Frick Collectie in Den Haag: Meesters van Manhattan komen thuis
Rembrandt, Vermeer, Hals, Ruisdael. Het kan niet op bij de ‘Manhattan Masters’ in het Mauritshuis. De Frick Collection leende tien topstukken uit.
Het Mauritshuis wilde spanning erin houden. Daarom was tot deze week maar één van de tien bruiklenen van de New Yorkse Frick Collection onthuld: het magistrale ‘Zelfportret’ van Rembrandt uit 1658. Dinsdagmorgen was het zover. De andere negen werden bekendgemaakt en het valt niet tegen. Een groot deel van de Schilderswijk komt voorbij: Johannes Vermeer, Frans Hals, Aelbert Cuyp, Jacob van Ruisdael, Meindert Hobbema, Philips Wouwerman en Isack van Ostade. En dan zijn er nog een navolger van Rembrandt en een portret van Carel van der Pluym, die vooral bijzonder zijn omdat verzamelaar Frick ze ooit kocht als Rembrandts.
Het regende superlatieven in het museum, bij de perspresentatie dinsdag. “Hors catégorie,” zei Mauritshuis-directeur Martine Gosselink over de Rembrandt. Ze kondigde aan alle 109 dagen van de tentoonstelling te gaan kijken ‘hoe het met hem gaat’. Hoofdconservator Quentin Buvelot bejubelde een ander topstuk, ‘Soldaat en lachende vrouw’: “Zo’n typische Vermeer hebben we zelf niet.” De tentoonstelling is volgens hem ‘het mooiste cadeau’ dat het Mauritshuis voor zijn 200ste verjaardag krijgt. Frick-directeur Ian Wardropper was vol lof over het Haagse museum. In 2013-2014 toonde zijn museum de reizende topselectie van Mauritshuis onder aanvoering van het ‘Meisje met de parel’. “Het was de best bezochte tentoonstelling die we ooit hebben gehad; 250.000 bezoekers in drie maanden.” Wardropper hoopt op nieuwe uitwisselingen met het Mauritshuis.
Een selectief verzamelaar
De Amerikaanse staalmagnaat Henry Clay Frick (1849-1919) was een selectief verzamelaar. Hij kocht alleen topkwaliteit en liet zich wat de Nederlandse meesters betreft adviseren door Abraham Bredius, destijds directeur van het Mauritshuis. “Aanvankelijk verzamelde hij moderne kunst,” vertelt Buvelot. “In 1896 bezocht hij Nederland. Hij was in Den Haag en moet toen Bredius hebben gesproken en het Mauritshuis hebben bezocht, als is daar geen bewijs van overgeleverd. Niet veel later begon Frick in hoog tempo Hollandse meesters te verzamelen, waaronder de tien die we nu tonen. Die zijn voor het eerst in een eeuw weer thuis, zou je kunnen zeggen.” Frick verzamelde vooral portretten, landschappen en genrestukken (tafereeltjes). Die categorieën zijn alle goed vertegenwoordigd op ‘Manhattan Masters’.
De portretten
[Klik op de afbeeldingen om ze groter te maken.]
Het grote ‘Zelfportret’ van Rembrandt. | Foto: Michael Bodycomb
Quentin Buvelot: “In 1658 maakte hij dit schilderij, een van de bekendste geschilderde zelfportretten uit zijn latere periode én het grootste dat hij vervaardigde. Door de monumentaliteit en de virtuoze schilderwijze is het zonder twijfel een van de meest imposante zelfportretten van de kunstenaar.”
Een topstuk uit de laatste fase van Hals’ leven. Volgens Buvelot is het een ‘opvallend los en spontaan geschilderd levendig portret’. Dat losse is vooral zichtbaar bij het witte hemd van de man, dat Hals met enkele rake penseelstreken weergaf.
De landschappen
‘Rivierlandschap met herder en koeien’, 1650-1660, door Aelbert Cuyp (zie boven).
Hollandser wordt ’t niet. Cuyp was de meester het riviergezicht en wist als geen ander de bijzondere sfeer op en bij het water vooral bij rustig weer en zacht zonlicht weer te geven (zie boven).
Een Ruisdael die alles heeft van grillige bomen tot imposante wolkenformaties. Quentin Buvelot: “Let op het zonlicht dat een prachtig accent op de knoestige boom linksvoor.” De ruiters zijn waarschijnlijk van de hand van Philips Wouwerman.
Hobbema was na zijn leermeester Ruisdael de bekendste landschapsschilder van de Gouden Eeuw. Zijn repertoire was ‘beperkt’, volgens Buvelot, maar toch wist hij telkens weer iets origineels te bedenken, zoals hier het weids opgezette gezicht op een watermolen. De zandweg zorgt voor diepte. De figuren maken er een levend tafereel van.
Reizigers bij een herberg, rond 1644/1645, door Isack van Ostade. | Foto: Michael Bodycomb
Een landschap en genrestuk ineen. Van Ostade was gespecialiseerd in boerentaferelen. Dit bruisende schilderij maakt het uitgelaten gezelschap bijna hoorbaar. Een voerman drenkt zijn paard.
De genrestukken
‘Soldaat en lachende vrouw’, rond 1657, door Johannes Vermeer. | Foto: Joseph Coscia Jr.
Het Mauritshuis heeft drie Vermeers, waaronder twee zeer beroemde. Maar een klassiek genrestuk van deze meester (kamer, personage(s), licht van links) bezit het niet. “Nu hebben we tijdelijk een vierde Vermeer,” zegt Quentin Buvelot. “De lichtwerking is subliem uitgevoerd.”
Kamp met militairen, rond 1660-1665, door Philips Wouwerman. | Foto: Joseph Coscia Jr.
Wouwerman was dé paardenschilder van zijn tijd. In dit geval gaat het om veel meer dan de dieren alleen: het militaire leven staat centraal. Ruiters pauzeren bij een tijdelijke herberg. Het briesen van de paarden is bijna hoorbaar.
- ‘Manhattan Masters’, 29 september t/m 15 januari 2023, Mauritshuis; www.mauritshuis.nl
Wilt u meer lezen over politiek, cultuur, sport en gastronomie in Den Haag? Koop de krant bij een van onze verkooppunten of neem een (proef)abonnement.