Reinbert de Leeuw (1938-2020) was ook in Den Haag een fenomeen

De vrijdag 14 februari overleden componist en dirigent Reinbert de Leeuw (81) was ook in Den Haag een muzikale mastodont. Hij had een bijzondere band met het Residentie Orkest en ook met het Koninklijk Conservatorium (KC).

Door

‘Er is geen orkest in Nederland dat met de nieuwste muziek zoveel voeling heeft als het Residentie Orkest,” zei De Leeuw ooit. En daarom dirigeerde hij het Haagse gezelschap ook graag. Eerste violist Ronald Touw schreef een paar jaar geleden over De Leeuw: ‘Talloze malen heb ik ten orkeste een nagelnieuwe orkestpartij opengeslagen en in vertwijfeling mijn handen ten hemel geheven. Hoe krijg ik die rare noten in de vingers, die hopeloos ingewikkelde ritmiek? Dan ging het om een werk van een nog levende componist, niet zelden een Nederlandse. En steeds was het Reinbert de Leeuw die, gezegend als hij is met muzikaal-analytische vermogens, ook de ingewikkeldste partituren moeiteloos over het orkest uitrolde en passend maakte.’

De Leeuw stond 27 keer voor het RO

Artistiek directeur van het Residentie Orkest (RO), Sven Arne Tepl, dook in het archief en vertelt: “In 1971 dirigeerde hij het RO voor het eerst. Daar zouden nog 26 concerten op volgen met 84 verschillende werken. Hij deed nieuw werk van bijvoorbeeld Ligeti, Kagel, Berio, Andriessen en Goebaidoelina, maar ook bekendere muziek, bijvoorbeeld van Ravel, Messiaen en Sjostakovitsj. Op zijn laatste concert hier, tweeëneenhalf jaar geleden, leidde hij de Vijftiende symfonie van Sjostakovitsj. Dat was een belevenis. Hij was al verzwakt toen, maar bleef door zijn passie en wilskracht overeind.”

De Leeuw kon ook eigenwijs en lastig zijn. “Niet alle orkesten waren even enthousiast over hem,” zegt Tepl. “Musici begrepen niet altijd al zijn gebaren. Maar, zoals Ronald Touw al opmerkte, met het RO klikte het uitstekend. Het was voor ons een belevenis om met deze gedreven man te mogen werken en voor hem betekende zijn relatie met ons orkest dat hij hier grote werken kon uitvoeren, waar hij in Amsterdam minder ruimte voor kreeg.”

De ‘Notenkraker’ werd zelf muziekpaus

Reinbert de Leeuw studeerde aan het conservatorium van Amsterdam, zijn geboorteplaats. Maar voor het echte werk – muziektheorie en nieuwe muziek – kon hij niet om Den Haag en het Koninklijk Conservatorium (KC) heen. Hij kreeg hier les van de directeur-componist Kees van Baaren, die ook Louis Andriessen, Jan van Vlijmen, Peter Schat en Mischa Mengelberg onder zijn hoede had. Met deze andere ‘Notenkrakers’, zoals ze genoemd werden, zou hij de revolutionaire opera ‘Reconstructie’ (1969) schrijven, op teksten van Harry Mulisch en Hugo Claus.

De Leeuw hoorde tot het Amsterdamse culturele establishment. Dat had hij als jong musicus aangevallen, tot en met een verstoring van een concert door het Concertgebouworkest aan toe, maar al snel was hij zelf een muziekpaus. Hij behoorde samen met mannen als Schat, Claus en Cees Nooteboom, bovendien tot het elitaire herengezelschap rond Mulisch.

Reinbert kwam op KC en is er gebleven

Ook KC-directeur Henk van der Meulen denkt met veel waardering terug aan De Leeuw. “Reinbert kwam hier in de jaren zestig studeren en is eigenlijk nooit meer weggegaan, want hij werd heel snel zelf docent. In 1974 richtte hij met studenten het Schönberg Ensemble op, speciaal voor de uitvoering van de muziek van de naamgever, maar ook die van Anton Webern en Alban Berg. Bij hem stonden de componisten en hun werk altijd centraal.”

Dat sloot aan bij de traditie die zich op het KC had ontwikkeld om grote musici en componisten voor een langer verblijf uit te nodigen. Eén van de mooiste Haagse belevenissen, vertelde De Leeuw, twee jaar geleden in een radio-interview was het Messiaen-project in 1986. De Fransman Olivier Messiaen (1908-1992), een van grootste en invloedrijkste nog levende componisten van dat moment, verbleef in Den Haag. Hij gaf hier college en leidde ook zelf concerten. Het hoogtepunt was de uitvoering van de reusachtige, anderhalf uur durende Turangalîla-symfonie.

Reinbert de Leeuw in overleg met Olivier Messiaen, 1986 | foto: Co Broerse

Messiaen had volgens De Leeuw ‘een onvoorstelbaar gevoel voor harmonie’ en zijn muziek raakte ‘de eeuwigheid aan’.

Uiteindelijk kreeg hij zelf een festival

En zo kwamen ook Karlheinz Stockhausen, Maurizio Kagel, György Ligeti en vele anderen naar Den Haag. Van der Meulen: “Reinbert leidde de uitvoeringen van hun muziek. Uiteindelijk hebben we hem in 2013 met het festival ‘Reinbert’ zelf centraal gesteld. Je kunt zeggen dat Reinbert de Leeuw veel heeft bijgedragen aan de signatuur en het profiel van het KC.”

In het Koninklijk Conservatorium aan de Juliana van Stolberglaan ligt deze week een condoleanceregister. Of er nog een herdenkingsconcert komt, zoals vrijdag in Amsterdam, is nog niet bekend. Reinbert de Leeuw wordt op die dag begraven op de bekende begraafplaats Zorgvlied in de hoofdstad.

Standaardportret
Bekijk meer van