Johnny Lion (1941-2019): Zanger met ‘in fluweel gewikkelde stem’
Eigenlijk was hij een beatzanger, maar zijn grootste faam verwierf de op 31 januari overleden Johnny Lion met het brave liedje ‘Sophietje’. Popkenner Jimmy Tigges blikt terug op zijn leven.
Hij was een tieneridool. Op tournee door het Verre Oosten speelden zich rond zijn optredens hysterische taferelen af. Johnny Lion wilde schitteren als beatzanger, maar vergaarde eeuwige roem met het brave ‘Sophietje’. Donderdag 31 januari overleed de geboren Hagenaar op 77-jarige leeftijd in zijn woonplaats Breda.
Eigenlijk wilde Johnny Lion, vertolker van Engelstalige covers, niet in het Nederlands zingen. Zeker niet toen hem een liedje over ene Bolle Bertha werd aangeboden. Daar zag de man, wiens idolen Elvis Presley, Buddy Holly en Eddie Cochran heetten, geen heil in. Toen tekstschrijver Gerrit den Braber er een ode aan Lion’s vriendin Sophie van maakte, hapte de zanger toch toe.
‘Zij dronk ranja met een rietje’
De historisch geworden versregels ‘Zij dronk ranja met een rietje/ Mijn Sophietje/ Op een Amsterdams terras’ zouden voor eeuwig in miljoenen hoofden blijven haken. Hoog in de Top 40 wurmde de single zich zomer 1965 tussen het beatgeweld van Beatles, Stones en Sam The Sham & The Pharao’s. Ontelbare keren kreeg Lion’s vriendin, fotomodel en mode-ontwerpster Sophie van Kleef, een glas ranja aangeboden in de kroeg. Met een rietje. “Ik reageerde altijd alsof ik het iedere dag dronk!”, keek zij daar later geamuseerd op terug
‘Sophietje’ schonk Lion eeuwige roem en leverde hem een gouden plaat op. In de populariteitspoll van Muziek Express eindigde hij dat jaar met 51 procent van de stemmen als beste mannelijke Nederlandse vocalist op één, ver voor zijn concurrent Rob de Nijs.
Johnny Lion had een eigen stijl
Drie jaar eerder stond Johnny van Leeuwarden, zoals hij in werkelijkheid heette al in de schijnwerpers. ‘Een jonge Nederlandse zanger met een eigen stijl, die bovendien ook nog talent heeft’, schreef het Limburgsch Dagblad goedkeurend in september 1962. Tijdens een optreden in Geleen maakte zijn begeleidingsband The Jumping Jewels volgens de krant ‘veel kabaal’, maar dat deden ze ‘bijzonder leuk’.
Johnny Lion en The Jumping Jewels waren de Cliff Richard en Shadows van Nederland. De Tijd/Maasbode, over de eerste langspeelplaat uit 1963: ‘Wat een enthousiasme in die stem, wat een levenslust en wat een plezier in het zingen.’ ‘Zijn naam wordt genoemd in elk tienermuziekblad’, legde de Leeuwarder Courant aan zijn oudere lezers uit.
In bloemrijke bewoordingen beschrijft de krant een optreden tijdens een tienershow: ‘Op het toneel heeft Johnny zijn tieners aan de draden van zijn doelgerichte stem, die hij wikkelt in fluweel.’ Voorjaar 1964 toerden ze met groot succes acht weken door Maleisië, Pakistan en Singapore, waar hun ruige beatsingles als ‘You’ve Done It Again’ en ‘I Wanna Dance With You’ hoog in de hitlijsten stonden.
Met Boltini
Vanaf april 1965 reisden ze mee met Circus Boltini. Volgens het Algemeen Handelsblad vormden zij tijdens de première in Den Haag ‘het klapstuk van de voorstelling’: ‘Met hun oordovende geluidsversterkers brachten zij niet alleen de honderden tieners, maar ook vele volwassenen met hun ritme in extase. De tent stond er bol van.’
Wat een enthousiasme in die stem, wat een levenslust en wat een plezier in het zingen.
In het kielzog van ‘Sophietje’ scoorde Lion nog een tweede bescheiden hit met ‘Tjingeling’, maar daarna was het over. De samenwerking met de Jumping Jewels strandde. Na nog een tijdje met andere begeleiders bij Boltini te hebben opgetreden, verdween Lion uit de schijnwerpers. “Van de ene op de andere dag ben ik gestopt”, vertelde hij twintig jaar na dato aan dagblad De Stem. “Gewoon omdat ik van dat hele gedoe afwilde. Want ik kon niet meer normaal slapen. Ik kon niet in de tram zitten als ik dat wilde. Ik was echt bang dat het altijd zo zou blijven als ik door zou gaan met zingen.”
Lion dook later op als schrijvend journalist voor diverse bladen en kranten, was hoofdredacteur van een muziekblad en verscheen ook nog als acteur in de film ‘Van God Los’ (2003). In de jaren tachtig kende hij bescheiden come backs met zijn zelfgeschreven titelsong voor de film ‘Brandende Liefde’ en ‘Alleen In Dallas’. In september vorig jaar overleed zijn tweede vrouw Mariska. Korte tijd later werd een fatale ziekte bij hem geconstateerd.