hebben bevoordeeld. Deze ondernemers waren ook sponsoren van Hart voor Den Haag/Groep de Mos en wierven mogelijk op illegale wijze stemmen voor deze partij.

Een jaar later kwam het OM met de mededeling dat de twee ook werden verdacht van deelname aan ‘criminele organisaties’. Zo ziet Justitie de twee ‘klankbordgroepen’ die Hart voor Den Haag in het leven had geroepen. De zaak werd toen als volgt samengevat: ‘In het onderzoek door de Rijksrecherche naar corruptie en omkoping komt een beeld naar voren van geldstortingen, betalingen voor het maken van een website, (promotie)filmpjes, een verkiezingscampagne en etentjes, het lekken van vertrouwelijke informatie, voorkeursbehandelingen, omkoping van kiezers en het verstrekken van vergunningen’. Sindsdien heeft Justitie niets meer losgelaten over de zaak.

De inval in het stadhuis, twee jaar geleden, betekende het einde van het wethouderschap van De Mos en Guernaoui en van de deelname van hun partij aan het dagelijks bestuur van de stad. Er volgde een reconstructie van het college van B en W, dat werd aangevuld met wethouders van de PvdA en het CDA. De Mos omschrijft deze gebeurtenissen in zijn eerder dit jaar verschenen boek ‘Mijn verhaal’ als een ‘staatsgreep’.

[Dit bericht is aangevuld op 27 september.]

Wilt u meer Haags nieuws lezen? Koop dan de krant Den Haag Centraal bij een van onze verkooppunten. Of neem een (proef)abonnement.

Standaardportret
Bekijk meer van