In memoriam: Op stap met boswachter Jenny van Leeuwen
Jenny van Leeuwen, boswachter van het Haagse Bos, is op donderdag 3 oktober plotseling op 41-jarige leeftijd overleden. Dat heeft Staatsbosbeheer bekendgemaakt. Vele Hagenaars reageerden geschokt. Als in memoriam hierbij het grote interview dat onze verslaggever Marc Konijn met haar had bij haar aantreden in 2013.
Het is guur buiten. IJskoud. De rits van de groene jas gaat helemaal dicht, tot aan de kraag. De handen verdwijnen diep in de zak. Het is zeven graden boven nul, maar de harde wind en de lichte regen maken het onaangenaam. Jenny van Leeuwen geeft geen krimp. “Ik ben wel wat gewend hoor. Het is ook het liefste wat ik doe: hup, naar buiten, de natuur in. Met de laarzen in de klei, en de haren in de wind. Het is iedere dag weer anders. Je weet nooit wat je tegenkomt.”
De schoenen zijn zwaar, de tred is soepel. Het gaat over de Utrechtsebaan bij het hoge kantoor van VNO-NCW om dan direct de luwte van het Haagse Bos in te duiken. Het geluid van het autoverkeer verdwijnt langzaam naar de achtergrond. “Ik heb altijd al geroepen dat ik boswachter zou worden. Als kind wist ik het al. Ik groeide op in Delfgauw, op de boerderij, aan de rand van het Bieslandse Bos. Altijd was ik buiten te vinden, altijd trok ik erop uit, met honden, met paarden. Ik was een druk type. In de natuur vond ik wat rust.”
Duitse tankgracht met helder water
Op een houten brug boven de brede vaart door het bos houdt de jonge boswachter stil. “De Tweede Wereldoorlog heeft het Haagse Bos hard geraakt. Zeventig procent werd gekapt. De meeste bomen die je nu ziet staan, dat is nieuwe aanplant van na de oorlog. Het water hier is nog de oude tankgracht die de Duitsers hebben gegraven. Dat is nu een brede vaart die dwars door het bos loopt, met heel helder water. In die tankgracht vist nu een ijsvogeltje. Een heel zeldzaam en bijzonder vogeltje dat vis eet. Ik hoop maar dat hij de vrieskou van de afgelopen weken heeft overleefd.”
De wandeling voert verder, in de richting van de Benoordenhoutseweg. En ook het verhaal stopt niet. Achter iedere boomgroep is wel geschiedenis te vinden, betoogt Jenny van Leeuwen. Ze stapt kordaat het pad af, een klein heuveltje op. “Kijk, dit is nou de Oudemannenberg. Een historische plek in Den Haag. Niet pijnloos ook. Hier werden in het verleden duels uitgevochten. De beroemdste die dat gedaan heeft, is Casanova. Maar hier werden vooral ook de mensen terechtgesteld die de doodstraf hadden gekregen. Er zal hier heel wat bloed gevloeid zijn. Ze noemden het toen niet voor niets de bloedheuvel.”

Foto: Staatsbosbeheer
Een paar honderd meter verderop begint het bospad alweer te kronkelen, lichtjes te stijgen en te dalen. Hier krijgen de stammen van de beuken soms een majesteitelijke omvang. “We lopen hier op het Filosofenpad. In het verleden kwamen filosofen hier op deze mooie plek een wandeling maken om hun gedachten te laten gaan. Daar kan je je wel iets bij voorstellen. Nog steeds trouwens. Hier staan bomen van wel driehonderd jaar oud. Prachtig is dat. Dat die boom daar met die enorme stam en die geweldige takken daar al zo lang staat, roerloos. Dat is toch fantastisch?”
Bos met status aparte
De rijke historie verschaft het bos een status aparte. Het Haagse Bos, zo doceert de boswachter, ligt voor een groot deel op een oude strandwal. “Ooit lag hier een uitgestrekt en wild oerbos, helemaal tot aan Alkmaar. In dit droge bos kwam veel wild voor. Het was mede om deze reden dat Floris IV hier in de dertiende eeuw zijn jachtslot bouwde. Dat slot groeide uit tot het Binnenhof. Je kan dus eigenlijk wel zeggen dat Den Haag en het Haagse Bos onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.”
Jenny van Leeuwen trok haar groene jas vijf jaar geleden voor het eerst aan. Zij werd toen boswachter voor onder meer het Bieslandse Bos, De Balij en stukken van het Groene Hart. Staatsbosbeheer heeft de portefeuilles onlangs opnieuw verdeeld. Van Leeuwen heeft nu het beheer gekregen over vele hectares natuurgebied in de polders achter Wassenaar en in en rond het Groene Hart. Prachtige natuur, met veel weidevogels.
Voor Jenny van Leeuwen ligt de prioriteit in haar werk nu bij het Haagse Bos. “Het is zonder twijfel een parel in dit deel van het land. In het Haagse Bos komt alles samen: de stad en de natuur, de rijke historie en het heden. Het bos heeft in alle opzichten een enorme aantrekkingskracht. Er komen ieder jaar ruim twee miljoen bezoekers. Dat is uniek. Wanneer je het bos in loopt kom je altijd mensen tegen. Dat zegt genoeg.”
Het gaat goed met eekhoorn
De wandeling gaat verder. De boswachter steekt de Laan van Nieuw Oost-Indië over, de weg die het bos jammerlijk in tweeën splijt. Op de middenberm zijn enkele jaren geleden grote bomen geplant, speciaal voor de eekhoorns. “Dan kunnen ze straks makkelijk oversteken, via de kruinen van de bomen. Dat zorgt voor vers bloed in het bos. Het gaat sowieso goed met de eekhoorn. Afgelopen jaar zijn veertig nesten geteld. Een eekhoorn gebruikt meerdere nesten, om te slapen en om te schuilen. Als je een beetje oplet, kun je er altijd wel eentje zien. Succes verzekerd.”

Foto: Zoogdierenvereniging
Het dierenleven in het bos beperkt zich niet tot de eekhoorn. De vos scharrelt er rond, een geluksvogel kan een hermelijn tegenkomen, en ook de ree loopt steeds vaker via de duinen het stadsbos in. De specht vliegt rond, de buizerd jaagt op muizen, de ijsvogel broedt en bosuilfamilies bewaken twee territoria in het bos.
Jenny van Leeuwen: “Mensen worden blij van de kleinste dingen”
Van Leeuwen: “Een ontmoeting met een dier maakt een wandeling in het bos altijd bijzonder. In het najaar kun je de herten van de koekamp horen burlen. Mensen worden blij van de kleinste dingen. Laatst zagen we op een excursie een bosmuis zich wassen, in het zonnetje op een tak. Dan staan daar twintig volwassen mensen, helemaal opgewonden naar zo’n klein diertje te kijken.” Extra aandacht is er dit jaar voor de mysterieuze boommarter. In het bos zijn sporen gevonden van dit roofdiertje dat in de bomen leeft. Het zeldzame dier is nog niet waargenomen, dus de beheerders van het bos zijn extra gespitst op de marter.
Het bos herbergt meer geheimen. Een steile heuvel is geen oude eeuwenoude zandrug, maar blijkt een bunker te bevatten. Een verroest paaltje langs de klinkers van de Leidsestraatweg is een rijksmonument: het is een oude gietijzeren kilometerpaal, vrijwel nergens meer in Nederland te vinden. De vijvers zijn ooit gegraven om elders het bos wat op te hogen, opdat de freules geen natte voeten kregen tijdens hun ritjes in het bos. Boswachter Jenny vertelt het allemaal op de excursies die ze geeft. “Mensen zeggen daarna vaak: een wandeling door het Haagse Bos is nooit meer hetzelfde; het heeft een extra dimensie gekregen. Dan ben ik in mijn opzet geslaagd.”
Op de Walther Boerweide
Het rondje Haagse Bos zit er bijna op. De route voert via het huttenbos voor de kinderen naar Huis ten Bosch, en langs de vijvers. Even verderop ligt een boom bijna horizontaal, met een verse kluit aarde die als een muur overeind staat. Het is het enige slachtoffer van de ijskoude storm die vorige week de kust geselde. In 1911 was dat wel anders, vertelt Van Leeuwen, toen een zeer zware storm een groot deel van het bos plat legde. Bij de Walther Boerweide vlak achter de Bezuidenhoutseweg houdt de boswachter halt.
“Deze weide is vernoemd naar de directeur van de Koninklijke Militaire Kapel die in de vorige eeuw de muziek naar het Haagse Bos heeft gebracht. Op de weide werden concerten gegeven voor de buitensociëteit van De Witte. Hier stond een muziektent en kwam chique Den Haag om te luisteren naar mooie muziek. Tot vorig jaar zijn er nog wel klassieke concerten gegeven. Maar daar is helaas een einde aan gekomen. Wij zeggen nu: die adellijke sfeer willen we weer terug. De weide is een prachtig decor voor een uitvoering van een orkest, een toneel- of dansgroep. Dat zie ik al helemaal voor me. Dat geeft toch ook een meerwaarde aan de hele stad?”
Oehoe
Het rondje Haagse Bos zit erop. Het geruis van de auto’s op de Utrechtsebaan zwelt weer aan, de kantoorkolos van VNO-NCW doemt op. En ook daar heeft Jenny van Leeuwen een anekdote over. “We krijgen ieder jaar bezoek van een oehoe. Die blijft dan een paar dagen hier in de buurt, soms wel twee weken. Het is de grootste uil van Europa. De oehoe zit dan vaak bovenop het dak van dat kantoor, boven die hele drukke Utrechtsebaan. Zo’n indrukwekkende vogel, midden in de drukke stad. Dat is toch bizar?”
Wilt u meer lezen of meer weten over DHC? Kijk hier voor een (proef)abonnement en meldt u zich hier aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief